Tolkien, Hulspas en Holman

Voor mijn eindexamen las ik The Lord of the Rings van Tolkien. En nog een bulk andere boeken, maar daar heb ik het nu niet over. Een leuke herinnering is dat mijn docent en ik na afloop van het examengesprek nog even koffie dronken en spraken over, jawel, literatuur. In het Nederlands en niet in mijn moeizame Engels, maar het was een gelijkwaardig gesprek waarin mijn leraar serieus informeerde naar mijn literaire oordeel. Ik herinner me niet wat ik toen heb gezegd over Tolkien, maar weet wel dat mijn docent uitlegde dat de Germaanse achtergrond van de verhalen hem weinig deed, en dat we zoekend concludeerden dat een liefde voor Tolkien eigenlijk een heel subjectieve zaak was. Je deelt zijn “Germaanse gevoel” of niet. Ik ben dat gevoel kwijtgeraakt, maar ik vond het leuk dat ik later in Oxford in café The Eagle and Child bleek te zitten aan de tafel waar Tolkien elke week was neergestreken met C.S. Lewis en enkele andere literatoren. Ik kan begrijpen waarom er mensen zijn die een soort Tolkien-religie hebben, zoals de media vorige week berichtten.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Toch maar verbranden?

Boek Nabokov (Foto: Flickr/luiginter)

Toen de Russische schrijver Vladimir Nabokov, beroemd van Lolita, in 1977 stierf, liet hij een onvoltooid manuscript achter op 138 archiefkaarten. Het droeg de titel The Original of Laura. Hij drukte zijn zoon en executeur-testamentair Dimitri op het hart om dit werk te verbranden. Dimitri moest hier rustig over nadenken, en plaatste de 138 kaarten in een kluis in een Zwitserse bank, in afwachting van een beslissing. Deze herfst zal het boek alsnog uitkomen, en meer recentelijk zijn alvast vier van de 138 archiefkaarten openbaar gemaakt.

Het postuum uitgeven van boeken tegen de wil van de auteur is soms een goed idee, waarbij het geval van Franz Kafka een goed voorbeeld is. Ook hij verzocht om verbranding van al zijn manuscripten, en als dat gebeurd was zou bijna niemand nu nog van hem gehoord hebben. Maar het kan met dit soort dingen ook ontzettend mis gaan. Ernest Hemingway’s reputatie heeft erg geleden onder de talrijke postume romans die er van hem zijn verschenen. Mensen die Tolkien’s In de ban van de ring al onleesbaar vonden zouden de postuum verschenen twaalfdelige reeks The History of Middle-Earth moeten proberen. Tupac Shakur, een artiest wiens reputatie berustte op een paar aardige nummers en de vier kogels die een einde maakten aan zijn leven, bracht postuum het ene nummer na het andere uit, zonder dat er veel fatsoenlijks bij zat.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.