Stabiliteit als doel
COLUMN - Waarin de auteur niet gelooft in stabiliteit als politiek doel.
Je kan voor de vermindering van de staatsschuld zijn. Of vrijer verkeer van goederen en diensten. Je vindt desnoods dat studenten gratis moeten kunnen studeren en de kinderopvang wel wat duurder kan. Kortom: je hebt een ideaal (een tram in Groningen, bijvoorbeeld) waar je voor gaat. Je hebt programmapunten waar je het vuur voor uit je sloffen loopt.
Of zijn de omstandigheden waaronder je die idealen in beleid omzet belangrijker? Inderdaad: stabiliteit is al een tijdje geen vaststelling meer, geen evaluatie van een situatie, maar een doel op zich. Rutte/Samsom hameren op een stabiele regering en sinds de val van het Groningse stadsbestuur wordt het woord ‘stabiel’ ook daar te pas en te onpas gebruikt.
Een loze kreet, natuurlijk.
Tenzij politici bij voorbaat tegenstelling willen pacificeren, pro-actief meningsverschillen willen voorkomen. Kortom: debat is prima, maar niet zodra er uiterste consequenties aan worden verbonden. En zo mocht de Leidse wethouder van Financiën fout op fout stapelen zonder al te veel kleerscheuren(laten we de situatie alsjeblieft stabiel houden) en roept de PvdA Groningen na te zijn opgestapt voor een stabiele voortzetting van het stadsbestuur. Met of zonder hen, daar zijn ze zelf ook nog niet uit (wat op zich de zo vurig gewenste stabiliteit natuurlijk niet ten goede komt). Zo zie je maar dat stabiliteit geen politiek neutrale term is, maar fundamenteel betwist. Want wat er mee wordt bedoeld is onderdeel van het politieke debat zelf. De wens om stabiele politiek te bedrijven, is net zo loos als de wens om dat eerlijk en transparant te doen. The proof of these puddings are in the eating.