Boerenstaatsgreep (2)

Deel 2 - Een gastbijdrage van Valentijn Wösten (*), eerder verschenen op zijn website. Deel 1 verscheen hier. De boerenstaatsgreep is compleet. We hebben toegelaten dat een clubje radicale boeren het LNV-ministerie hebben kunnen veroveren, die nu hun kans grijpen om daar het werk van de afgelopen 5 jaar kort en klein te slaan. Sloopwerk, zonder enig idee over een serieus alternatief. Ze zullen wel even raar hebben staan kijken dat ditmaal geen tractor nodig was om de deur te forceren. Sommigen noemen dit democratie. Buitengebied = boerendomein In Nederland hebben we twee werelden, die langs elkaar heen schuren; de stad en het buitengebied. Het buitengebied, dat is hoofdzakelijk agrarische grond, met ook nog wat natuur. Boerenpolitiek ziet het hele buitengebied als boerendomein, waar niet-agrarische activiteiten enkel worden geduld zolang ze geen geluid maken. Natuur is in de visie van boerenpolitiek potentiële landbouwgrond. En, voor zover onbruikbaar, dan geldt de eis dat ze erg geen last van mogen hebben. Natuur levert niks op, en is hooguit goed voor de jacht. Op deze plaats zijn in de afgelopen jaren al veel artikelen gepubliceerd waarin is gewaarschuwd dat we ons in deze jaren geen naïviteit kunnen permitteren over boerenpolitiek. Voor de duidelijkheid gezegd: boerenpolitiek is scherp te onderscheiden van de boeren zelf. Boerenpolitiek is waarschijnlijk nauwelijks representatief voor de boerensector. De hardste schreeuwers zetten de toon. Zoals ook in voetbalstadions de relschoppers vaak de toon zetten, het merendeel van het publiek daar niet van gediend is maar zich machteloos waant. In boerenpolitiek gaat het iets beheerster, maar het sociale mechanisme is identiek. Boerenpolitiek wordt sterk gestuurd door agro-industrie, waaronder veevoerfabrikanten (De Heus enz.), slachterij (Vion enz.), zuivel (Friesland Campina). Miljardenbedrijven, die puur op volume draaien. Hoe minder staarten, hoe minder omzet. De echte weerstand tegen de onvermijdelijke veestapelkrimp komt uit die hoek, maar het wordt gespeeld via boerenpolitiek. Valse mythe van slachtofferschap Er heerst een vals beeld van de boerensector als slachtoffers van de overheid, aangezien boerenpolitiek al decennia aan veel touwtjes trekt op alle bestuursniveau’s. Van regering  tot de waterschappen. Hierbij is ook nog te noemen dat de Nederlandse veehouders gemiddeld miljonair zijn, ook na aftrek van schulden. En, melkveehouders leven en werken op tientallen hectares grond, waar de meeste Nederlanders het met 50 tot 100 m2 woonruimte moeten doen. De agrarische sector (ca. 2% van de beroepsbevolking en 1,4 % van het BBP) heeft ca. 60% van Nederland in bezit. Het is uiteraard geen bezwaar dan veehouders miljonair zijn en 60% van het land bezitten. Maar daar hoort dan verantwoordelijkheid bij en geen vals slachtofferschap en ontkenning van problemen. Het boerenslachtofferschap is een zeldzaam bizarre en hardnekkige mythe, en politiek goud voor de boerenpolitiek. Deze mythe wordt mede in stand gehouden door oppervlakkige journalistiek die slachtofferschap exploiteert. Zie bijvoorbeeld Trouw-journalist Van der Storm met berichtgeving over individuele kleine veehouders in de verdrukking, zonder in beeld te brengen dat die vooral worden weggedrukt door megastallen (lees: marktwerking, schaalvergroting en industrialisering). Journalisten die kritiekloos het boerenverhaal overnemen dat veel ontwikkelingen overheidsgestuurd zijn, blind voor het gegeven dat boerenpolitiek veel touwtjes in handen heeft, blind dat al decennia mede met inzet van aggressieve midddelen noodzakelijke maatregelen stranden. Niet zichtbaar maken dat boerenpolitiek vooral bestaat uit blokkeren en ontkennen, wat per saldo een keuze is voor voortgaande schaalvergroting én minder boeren. Dat al decennia boerenbedrijven de zaak sluiten is in de eerste plaats het gevolg van de boerenblokkadepolitiek. Er zal weinig veranderen zo lang niet het valse masker van slachtofferschap wordt afgetrokken, mede in stand gehouden door publieke media. Het is een invuloefening wat we in de komende tijd kunnen verwachten, indien dit kabinet stand houdt. We zullen boerenpolitiek de raarste kunsten zien uithalen om dit kabinet zo lang mogelijk in de benen te houden. Ze zullen daarvoor bij niet-agrarische thema’s opportunistisch gaan stemmen. Politieke koehandel tot de laatste snik. Hoe langer dit kabinet stand houdt hoe langer zij op het LNV-ministerie hun sloopwerk kunnen voortzetten. En hun slooplijstje is geen geheim. Invuloefening Eerste prioriteit van de slopers is een zo hoog mogelijke drempelwaarde voor de stikstofvergunningplicht. Denk aan bovengenoemde stanknormen in de Wet geurhinder en veehouderij. Boerenpolitiek is soms best tolerant. Milieucriteria worden getolereerd maar onder de voorwaarde dat die dan zo ruim worden gesteld dat er geen enkele beperking van uit gaat. Hiermee zou dan ook de PAS-melderskwestie de wereld uit zijn zonder dat daar iets tegenover hoeft te worden gesteld. Dat hiermee de stikstofsluizen weer open worden gezet en de problemen nog groter worden gemaakt is geen probleem voor de boeren maar voor de overheid. Lekker makkelijk. Nota het NSC – toch geen klassieke boerenpartij – is de trekker van dit karretje. Goed bestuur betekent eerst de problemen aanpakken, en dan de teugels laten vieren (met bijvoorbeeld een drempelwaarde). Los het ecologisch probleem op, dan los je ook het juridisch probleem op. Andersom gaat niet lukken. NSC goed bestuur? Vervolgens zal de Kritische Depositiewaarde voor stikstof (KD-waarde) en het Aerius rekenmodel aan de beurt zijn. Dit is als de thermometer voor natuurschade door stikstof. Dat de KD-waarde internationaal wetenschappelijk is onderbouwd maakt blijkbaar geen indruk. Zie het NRC-hoofdartikel van 6 september 2024, Hoe Trumps wereld invloed kreeg op het Nederlandse stikstofbeleid. Dat een rekenmodel onmisbaar is om deposities te bepalen wordt terzijde geschoven. De thermometer moet kapot. Waar niet gemeten kan worden bestaat ook geen probleem. Boerenverstand. En tot slot voor de goede sier inzetten op techniekinnovatie op kosten van de overheid. De vervuiler krijgt geld om milieutechnieken toe te passen. Het principe ‘de vervuiler betaalt’ bij het grofvuil. Dit betekent concreet voortgaan op de weg van tovervloeren en sjoemelluchtwassers. Wat mede is veroorzaakt door zwakke controle op naleving. Hierbij komt: veehouders schieten niets op met emissiereducerende staltechniek. Het kost geld en onderhoud, maar het draagt niets bij aan het bedrijfsresultaat. Het is een ‘moetje’, die ze liever kwijt dan rijk zijn. Wat niets bijdraagt aan het bedrijfsresultaat en bovendien is opgelegd door de overheid, daar gaat een ondernemer niet zijn of haar best voor doen. U heeft in de afgelopen jaren al een lange stroom boeren voorbij zien trekken met de boerenleus dat stikstof een verzonnen probleem is. Overigens hebben we al meer dan veertig jaar techniekinnovatie achter de rug, met de genoemde tovervloeren en sjoemelluchtwassers als oogst. Van milieutechniek nieuwe technische wonderen van verwachten is luchtfietserij. Het punt is dit. Met het NPLG dumpen wordt gezegd dat iedereen mesjogge is behalve boerenpolitiek. Boerenstaatsgreep of democratie? (*) Dit is deel 2 van "Boerenstaatsgreep', een gastbijdrage van Valentijn Wösten, zelfstandige jurist die stikstofrechtszaken doet voor MOB (Milieugroep Mobilisation for the Environment). Het eerste deel verscheen donderdag 7 november.

Door: Foto: Schermafbeelding OOG TV, reportage 15 oktober 2019.
Foto: Schermafbeelding OOG TV, reportage 15 oktober 2019.

De boerenstaatsgreep

ESSAY - Deel 1 – Een gastbijdrage van Valentijn Wösten (*), eerder verschenen op zijn website. Deel 2 volgt hier.
.
De boerenstaatsgreep is compleet. We hebben toegelaten dat een clubje radicale boeren het LNV-ministerie hebben kunnen veroveren, die nu hun kans grijpen om daar het werk van de afgelopen 5 jaar kort en klein te slaan. Sloopwerk, zonder enig idee over een serieus alternatief. Ze zullen wel even raar hebben staan kijken dat ditmaal geen tractor nodig was om de deur te forceren. Sommigen noemen dit democratie.

Het draait allemaal om het NPLG (Nationaal Programma Landelijk Gebied). Dit is / was bedoeld als het vlaggenschip voor hervorming van de agrarische sector en de vele opgaven voor het buitengebied, waaronder niet in de laatste plaats urgente natuurzorg. Inzet is dat elke provincie een eigen gebiedsplan opstelt, waarin de vele opgaven bij elkaar moesten komen. Niet alleen stikstof, maar ook schoon water, pesticiden, klimaatbeleid en met inbegrip van rendabele bedrijfsontwikkeling.

Vlaggenschip

Dit vlaggenschip is / was in aanbouw. Alle provincies hebben in 2022 een concept gebiedsplan in moeten leveren, zie bijvoorbeeld de Overijsselse versie. Hier zit jaren werk in waarbij landelijk duizenden mensen zijn betrokken. We waren op pad richting de definitieve plannen. Van de bijbehorende geldpot van ca. 24 miljard was eerder al aangekondigd dat die ontmanteld zou worden. Nu is ook gezegd dat deze gebiedsplannen met het oud papier worden meegegeven als het aan de boerenbewindslieden op LNV ligt. Duizenden mensen en alle provinciebesturen voor aap gezet.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Feit of fabel: antibiotica

ACHTERGROND - Minister Schippers (VVD) zei in het Vragenuur van 28 mei: ‘De sectoren hebben de handschoen opgepakt en de voortgang van de reductie van het antibioticagebruik in de veehouderij ziet er hoopvol uit. In de veehouderij wordt op dit moment 50% minder antibiotica gebruikt dan in 2009.’

Even later in het debat stelde Gerard Schouw (D66): ‘Mijn fractie begrijpt eerlijk gezegd de jubelstemming niet zo goed over het verminderd antibioticagebruik, want wij weten allemaal dat de illegale productie van antibiotica is toegenomen en dat de cijfers onbetrouwbaar zijn.’ (Vragenuur 28 mei)

Beide sprekers hebben een punt. Onderzoek toont inderdaad aan dat de hoeveelheid verkochte antibiotica is afgenomen. Tegelijkertijd zijn er signalen dat er sprake is van illegale productie.

De regering maakt zich zorgen over onzorgvuldig en overmatig antibioticagebruik in de veehouderij. Dit zorgt ervoor dat steeds meer bacteriën ongevoelig worden voor antibiotica, wat een gevaar kan zijn voor de volksgezondheid.  Zo bleek onlangs nog uit een onderzoek van de Consumentenbond dat 40% van het onderzocht kalfsvlees en 13% van de onderzochte biefstuk de ESBL-bacterie bevatten. Deze bacterie is niet direct schadelijk voor de gezondheid, maar is resistent tegen veel antibiotica.

Is het antibioticagebruik sinds 2009 afgenomen?

De regering heeft zich voorgenomen het antibioticagebruik in de veehouderij ten opzichte van 2009 te reduceren met 20% in 2011, met 50% in 2013 en met 70% in 2015.

Foto: Nick Saltmarsh (cc)

Biologisch of gangbaar: wat is beter?

CDA-kamerlid Ger Koopmans weet hoe het zit. In gesprek met de Volkskrant over de veehouderij zei hij maandag onomwonden:

‘Het blijkt dat de milieu-uitstoot bij biologisch verantwoord vlees veel groter is. Meer dierenwelzijn en minder milieu-uitstoot gaan nooit samen.’

Dit is nogal een stelling. Tamelijk verwarrend ook. De lezer denkt waarschijnlijk dat-ie met biologisch of diervriendelijk over het algemeen wel goed zit, blijkt het volgens Koopmans ‘nooit samen te gaan’ met minder milieu-uitstoot.

Is dat ook zo?

Het gaat hier om trade-offs, uitwisselingen tussen het ene en andere belang. In een eerder gepubliceerd verhaal over de intensieve veehouderij heb ik dit soort uitwisselingen besproken; tussen dierenwelzijn, milieu en wat ‘goed’ is voor boeren. Je kunt niet altijd overal een tien op scoren, binnen duurzaamheid heeft een positief effect op het ene punt heeft soms een negatieve consequentie op een ander punt. Koopmans lijkt zo’n trade-off te willen schetsen met bovenstaande uitspraak (waarin hij trouwens doet alsof biologisch en diervriendelijk hetzelfde zijn). Hij gaat echter wel behoorlijk ver en neemt het met de feiten niet zo nauw. Dat terwijl hij in hetzelfde stuk zegt: ‘Ik vind het goed feiten tegenover beelden te zetten’.

Laat ik dat dan voor hem doen. Het beeld dat Koopmans oproept: biologische dierlijke productie is slecht(er) voor het milieu (dan gangbare). Laat ik proberen een beschrijving te geven van de feiten, voor zover ik die ken uit eerder onderzoek.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.