Een interessante reeks artikelen bij de Internationale Herald Tribue: in “Obama at 100 Days: How Does He Compare?” vergelijken vijf auteurs de nieuwe president Barack Obama met vijf van zijn voorgangers, te weten Franklin D. Roosevelt, John F. Kennedy, Lyndon B. Johnson, Richard Nixon en Ronald Reagan.
Obama heeft het niet zo zwaar als Roosevelt destijds maar beide hebben veel in gemeen volgens Jean Edward Smith, Roosevelt-biograaf: beiden zijn in staat geweest het denken van Amerikanen over hun overheid te veranderen. Tot aan de Depressie van de jaren dertig werd overheidsbemoeienis veelal gewantrouwd en dit argwaan werd door Ronald Reagan gedurende de jaren tachtig nieuw leven ingeblazen. Niettemin lijkt Obama er nu in te slagen de kritiek dat hij Amerika tot het socialisme bekeerd (Roosevelt ondervond soortgelijke beschuldigingen) van zich af te slaan.
Ook met Reagan is Obama echter vergelijkbaar, schrijft Louis Cannon. Beiden hebben groots retorisch talent; beiden worden als ideologen gezien; tegenpolen zelfs. In werkelijkheid was Reagan veel pragmatischer dan tegenwoordig vaak wordt aangenomen. Zo weerstond hij druk vanuit zijn eigen partij om de sociale zekerheid verder af te bouwen. Reagan begreep dat Amerikanen overwegend conservatief zijn en liefst zo weinig mogelijk verandering zien. Obama lijkt tot dusver ook niet zo een grote veranderaar: liever bouwt hij voort op bestaande structuren en regelgeving. Met Reagan deelt de nieuwe president echter ook een minder aantrekkelijke eigenschap: beiden hebben de staatsschuld aanzienlijk laten oplopen.