Oosterburen EU verdienen meer aandacht
De Europese Unie moet zich actiever opstellen om instorting van de economieën aan haar oostgrens te voorkomen, dat stelt de pan-Europese denktank European Council on Foreign Relations (ECFR) in het vandaag verschenen rapport: The limits of enlargement-lite: European and Russian power in the troubled neighbourhood [.pdf]. Sinds hun onafhankelijkheid in 1991 staan Wit-Rusland, Oekraïne, Moldavië, Georgië, Armenië en Azerbeidjan er slechter voor dan ooit: ze zijn extra hard getroffen door de mondiale financiële crisis en corruptie is eerder regel dan uitzondering. De politieke situatie wordt gekenmerkt door autoritair bestuur danwel vastgelopen democratisering. Het moment dat samenlevingen vatbaar worden voor kwade volksmenners.
De huidige Europese houding die vertrouwt op het ‘magnetische’ effect dat de EU op haar oosterburen zou hebben en het ad hoc aangaan van partnerschappen is niet genoeg om deze regio vooruit te helpen. Daarentegen kan verdere economische én politieke destabilisatie van deze landen de EU schade berokkenen: golven economische gelukszoekers ongeluksvermijders, gewapende conflicten en het ontstaan van een ‘financiëel ravijn aan de oostgrens waar ook Europese bedrijven en banken in zullen verdwijnen’.
Rusland heeft in de afgelopen jaren succesvol haar invloed in de regio vergroot, terwijl de EU heeft zitten suffen of tegenstrijdige geluiden produceerde aldus de ECFR. Uit het rapport blijkt dat er wel degelijk grote belangen zijn tussen deze Oosteuropese landen en de EU, zo is de handel met de EU gróter dan met Rusland. De EU verdient aan al haar oosterburen (behalve energie-exporteur Azerbeidjan). Toch dansen staten als Oekraïne en Moldavië in toennemende mate naar de pijpen van het Kremlin? Om meer economische voorspoed en stabiliteit in de regio te brengen geeft de ECFR met een paar aanbevelingen: