Recensie: Maltus
Martin Maltus is een nazaat van de grote Thomas Malthus. Hij is bioloog, en opgegroeid tussen de boerderijdieren. In een Nederland waar dieren steeds meer rechten, emoties en belang wordt toegeschreven, staat hij steeds meer alleen. Zijn dierproeven voert hij dan ook in het geheim uit. Maltus? opvattingen en experimenten overschaduwen ook steeds meer zijn relatie met een studente.
Maltus is het derde boek van Hans den Hartog Jager. Hij is zelf geen bioloog, en daarom staat er af en toe een misser in het boek. Een bioloog die geïnteresseerd is in de gevolgen van overbevolking op mensen, zou geen oerang oetangs als proefdier gebruiken, omdat dat solitair levende dieren zijn. Op één punt heeft de schrijver echter groot gelijk: dierenwelzijn is een steeds belangrijker thema geworden, maar hoe we daar als soort en als samenleving mee om moeten gaan is onduidelijk.
De hysterie rond de dominomus komt aan bod, net als de Partij voor de Dieren. Als er in het boek wolven gesignaleerd worden in Nederland, zijn de vaderlandse dierenvrienden vervuld van vreugde. Totdat er eentje hondsdol blijkt te zijn.
Vergeleken met de vorige twee boeken moet Maltus het minder hebben van de mooie schrijfstijl, en meer van de bespiegelingen over de problematiek van de dierenrechten. Het boek is daarom vooral interessant voor degenen die zich daar mee bezig houden.