Niet lui maar immoreel: hoe politici de ambtenarij framen

door Jessy Hendriks, Koen Damhuis, Sjors Overman, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees Kritiek van politici op de ambtenarij is van alle tijden. Maar de inhoud van die kritiek is aan verandering onderhevig. Publieke dienstverleners worden niet zozeer meer neergezet als lui, ministeries als inefficiënt en de overheid als traag. Vandaag de dag bekritiseren volksvertegenwoordigers ambtenaren vooral om hun morele opvattingen, hun (on)partijdigheid en hun (on)betrouwbaarheid. Dat is een significante omslag met mogelijk grote gevolgen voor de loyaliteit van ambtenaren, de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever en uiteindelijk het functioneren van de publieke sector. Bijna een halve eeuw geleden bedachten Amerikaanse onderzoekers de term “bureaucracy bashing” om kritiek op de ambtenarij te beschrijven. De wetenschappelijke aandacht voor dit fenomeen groeide in de jaren tachtig, toen prominente politici als Thatcher en Reagan zich geregeld negatief uitlieten over de publieke sector en ambtenaren. Zij schilderden hen af als inefficiënt, lui en overbodig. Sinds die tijd lijkt kritiek op de overheid en haar medewerkers echter te verschuiven. Termen als luiheid en inefficiëntie staan niet langer centraal. In plaats daarvan wordt publieke dienstverleners (ideologische) vooringenomenheid of onbetrouwbaarheid verweten. Zo hebben politici het over ‘linkse leraren’, een ‘discriminerende belastingdienst’ of een ‘vooringenomen OM’. Wij hebben als een van de eersten systematisch onderzoek gedaan naar de wijze waarop politici over de ambtenarij spreken, zowel in negatieve zin als in positieve zin. Om deze beeldvorming door politici in kaart te brengen, analyseerden we meer dan 70.000 tweets die 33 Nederlandse fractievoorzitters en partijleiders verstuurden in de periode 2017-2022. Daarbij gebruiken we het concept ‘bureaucratic framing’, waarbij bepaalde aspecten van een waargenomen realiteit worden belicht en benadrukt om zo een positief (‘praising’) of negatief beeld (‘bashing’) te schetsen van de ambtenarij.[1] Ook keken we op welk niveau van de overheid deze frames betrekking hebben: macro (overheid als geheel), meso (publieke organisaties en groepen ambtenaren) of micro (individuele ambtenaren). Ten slotte keken we naar de aard van de kritiek en complimenten. Geïnspireerd door het werk van Daniel Carpenter [2] onderscheidden we daarbij vier dimensies: 1. prestatie (doet men het werk effectief?); 2. moraliteit (doet men ethisch gezien het juiste?); 3. technisch (heeft men de benodigde kwaliteiten en expertise?); en 4. juridisch-procedureel (worden algemeen geaccepteerde procedures gevolgd?). Die benadering levert een aantal vernieuwende inzichten op. Het bredere plaatje: publieke organisaties en negatieve framing Allereerst blijkt dat van de drie niveaus die we onderscheidden, publieke organisaties overduidelijk de meeste aandacht krijgen van Nederlandse politici: 80 procent van alle 5.177 tweets waarin de overheid, publieke organisaties of publieke dienstverleners werden genoemd gaan over dit mesoniveau. Verder observeerden we veel meer framing in negatieve zin dan in positieve zin. Wat dat laatste betreft: vooral zorgorganisaties en hun ‘zorghelden’ zijn (met name gedurende de coronaperiode) positief neergezet. Hetzelfde geldt voor het ministerie van Defensie, waarvan politici het personeel waarderen wegens hun bereidheid om de vrijheid van de bevolking te beschermen met gevaar voor eigen leven. Organisaties als het RIVM, daarentegen, werden frequent negatief belicht, bijvoorbeeld door een gebrek aan transparantie te benadrukken. Figuur 1. Percentage negatieve, neutrale en positieve berichten van Nederlandse politici over de ambtenarij per niveau (N macro = 608, N meso = 4158, N micro = 411). Daar waar op macroniveau (de overheid in het algemeen) slechts 4,4% van de tweets positief zijn, stijgt dit percentage – zoals Figuur 1 laat zien – tot bijna 20% wanneer het gaat om individuele ambtenaren die worden geprezen voor hun werk. Met andere woorden: hoe specifieker het onderdeel van de ambtenarij, hoe positiever de framing is.  Dit laat onverlet dat we ook geregeld negatieve framing van individuele publieke dienstverleners observeerden, waarbij in sommige gevallen direct op de persoon werd gespeeld. Zo noemde Thierry Baudet Ernst Kuipers en Marion Koopmans ten tijde van de coronapandemie respectievelijk ‘Voldemort’ en ‘Eukalypta’. Inzoomend: niet prestaties, maar moraliteit centraal Interessant genoeg zijn we in alle tweets die we onderzochten, geen enkele uitspraak tegengekomen waarin ambtenaren werden beschuldigd van luiheid; al spreken politici in een aantal gevallen wel over de traagheid waarmee publieke actoren resultaat boeken. Ook de technische en juridisch-procedurele dimensies komen relatief weinig voor. Met andere woorden, zoals Figuur 2 laat zien: in de framing van publieke dienstverleners in Nederland gaat het slechts zelden om hun (on)bekwaamheid of het (niet) naleven van regels en procedures. Ook prestaties worden relatief weinig negatief benoemd. Positieve uitspraken draaien daarentegen wel vaker om prestaties, met name wanneer ambtenaren worden geprezen voor hun harde werk. Figuur 2. Vier dimensies waarlangs Nederlandse politici de ambtenarij negatief en positief framen (N negatief = 1193, N positief = 700). Het meest opvallend is dat uitspraken over moraliteit duidelijk domineren: meer dan de helft (52,3%, N=1893) van alle positieve en negatieve frames gaat over het morele kompas van de ambtenarij. Zoals Figuur 2 laat zien betreft dit zelfs 62,2% van alle negatieve tweets. Binnen die negatieve morele framing ligt de focus voornamelijk op onbetrouwbaarheid. Zo verweet Esther Ouwehand de overheid ‘willens en wetens’ het Programma Aanpas Stikstof (PAS) als truc te gebruiken om schaalvergroting toe te staan met alle gevolgen van dien. Positieve morele berichten gaan met name over de motivatie van ambtenaren, waarbij vooral het beeld van de onzelfzuchtige ambtenaar naar voren komt. Conclusie Op basis van ons onderzoek concluderen we dat het traditionele beeld van de luie ambtenaar plaatsmaakt voor een focus op het morele kompas van publieke dienstverleners. Dat is een groot verschil ten opzichte van onze eigen verwachtingen en van bestaande stereotyperingen over ambtenaren.  Deze bevindingen roepen vele vervolgvragen op over de omstandigheden waaronder deze frames tot stand komen en over de gevolgen ervan. Is dit bijvoorbeeld een gevolg van toenemend populisme, waarin graag gebruikgemaakt wordt van heuristieken ten koste van echte deskundigheid? Eerder onderzoek suggereert bovendien dat negatieve framing van de ambtenarij het welzijn van ambtenaren, de aantrekkelijkheid van werken in de publieke sector en de publieke opinie over de overheid negatief beïnvloedt. De relatie tussen ambtenaren en politici is tenslotte grotendeels gebouwd op loyaliteit naar het politieke primaat. Het ondermijnen van deze relatie kan negatieve gevolgen hebben voor die loyaliteit. Dit onderzoek kan daarom als startpunt dienen voor verdere verkenningen van het fenomeen ‘bureaucratic framing’, de voorspellers en de gevolgen. Noten: [1] gevolgd door tekst Caillier, James G. 2020. “Bureaucratic Bashing and Praising: What Effect Does It Have on the Performance Citizens Assign Agencies?” Public Organization Review 20(4): 685–701. https://doi.org/10.1007/s11115-020-00464-7.; Entman, Robert M. 1993. “Framing: Toward Clarification of a Fractured Paradigm.” Journal of Communication 43(4): 51–58. https://doi.org/10.1111/j.1460-2466.1993.tb01304.x.; Goffman, Erving. 1986. Frame Analysis, 2nd ed. York: The Maple Press. [2] Carpenter, Daniel P. 2010. Reputation and Power. Princeton: Princeton University Press. Over de auteurs: Jessy Hendriks is docent-promovenda bij het Departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) van de Universiteit Utrecht. Daar doet zij onderzoek naar het strategisch taalgebruik van politici over de ambtenarij. Koen Damhuis is universitair docent bij het Departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) van de Universiteit Utrecht. Zijn onderzoeksinteresses omvatten politieke communicatie, representatie, polarisatie en de steun voor radicaal rechtse partijen. Sjors Overman is universitair docent bij de Universiteit Utrecht, departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap. Hij doet onderzoek naar goed bestuur, verantwoording en reputatie. Overman leidt een groot onderzoeksproject naar verantwoordingsbesef en emoties in de publieke sector.

Door: Foto: Monument for the unknown bureaucrat - Duncan Stephen Luc Coekaerts (cc)
Foto: Antony *** (cc)

Wat te doen als iedereen boos op je is?

RECENSIE - Afgezien van het feit dat we een regering hebben die bezig is om ons, net als alle geesteswetenschappers, het werk zo goed als onmogelijk te maken, zijn het gouden tijden voor de taalwetenschap. In de politiek telt de daad niet meer, het woord regeert: de grootste partij van Nederland kent geen concrete wapenfeiten, enkel grote woorden over anderen.

Hoe word je zo populair met niets anders dan beledigingen, halve waarheden en onzin? Ook dit fenomeen valt natuurlijk binnen het domein van de taalwetenschap.

Drie Leidse taalkundigen publiceerden deze week een boek over de kracht van taal in het openbare leven, met een bijzondere invalshoek: de verdedigingsstrategieën van politici en andere publieke figuren na controversiële uitspraken. Van ‘Dat heb ik nooit gezegd’, via ‘Het is uit de context gehaald’ en ‘Ik was dronken’ tot ‘Moet je horen wie het zegt!’

Prioriteiten

Het boek imponeert alleen al door de overvloed aan voorbeelden. Het telt 320 pagina’s, waarin de voorbeelden over elkaar heen buitelen: van Akwasi, die op de Dam riep dat hij ‘een Zwarte Piet hoogstpersoonlijk op zijn gezicht zou slaan’ en later verklaarde dat dit geen oproep tot geweld kon zijn omdat Zwarte Piet niet bestaat, tot PVV-Kamerlid Raymond de Roon, die over Recep Erdoǧan zei: ‘Nu komt de islamitische aap uit de mouw’ en vervolgens stelde dat hij slechts een bestaande uitdrukking gebruikte.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

VN’s zesde Integriteits Index: de VVD heeft weer de meeste én de grootste schandalen

NIEUWS - Sinds 2013 houdt Vrij Nederland de integriteit van Neerlands politici in de smiezen. We citeren VN:

De VVD staat sinds de start van de Politieke Integriteits Index in 2013 elk jaar bovenaan. Gemeten over de volle lengte van onze database (vanaf 1980) neemt de VVD met 118 van de 505 politici in opspraak eveneens de eerste plaats in. De partij heeft ook verreweg de meeste leden met een strafblad.

Foto: Rijksoverheid, foto Martijn Beekman

Hoe politici kiezers overtuigen op ze te stemmen

ONDERZOEK - door Maaike Homan

Volgens psychologisch onderzoek zijn mensen uiterst vatbaar voor de emoties van anderen. Emotionele uitdrukkingen geven immers informatie over hoe de persoon zich voelt, en wat zijn intenties zijn. Daarnaast kunnen de emoties die we waarnemen bij anderen ook besmettelijk zijn, ze roepen soortgelijke emoties bij ons op.

Psychologen zeggen dat de emoties van anderen onze meningen en beslissingen beïnvloeden. De vraag hier is of deze psychologische processen ook werken in de politiek. Met andere woorden, zijn we vatbaar voor de, al dan niet gespeelde, emoties van politici.

Lachwekkend

Uit onderzoek blijkt dat onze reactie op de emoties van bekende politici sterk afhangt van onze politieke voorkeur. In verschillende experimenten heb ik de activiteit in de gezichtspieren en hersenen gemeten, terwijl proefpersonen emoties van politici waarnemen.

Zodra we iemand zien lachen, gaan we zelf ook lachen

De belangrijkste bevindingen op een rij, bieden ons de volgende inzichten.

Ten eerste roept alleen al het zien van een bekende politicus, los van onze politieke sympathieën, sterke maar onbewuste emotionele reacties op. Daar hoeft deze niets voor te doen.

Ten tweede blijkt onze politieke lens te bepalen hoé we op de emoties van bekende politici reageren. Normaal gesproken zijn de emoties van anderen besmettelijk. Zodra we iemand zien lachen, gaan we zelf ook lachen. Ook de proefpersonen in mijn onderzoek spiegelden de emoties van andere individuen. Bij het zien van bekende politici gebeurde er echter iets anders.

Foto: 2Tales (cc)

Politiek als showworstelen

Een gastbijdrage van Hartger Wassink.

In mijn studententijd, begin jaren ’90, keek ik wel eens Amerikaans showworstelen. Het sloeg nergens op, maar ja, er was nog geen internet en ’s nachts was er niks anders op tv. Ik vond de serieusheid waarmee de worstelaars hun speel speelden heel interessant. Iedereen wist dat het allemaal nep was, maar niemand doorbrak de code. Een soort Sinterklaas voor volwassenen. Het leek allemaal vrij onschuldig en op misbruik van anabole steroïden na is er volgens mij nooit iets onoirbaars gebeurd.

Ik moet daar regelmatig aan terugdenken. Want ergens in de afgelopen 20-30 jaar is de Nederlandse politiek een soort showworstelen geworden, alleen zijn de consequenties een stuk serieuzer. Ik zal proberen uit te leggen wat me dwars zit.

Politiek draait om debat en debat kan (net als showworstelen) al interessant genoeg op zich zijn om naar te kijken, los van wat je persoonlijke voorkeur voor de inhoudelijke uitkomst van het politieke debat is. Bovendien: het gegeven dat politiek (anders dan showworstelen) wel degelijk serieuze consequenties heeft in de echte wereld, draagt bij aan de spanning die van het spektakel uitgaat.

Het is niet alleen omdat politiek in de belangstelling staat, dat dit spektakel interessant is. Spektakel op zich trekt al belangstellenden aan. Zoals een brandje, een ongeluk of een vechtpartij. Het dus ook andersom: maak van politiek spektakel, en je trekt politieke aandacht. Pim Fortuyn was de eerste die doorhad dat spektakel loont. Het verhaal van zijn tegenstrever Ad Melkert is bekend: die richtte zich liever, zonder spektakel, op de inhoud.
Maar hij onderschatte faliekant de aantrekkingskracht van de underdog in een op handen zijnde vechtpartij. En die aantrekkingskracht van de underdog is erg groot: het is verdienmodel van het Amerikaanse showworstelen.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Britse politici te koop

Om te “bemiddelen”. Eentje voor in het rijtje van gras is groen, en sneeuw is wit zolang je er niet overheen hebt gepist.

Foto: Stadtkatze (cc)

In gisteren ligt de kracht voor morgen

COLUMN - van Henk Witte.

Tal van politieke analytici hebben zich al bezig gehouden met de vraag waarom linkse politiek zich zo nadrukkelijk in de verdomhoek bevindt. En alle linkse politici en kiezers die zo nadrukkelijk op een medicijn tegen de rechtse pandemie zitten te wachten verloren zichzelf in een woud van verklaringen. Het resultaat: tot dusverre is niet echt een antwoord gevonden. Dit terwijl het antwoord, de reactie nogal voor de hand ligt. Die ligt namelijk simpelweg in het verleden. Naast de economische vooruitgang door de industrialisering die ons veel welvaart heeft gebracht was er de enorme sociale vooruitgang . Een sociale vooruitgang die we vooral te danken hebben aan de vooruitstrevendheid van de progressieve denkers en krachten.

Het behoeft geen betoog: rechtse mensen hebben in het algemeen een wat kleinere sociale antenne. Het zijn de mensen die we vooral vinden in de private sector van onze samenleving. Linkse mensen daarentegen kennen in het algemeen fijner afgestelde voelsprieten als het om sociale aspecten gaat. We zien deze groep dan ook vooral vertegenwoordigd in de zorg, in het onderwijs en bij allerlei sociale projecten. Ze staan doorgaans ook vooraan als het gaat om protesten tegen onrechtvaardige omstandigheden.

Foto: Tatiana Bulyonkova (cc)

Slamppampers

COLUMN - Wat we als burgers nog kunnen doen om de klimaatcrisis te dempen, is futiel geworden, schreef ik vorige week. Da’s niet helemaal waar: we kunnen stoppen met vliegen, met dumpkleding kopen, met elke dag vlees eten. We kunnen een boom planten, geen fruit of groente kopen die een half continent moest reizen om hier in een winkel te belanden, kiezen voor openbaar vervoer en fietsen, langer met onze spullen doen, en minder energie verspillen. We kunnen de volgende keer anders stemmen, in de tussentijd onze zorgen publiekelijk uitspreken, milieuorganisaties vaker steunen, en eisen dat politici maatregelen nemen die er werkelijk toe doen.

Helaas lijken politici tegenwoordig kortzichtiger te zijn dan ooit tevoren. Dit is geen tijd waarin iemand van enig politiek gewicht het in zijn hoofd zou halen een plan als de Deltawerken te opperen, terwijl dat toch de schaal is waarop we zullen moeten denken. Maar premier Mark Rutte nodigt liever vijf gele hesjes in het Torentje uit dan dat hij een brede discussie entameert over hoe we als land onze energieconsumptie kunnen beteugelen, schuift het bedrijfsleven liever 2 miljard per jaar aan dividendbelasting toe dan dat hij werk maakt van een CO2-belasting, en luistert aandachtiger naar multinationals dan naar burgers – of hij schoffeert met kabinet en al de rechter, die de staat ook in hoger beroep naleving van het klimaatakkoord oplegde.

PVV kennistest

NIEUWS - De Volkskrant wist een vragenlijst te bemachtigen waarmee de PVV potentiële kandidaten test. Je kunt nu die test zelf doen.

Jammer dat de krant niet de uitslagenlijsten heeft weten te hacken.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Photos et Voyages (cc)

Voor de leider geldt: elke centimeter telt!

ANALYSE - Een recente studie van Melvyn Hamstra laat zien dat de lengte van een leider positief correleert met hoe charismatisch hij – het geldt niet voor een zij – gevonden wordt. Dit suggereert dat lange politici succesvoller zijn. Young and French vinden inderdaad dat de vier beste presidenten van de VS (bepaald via een survey) maar liefst tien centimeter langer zijn dan de vijf slechtste presidenten. Wikipedia wijdt een pagina aan een vergelijking tussen presidentskandidaten en hun lengtes. Sinds 1900 heeft in 19 gevallen de langste kandidaat gewonnen, in twee gevallen waren ze even lang en in slechts acht gevallen won de kleinste kandidaat. Een studie in Polen laat zien dat kiezers verliezers van verkiezingen groter inschatten voor de verkiezing en winnaars van verkiezingen groter inschatten na de verkiezing.

Lengte doet er dus toe. Geen wonder dus dat op deze foto Sarkozy met z’n 1 meter 65 de hulp van een hak en een hups inroept om bij Obama (1.85m) in de buurt te komen.

Maar hoe doen de Nederlandse politici het? Hoe lang zijn ze? Met dank aan ome Google en vooral veel navraagwerk kom je een eind. Maar in sommige gevallen blijft het gissen; de ‘miezerige’ Pechtold is naar schatting 1.84m. Ik dacht dat hij veel kleiner was (dankzij Wilders?). Het figuur hieronder laat op de y-as de schattingen van de lengtes van de politici zien (laat een bericht achter als de schatting verkeerd is). Wilders is dus het langste (1.95m). Sowieso zijn de heren politici (1.84m) langer dan de gemiddelde Nederlander (1.81m). Ik heb geen recente meting van charisma gevonden, in plaats daarvan gebruik ik het rapportcijfer dat mensen aan politici hebben gegeven in een onderzoek van TNS-Nipo. Ik heb ook naar andere datasets en factoren gekeken (leiderschap, bekwaamheid en sympathie uit de UvA/VK dataset van Philip van Praag over de verkiezingen van 2012, sympathie uit de LISS data). Het beeld is min of meer hetzelfde als in figuur 1.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Volgende