Met een forse winst in Almere en Den Haag worden de eerste PVV-peilingen omgezet in zetels. Dit ondanks jaren Wilders-bashen en politieke uitsluitingen. Het politieke midden luistert slecht en weet de rammellende onderbuik niet te stillen. De stelling: ‘Tegen’ is geen goed verhaal.
Als er één ding duidelijk is na gisteravond, dan is het dat je xenofobie niet bestrijdt met opgeheven wijsvingertjes. Al schrijf je duizend columns tegen Wilders, al komen er nog vijf Jopen bij, al roep je nog harder dat er met de PVV geen coalitie mogelijk is: een aanzienlijk deel van de kiezers ziet de PVV als optie om de politiek een lesje te leren.
Ook gisteren weer: de hele dag politici aan het woord die over Wilders praten. Waarom Wilders zo weinig in de media verschijnt? Het is niet nodig, zijn concurrenten doen het graag voor hem.
En het werkt. Nog eens duizend columns zullen daar waarschijnlijk niets aan veranderen. Blijven roepen dat het PVV-electoraat oliedom is? Werkt averechts. Dat ze geen oplossingen bieden? Hoe waar ook, het helpt niet. Roepen dat het racisten zijn? Zie het resultaat.
Aardig daarin zijn de kennelijk betekenisvolle details. Iedere PVV-stemmer weet te vertellen over die vermaledijde hoofddoekjes, de gescheiden gemeenteloketten in de moskee, de rellen tussen ‘hunnie’ Marokkanen en ‘onze’ Molukkers, de handenweigerambtenaar en de gesubsidieerde suikerfeesten. En dat aangevuld met verhalen over ‘hoer’-roepers, sisjongetjes, rouwrellen bij ziekenhuizen en scootercrimineeltjes. Zelfs de homo-emancipatie komt het PVV-electoraat ineens goed van pas. En feminisme is ineens een rechts thema.