Verwachtingen marktwerking niet waargemaakt
ACHTERGROND - Bijna dertig jaar geleden heeft het kabinet Lubbers I de marktwerking in de openbare dienstverlening geïntroduceerd. Onderzoek naar privatisering, verzelfstandiging en marktprikkels in de ouderenzorg en het hoger onderwijs wijst uit dat de verwachtingen nog niet zijn waargemaakt, schrijft onderzoeker Anna de Zeeuw.
Bij de introductie van marktwerking leefden er bij politiek en dienstverleners hoge verwachtingen. Marktwerking zou ten goede komen aan een groter kostenbewustzijn, productinnovatie, en meer keuzevrijheid. En inderdaad, de ouderenzorg en het hoger onderwijs gingen ‘bedrijfsmatiger’ werken, al bleef de overheid, ondanks het proces van privatisering en verzelfstandiging, een stevig stempel op de sectoren drukken.
Fusies en protocollen
Wat uit mijn onderzoek naar percepties van marktwerking en kwaliteit in de periode 1982-2008 sterk naar voren komt, is dat de (landelijke) overheid de ouderenzorg en het hoger onderwijs vooral is gaan sturen via strakke protocollen en processen. Dat doet ze als opdrachtgever en financier vooraf en als kwaliteitsinspecteur achteraf. De overheid wil hoe dan ook controle houden op de dienstverlening en de kwaliteit ervan. Wat daarbij meespeelde was de publieke verontwaardiging over managers die vooral goed voor zichzelf (en hun salaris) zouden zorgen.
Een tweede opvallende ontwikkeling in de ouderenzorg en het hoger onderwijs is dat er door de marktwerking een proces op gang is gekomen van fusie en concentratie. Het aantal maatschappelijke dienstverleners nam af en als gevolg daarvan groeide de omvang van de instellingen fors. En deze dienstverlenende ‘molochs’ begonnen zich voornamelijk te richten op rendement en protocollen: in het hoger onderwijs hanteert men bijvoorbeeld de termen ‘studierendement’, ‘doorstroomsnelheid’ en bindende accreditatiekaders.