Hardere aanpak
ACHTERGROND - Onlangs bepleitte het VVD-kamerlid Visser in een landelijk ochtendblad voor een hardere aanpak van in dit geval dronken automobilisten.
Volgens het krantenartikel (Telegraaf 20-4-1015 T5) is het belangrijkste punt in haar plan: “dat zij een streep wil door taakstraffen voor dronken automobilisten als die een ander dodelijk of zwaar lichamelijk letsel hebben toegebracht. Dat moeten celstraffen worden”.
Nu gebruiken de rechters in Nederland al geruime tijd een lijst van oriëntatiepunten en afspraken in het kader van de straftoemeting. Die lijst dient als uitgangspunt en heeft mede tot doel om te komen tot een vorm van gelijkheid bij overtreding van soortgelijke feiten. Dronken rijden in Groningen moet in zijn algemeenheid niet anders bestraft worden dan in Limburg. Het individuele geval leidt tot “fine-tuning”. Daar is ook niets mis mee want in ons Wetboek van Strafvordering staat dat bij strafoplegging ook rekening moet worden gehouden met de ernst van het feit, de persoon van de verdachte en de omstandigheden waaronder het feit is begaan.
Wat zeggen nou “onze “ oriëntatiepunten als het gaat om de situatie die het Kamerlid schetst?
Er is dan dus sprake van een verkeersongeval. In al die zaken wordt als uitgangspunt genomen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en een ontzegging van de bevoegdheid om auto’s te besturen voor langere tijd. Er is maar één geval waarin een taakstraf om de hoek komt kijken. Als iemand na het gebruik van alcohol (lager dan 570 ademalcoholgehalte) door een aanmerkelijke verkeersfout zwaar lichamelijk letsel veroorzaakt dan zegt het uitgangspunt: 160 uur taakstraf en 18 maanden niet rijden. In alle andere gevallen is er sprake van onvoorwaardelijke gevangenisstraffen en lange periodes van niet rijden. Als er sprake is van wegpiraterij of roekeloos rijden met een ademalcoholgehalte van hoger dan 570, dan is in beginsel een gevangenisstraf van vier jaar onvoorwaardelijk en een rijontzegging voor 5 jaar op zijn plaats.