Kapitalistisch activisme in de jaren ’80
“When Duyvendak lied nobody died…”
Nu we toch bezig zijn de bezem door de jaren ’80 te halen, waarom dan ook niet eens de handel en wandel van de Smaakmakers op Rechts onder de loep nemen? Vorig jaar werd Frans van Anraat in hoger beroep veroordeeld voor oorlogsmisdaden, hij kreeg 17 jaar. Zoals u wel weet leverde deze Hollandse handelaar de Iraakse dictator Saddam Hussein de grondstoffen voor zijn gifgasaanvallen waarbij duizenden Koerden en Iraniërs omkwamen. Oorlogscorrespondent Arnold Karskens zei over hem: “Van Anraat is de grootste Nederlandse oorlogsmisdadiger ooit. Er wordt geschat dat hij 120.000 slachtoffers heeft gemaakt, doden en gewonden. Dat is veel meer dan Nederlandse SS’ers voor hun rekening hebben genomen”.
Maar wie hield Van Anraat in die roerige jaren ’80 steeds de hand boven het hoofd? De VVD-er Frits Bolkestein vervulde als staatssecretaris voor Buitenlandse Handel aan het ministerie van Economische Zaken (EZ) op z’n minst een dubieuze rol. Tot op heden is deze rol nooit terdege onderzocht. Toch zijn er legio aanwijzingen dat er door de opstelling van zijn ministerie er onnodig veel slachtoffers zijn gevallen. Wanneer wordt hiervoor verantwoording afgelegd?
De toenmalige Nederlandse ambassadeur in Irak, Meindert Schorer verstuurde al in 1982 gecodeerde berichten naar Den Haag dat hij aanwijzingen had dat Saddam gifgas inzette tegen Iraanse troepen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa) wilde daarom snel 21 stoffen die als basis voor gifgas konden dienen op een vergunningenlijst. EZ wilde echter de handelsbetrekkingen met het olierijke Irak op peil houden en de Saddam niet tegen de schenen schoppen. Er volgende een jarenlang getouwtrek tussen BuZa en EZ waarbij Bolkestein steeds tégen exportbeperkingen streed. Door het dwarsliggen van Bolkestein traden de exportbeperkingen pas in werking op 5 februari 1985.