Bemoeizorg werkt

Duizenden mensen leven in zorgwekkende omstandigheden, maar krijgen geen ondersteuning omdat ze elke vorm van zorg vermijden. Bemoeizorgteams proberen dat te veranderen. Zij zoeken mensen op en bieden actief hun hulp aan, maar werkt het ook? Hij is een bekende verschijning voor degene die ‘s ochtends wel eens door het stadspark van een grote stad fietst: de verwarde, wat vermagerde man die je schuchter vanonder een dekzeil aankijkt, met argwanende ogen en een hoofd vol geklitte haren. En veel mensen kennen in eigen stad of dorp wel een buurtgenoot, waar het onkruid in de voortuin tot aan de eerste verdieping reikt en de lege kratten pils, een winkelwagen en een fiets, zonder voorwiel, op de betegeling door elkaar op de grond liggen. Maar wat weten we eigenlijk van deze mensen? Waarom leven zij in vaak kommervolle omstandigheden en zouden ze het op prijs stellen als je ze hulp aanbiedt? De bemoeizorg meent van wel.

Foto: Tom & Katrien (cc)

Verwachtingen marktwerking niet waargemaakt

ACHTERGROND - Bijna dertig jaar geleden heeft het kabinet Lubbers I de marktwerking in de openbare dienstverlening geïntroduceerd. Onderzoek naar privatisering, verzelfstandiging en marktprikkels in de ouderenzorg en het hoger onderwijs wijst uit dat de verwachtingen nog niet zijn waargemaakt, schrijft onderzoeker Anna de Zeeuw.

Bij de introductie van marktwerking leefden er bij politiek en dienstverleners hoge verwachtingen. Marktwerking zou ten goede komen aan een groter kostenbewustzijn, productinnovatie, en meer keuzevrijheid. En inderdaad, de ouderenzorg en het hoger onderwijs gingen ‘bedrijfsmatiger’ werken, al bleef de overheid, ondanks het proces van privatisering en verzelfstandiging, een stevig stempel op de sectoren drukken.

Fusies en protocollen

Wat uit mijn onderzoek naar percepties van marktwerking en kwaliteit in de periode 1982-2008 sterk naar voren komt, is dat de (landelijke) overheid de ouderenzorg en het hoger onderwijs vooral is gaan sturen via strakke protocollen en processen. Dat doet ze als opdrachtgever en financier vooraf en als kwaliteitsinspecteur achteraf. De overheid wil hoe dan ook controle houden op de dienstverlening en de kwaliteit ervan. Wat daarbij meespeelde was de publieke verontwaardiging over managers die vooral goed voor zichzelf (en hun salaris) zouden zorgen.

Een tweede opvallende ontwikkeling in de ouderenzorg en het hoger onderwijs is dat er door de marktwerking een proces op gang is gekomen van fusie en concentratie. Het aantal maatschappelijke dienstverleners nam af en als gevolg daarvan groeide de omvang van de instellingen fors. En deze dienstverlenende ‘molochs’ begonnen zich voornamelijk te richten op rendement en protocollen: in het hoger onderwijs hanteert men bijvoorbeeld de termen ‘studierendement’, ‘doorstroomsnelheid’ en bindende accreditatiekaders.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Heilig (vakantie)huisje

Vakanties zijn kostbaar en we hebben ze niet echt nodig. Door een paar vakantiedagen in te leveren zouden we alle overheidstekorten kunnen oplossen.  Maar dat gaat nooit gebeuren, betoogt Arjo Klamer, hoogleraar culturele economie  aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Nederlanders gaan weer massaal op vakantie. Het jaarlijkse ritueel wordt zoals gewoonlijk met man en macht uitgevoerd, crisis of geen crisis. Niets lijkt zo heilig voor Nederlanders als hun vakantie. Wee degene die durft te suggereren dat het wel wat minder kan met die vakanties.

De Nederlandse vakantie is een uiterst kostbare aangelegenheid. Nederlanders geven ongeveer zeven procent van hun inkomen uit aan vakanties. Voor een belangrijk deel doen ze dat in het buitenland, dus dat geld vloeit weg uit de Nederlandse economie. Tel daarbij de tijd dat niet wordt gewerkt op, en de de totale kosten van de Nederlandse vakantie komen te liggen tussen de 12 en 14 procent van het bruto binnenlands product. Breng het geld in mindering dat verdiend wordt aan de vakanties van Nederlanders in Nederland, en dan blijkt dat Nederlanders nog steeds flink meer uitgeven aan hun vakanties dan aan hun gezondheidszorg.

Onproductief

De vergelijking met de gezondheidszorg heeft meer kanten. Want net als wanneer zieke mensen onproductief zijn, zo zijn vakantievierders dat. Op vakantie voeren ze niets uit. Dat is ook de bedoeling van vakanties. Nederlanders zijn minstens vijf weken per jaar inactief.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Rosenmöller en Unilever strijden samen tegen overgewicht

Het Convenant Gezond Gewicht is mede gebaseerd op een naïef geloof in de welwillendheid van de voedingsindustrie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat resultaten uitblijven. Laat men zich liever richten op een voedselvoorziening die draait om vers en kwaliteit.

Wat is belangrijker voor kinderen: fatsoenlijk eten of  weten hoe je speciale effecten inbouwt in een Powerpointpresentatie? Dat eerste natuurlijk. Toch wordt er in het onderwijs meer geld uitgetrokken aan computeronderwijs dan aan aandacht voor fatsoenlijk eten: waar komt het vandaan, hoe maak je het klaar, wat is gezond?

Door Michiel Bussink.

Er gaat iets mis met onze kinderen

Er gaat iets mis met onze kinderen. Lang niet bij alle, maar er zijn er steeds meer die te dik zijn of onhandelbaar vanwege overdoses cocktails van suikers met E-nummers en andere additieven. Dat is sneu en niet nodig. Hoe kinderen teweer te stellen tegen het enorme opdringerige aanbod van laagwaardig eten en drinken? Door in ieder geval als papa en mama fatsoenlijke maaltijden met ze te eten, met regelmaat, kwaliteit, discipline en plezier. Maar veel ouders schijnen dat steeds minder te doen. Ze blijven in gebreke, wat in extreme gevallen een vorm van kindermishandeling oplevert.