De Tachtigjarige Oorlog

De Tachtigjarige Oorlog, dat is zo’n beetje de stichtingsmythe van de Lage Landen. De gewesten werden in 1549 met de Pragmatieke Sanctie tot eenheid gesmeed en het was de bedoeling dat ze voortaan één heer zouden hebben: eerst Karel V, daarna Filips II, beide uit het huis Habsburg. Het heeft niet zo mogen zijn. In 1648 werd in de Vrede van Münster vastgelegd dat het zuiden Habsburgs zou blijven, terwijl het noorden zelfstandig werd: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Zo zijn tijdens de Tachtigjarige Oorlog Nederland en België gegroeid. Ik verbeeld me dat sommige nationale karaktertrekken tijdens dit conflict zijn ontstaan. Een simpel voorbeeld is religie: het latere België zou overwegend katholiek zijn terwijl in het latere Nederland een vorm van protestantisme dominant zou zijn. Een andere impressie, die ik niet met cijfers kan onderbouwen maar die me geloofwaardig voorkomt: Belgen trekken hun eigen plan, want de overheid is niet per se hun eigen overheid, terwijl Nederlanders, gewend aan een overlegcultuur, sneller naar de overheid kijken en zowat in paniek zijn als ergens geen regels blijken te bestaan. Als u dat al te kort door de bocht vindt, doe ik het met een voorbeeld minder maar blijf ik toch denken dat de Tachtigjarige Oorlog beslissend was voor de toekomst van de Lage Landen. Zoals gezegd: een stichtingsmythe.

Door: Foto: De Liberteit van Conscientie overwint de Tyrannie. Een van de Goudse glazen (foto Jona Lendering) copyright ok. Gecheckt 23-11-2022
Foto: Post-Atheïst

Post-atheïst | Alva en de Spaanse Inquisitie

COLUMN - Ik begrijp daar dus niets van: dat je een rechtbank begint om de religieuze meningen van anderen te beoordelen en dat je daarna, als je vaststelt dat er aan iemand een vlekje zit, zo iemand overlevert aan de wereldse autoriteiten om hem levend te laten verbranden. Het verontrustende van de Spaanse Inquisitie is niet – om de obligate grap maar meteen te maken, dan hebben we dat ook gehad – dat niemand haar verwacht, maar dat niemand haar begrijpt of begrijpen kan.

Dat ligt aan ons. Wij zijn gewend aan de godsdienstvrijheid en vinden dat de gedachten vrij zijn. Misschien vinden Nederlanders dat nog wel meer dan anderen: onze voorouders kwamen in opstand tegen de koning van Spanje omwille van de ‘liberteyt van conscientie’. Maar wij zijn de uitzonderingen: religieuze intolerantie is van alle tijden en plaatsen. De Romeinse Senaat legde de Bacchuscultus aan banden, Karel de Grote gaf de Saksen de keuze tussen doopvont en schavot, hindoes slaan islamitische heiligdommen kort en klein. De causaliteitsvraag, of intolerantie voortkomt uit religiositeit, is volgens mij onbeantwoordbaar, maar de stelling valt in elk geval te illustreren met een hoop naargeestigheden.

Misschien moeten we, om godsdienstige intolerantie te begrijpen, de verklaring ook niet zoeken in religiositeit zelf, maar ons verplaatsen in de vervolgers. Ik heb de laatste dagen gefascineerd gelezen in een pas verschenen boek over de hertog van Alva: Alba. General and Servant to the Crown.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Liever Turks dan Paaps

Geuzenpenning: Liever Turks dan Paaps (Foto: Wikimediacommons/Kees38)

Het verkiezingsprogramma van de PVV grijpt terug op de glorierijke geschiedenis van de Nederlandse Opstand, traditioneel ook wel de Tachtigjarige Oorlog geheten. Er is alle reden om trots te zijn op deze episode in onze geschiedenis – in dit opzicht heeft de PVV gelijk. Er is echter een onvolkomenheid in de tamelijk beknopte versie van de geschiedenis die de PVV presenteert. Om te citeren – “Ons volk verklaarde zich onafhankelijk en stond alleen toen het tachtig jaren vocht tegen de grootste macht van Europa.” Het probleem zit hem in dat hele kleine stukje: ‘stond alleen’. Spanje werd in dit conflict op een aantal beslissende momenten afgeleid en verzwakt door conflicten met derden. De hertog van Parma leek met het lange beleg en de uiteindelijke val van Antwerpen in 1585 een beslissend succes behaalt te hebben in de strijd tegen de Nederlandse Opstand. Het momentum van de Spanjaarden ging echter verloren, eerst door een oorlog tegen Engeland, resulterend in de ondergang van de armada in 1588, en daarna door een zeer onfortuinlijke inmenging in een burgeroorlog in Frankrijk. Beide conflicten ontstonden mede door de steun die er vanuit Engeland en Frankrijk voor de Nederlandse opstand was. Dit alles gaf Maurits van Nassau en Johan van Oldenbarneveldt het respijt om van Nederland een levensvatbare staat te maken.

In 1625 behaalden de Spanjaarden opnieuw een succes, door Breda te heroveren – het onderwerp van een beroemd schilderij van Velazquez. De escalatie van de Dertigjarige Oorlog in Duitsland, onder meer dankzij anti-katholieke interventies van Denemarken en Zweden, maakte het de Spanjaarden opnieuw onmogelijk om hun succes uit te bouwen. Andere Europese mogendheden hebben zodoende op belangrijke momenten wel degelijk, zij het bedoeld of onbedoeld, geholpen in de Nederlandse strijd tegen Spanje.