ANALYSE, OPINIE - Ophef op het ministerie van onderwijs: thuisonderwijs is in opmars, en dat is zorgelijk, zo vindt men op Onderwijs. Staatssecretaris Sander Dekker wil af van het thuisonderwijs, zo konden we hem vanochtend op Radio 1 horen. De wet moet aangepast worden, want, aldus Dekker: we hebben er geen enkel zicht op, en een kind moet gewoon naar school want dat is onmisbaar voor de sociale en emotionele ontwikkeling.
En dat is niet de eerste keer: ook vorig jaar was er al ophef over, toen Dekker er een brief naar de Kamer over stuurde.
De wet
Eerst maar eens de getallen: vorig schooljaar is voor 575 kinderen een ontheffing verleend van de schoolplicht. Dat is een toename van 100 ten opzichte van het jaar daarvoor. Hoewel het om kleine aantallen gaat, is er duidelijk een groeiende trend. Ruim tien jaar geleden ging het nog om slechts 94 kinderen.
In Nederland is leerplicht ongeveer synoniem met schoolplicht: het kind wordt geacht naar school te gaan. De ouders van deze kinderen doen beroep op de onderwijswet uit 1969, die stelt dat thuisonderwijs enkel en alleen mogelijk is als er geen school binnen redelijke afstand van het ouderlijk huis te vinden is die aansluit bij de levensovertuiging van de ouder(s). Een merkwaardige wet: of je kind nou systematisch doodgepest wordt op school, of als er geen passend onderwijs is dat aansluit bij het ontwikkelingsniveau van het kind, het mag allemaal niet baten – dat zijn geen redenen om je kind thuisonderwijs te geven. Uit een documentaire van 2011 kwam naar voren dat het soms erg moeilijk is om passend onderwijs te vinden voor bijvoorbeeld hoogbegaafde kinderen, maar thuisonderwijs mag dan niet. Ouders uit de documentaire zijn inmiddels naar Australië geëmigreerd omdat ze daar wel mogelijkheden tot thuisonderwijs hadden.