Wetsvoorstel: geen voorrang voor vergunninghouders
Morgen wordt in de Tweede Kamer gedebatteerd over een initiatief wetsvoorstel van Alexander Kops (PVV). De PVV wil de Huisvestingswet 2014 wijzigen zodat vergunninghouders (asielzoekers met verblijfsvergunning) geen voorrang krijgen bij het toewijzen van sociale huurwoningen.
Mosterd na de maaltijd
Het wetsvoorstel is vorig jaar september ingediend. Beetje vreemd, want vier jaar eerder (juli 2017) trad al een wijziging van de Huisvestingswet in werking en werd de verplichte voorrangspositie voor vergunninghouders geschrapt.
Als gemeenten een urgentieregeling in hun huisvestingsverordening opnemen, zijn ze verplicht twee categorieën urgente woningzoekenden op te nemen. Dat betreft (Huisvestingswet 2014, artikel 12):
Woningzoekenden die verblijven in een voorziening voor tijdelijke opvang van personen, die in verband met problemen van relationele aard of geweld hun woonruimte hebben verlaten en woningzoekenden die mantelzorg als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 verlenen of ontvangen
Verder staat het de gemeenten vrij ook andere categorieën toe te voegen., Bijvoorbeeld vergunninghouders. Hoe ziet dat er in de praktijk uit? Het Rapport Evaluatie Huisvestingswet (12 mei 2020) meldt dat er in 2020 166 Nederlandse gemeenten een urgentieregeling in hun huisvestingsverordening hebben opgenomen. Slechts vijftien gemeenten hadden vergunninghouders niet in de urgentieregeling opgenomen. (i)