Amerikaanse toestanden

Raakt Nederland besmet? De staat moet zich onthouden van bemoeienis met godsdienst, de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid, of vreedzame volksvergaderingen. Zo luidt ongeveer het First amendment van de Amerikaanse grondwet, traditioneel het voorbeeld voor alle tegenstanders van censuur. De bescherming van het vrije woord tegen ingrijpen van de overheid laat onverlet dat Amerikaanse burgers elkaar nog steeds kunnen aanspreken op uitingen die in strijd zijn met lokale zeden of het dominante geloof. In de afgelopen jaren hebben we met enige verbazing, juist vanwege dat beeld van vrijheidslievende Amerikanen, kennis kunnen nemen van incidenten op Amerikaanse universiteiten waar een ver doorgevoerd beleid van politiek correct handelen geleid heeft tot een drastische inperking van de vrijheid van meningsuiting. Linkse studenten op Amerikaanse universiteiten plegen censuur op ideeën, taal en sprekers die hun niet bevallen. Volgens critici ondermijnen zij hiermee de universiteit als debatplek bij uitstek. Het opmerkelijkste argument van de studenten om bepaalde sprekers, of ook onderdelen uit de historische of literaire canon, niet te willen horen, is dat die hen stress zou bezorgen, en zo lichamelijke klachten, waartegen zij zich dus ook fysiek mogen weren. Dat de studenten het vooral hebben begrepen op uitingen vanuit de rechtse, conservatieve hoek, en dan met name uitingen die strijdig zijn met respect voor hun verschillende identiteiten, roept een reactie op met grote risico's voor de traditionele Amerikaanse free speech. Want wat blijkt? President Trump heeft gehoor gegeven aan klachten uit zijn achterban over de toestand op de 'linkse' universiteiten. Hij dreigt academische instellingen nu te gaan korten op hun researchgelden als ze geen free speech voor hun studenten en personeel kunnen garanderen. Het presidentiële decreet  beroept zich op het First amendment maar is natuurlijk als zodanig juist volledig in strijd met de Amerikaanse grondwet die overheidsingrijpen moet voorkomen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022

Erger dan een misdrijf

Verbijsterend. De Rijksuniversiteit Groningen is door de Commissie Gelijke Behandeling berispt omdat, zo lees ik, ,,ze speciale leerstoelen had gecreëerd, waar vrouwen die al universitair hoofddocent waren naar konden solliciteren. Mannen kregen die gelegenheid niet.

Je kunt op je vingers natellen dat dit discriminatie is, dus de tik die de universiteit op de genoemde lichaamsdelen krijgt, is volkomen terecht. Een misdrijf is het ondertussen niet. Het is, om Fouché te citeren, pire qu’un crime, c’est une faute.

Er zijn, geloof ik, slechts twee mogelijkheden: of de Groningse bestuurderen wisten dat ze discrimineerden, of ze wisten het niet. Als ze het wisten, zijn ze onvoorstelbaar dom geweest dat ze het risico van een berisping namen. Als ze het niet wisten, kenden ze het roemruchte eerste artikel van onze Grondwet niet. Ook dat is onvoorstelbaar dom.

Domheid is geen misdrijf, maar erger. Het is de enige fout waarmee academici niet geassocieerd mogen raken. Ze worden immers betaald om intelligent te zijn.

Ondertussen bevat het geciteerde artikel nog een verbijsterende opmerking:

De vrouwelijke hoogleraren hoeven hun post niet op te geven.

Ik hoop dat de hooggeleerde dames zelf wijzer zijn. Aan hen kleeft vanaf nu de verdenking dat ze niet de besten zijn. Zolang ze hun leerstoel bekleden, zullen ze het verwijt krijgen dat ze hun eigen positie stellen boven de belangen van de wetenschap. Ze moeten de eer aan zichzelf houden, nu ze de geloofwaardigheid missen om hun werk nog naar behoren te verrichten.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.