Helsinki beperkt het autoverkeer

Inwoners van Helsinki hebben massaal deelgenomen aan de ontwikkeling van een masterplan voor de stad in 2050.  De Finse hoofdstad Helsinki groeit de komende decennia uit tot een stad van 860.000 inwoners. Er wonen in de stad nu ruim 600.000 mensen, in de regio ongeveer één miljoen, dat is een vijfde van de totale bevolking van Finland. De opgave die de Gemeente Helsinki zich gesteld heeft is de bevolkingstoename te kanaliseren zonder de leefbaarheid en het milieu aan te tasten. Belangrijke elementen van het eind vorig jaar aan de bevolking voorgelegde plan zijn verdichting van de bebouwing, het ombouwen van vierbaans autowegen binnen de stadsring tot zogenaamde stadsboulevards, brede straten met groen en beperkte ruimte voor auto's, en de prioriteit voor openbaar vervoer, met name light rail. "Hier zul je in 2050 willen wonen", schrijft het design-blad Co.exist. Met het terugdringen van het autoverkeer voegt de Finse hoofdstad zich bij andere steden, zoals Madrid, Parijs en Kopenhagen die "mensen in plaats van dodelijk metaal" op straat willen zien. In Helsinki zal het binnenkort overbodig zijn er een eigen auto op na te houden. De Gemeente heeft ruim de tijd genomen om de bevolking de gelegenheid te bieden input te leveren voor het plan. Gisteren is de planning een nieuwe fase ingegaan met de presentatie van een voorstel aan de Gemeenteraad. Op hoofdlijnen is het oorspronkelijke plan niet gewijzigd. Wel zijn er op basis van de participatie van de bevolking vele gedetailleerde aanpassingen en aanvullingen opgenomen. Een van de best gebruikte inspraakmogelijkheden was een digitale kaart waarop bewoners suggesties konden geven voor plaatsen waar woningbouw, groen dan wel voorzieningen gerealiseerd zouden kunnen worden.

Door: Foto: foto van de auteur
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Integratie en de metropool

Steden zijn producenten van identiteit en identiteit en integratie zijn verbonden begrippen. Steden zijn ook segregatiemachines, zoals Adri Duivesteyn ooit beweerde in zijn kritiek op de Vinexwijken. De combinatie van de begrippen integratie en stedelijke ontwikkeling heeft wel iets opwindends. Maar wat is precies de verbinding?

In 2009 organiseerde Forum een symposium voor sociale wetenschappers en ontwerpers, met de titel van de nu uitgebrachte bundel Integratie en de Metropool: Perspectieven voor 2040. Een bundel bijdragen op een symposium is niet altijd vrolijk stemmende lectuur. Een symposium wordt vaak losjes samengesteld: uiteenlopende visies, de toehoorders mogen er zelf soep van koken. Dat gebeurt ook wel, in wandelgangen, in confrontaties en in discussies. Maar als je de sfeer en de lichaamstaal er niet bij hebt, valt de samenhang soms wat tegen.

Deze bundel heeft dit probleem niet: de inhoudelijke balans is redelijk in orde, de benaderingen zijn verschillend maar goed te volgen. Dat maakt het tot een boeiend boekje dat meer is dan de som der delen.

Bijdragen zijn afkomstig van stads-sociologen en ontwerpers. Ook een actieve politicus levert een bijdrage. Het gaat om René Frissen en Sadik Harchaoui (redactie), Cihan Bugdaci en Ergün Erkoçu,(ontwerpers) Willem Schinkel,(socioloog) Peter Nijkamp, (economisch geograaf) Hans Boutellier(sociaal-psycholoog), Paul Diederen en Theo Hauben (architecten), Liesbeth van der Pol (rijksbouwmeester), Frans Timmermans (PvdA kamerlid), Paul Frissen (politicoloog), Erwin Jans (dramaturg), Rene Foqué (filosoof). Dat is een lijst die past bij de begrippen-combinatie in de titel.  Niet altijd raakte ik getroffen door een redenering of aanpak. Maar dat is niet erg, omdat de meeste bijdragen de moeite waard zijn en te denken geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.