Peilingennieuws geeft weinig informatie over onderzoeksaanpak. Hoe kan dat beter?

van Tom Louwerse en Rozemarijn van Dijk, eerder gepubliceerd op Stuk Rood Vlees. Peilingen worden veelvuldig gebruikt in de media tijdens verkiezingscampagnes. Hoeveel is partij X gestegen in de peilingen? Welke partij is groter, partij A of partij B? In een recent gepubliceerd artikel [gratis te lezen versie] onderzochten wij hoe die peilingen werden gerapporteerd: is er aandacht voor cruciale informatie over de onderzoekaanpak en, misschien nog wel belangrijker, worden verschuivingen en verschillen in de peilingen correct geïnterpreteerd? We hebben hierbij ook onderzocht of het uitmaakt of peilingbureaus in hun rapportages methodologische informatie vermelden: zorgt meer informatie in de rapportage van het onderzoeksbureau voor een beter nieuwsartikel? De kwaliteit van de rapportage Voor ons onderzoek, hebben we alle nieuwsartikelen in de vijf weken voor de verkiezingen van 2010, 2012 en 2017 verzameld waarin het woord ‘peiling’ en de naam van een onderzoeksbureau voorkwam.[1] Deze artikelen kwamen uit alle landelijke dagbladen en de online nieuwswebsites van NOS en RTL Nieuws. De kwaliteit van de krantenartikelen over peilingen kun je op verschillende manieren beoordelen. Wij hebben naar drie dingen gekeken: Het aantal aspecten van de onderzoeksaanpak dat werd genoemd, bijvoorbeeld hoeveel mensen werden ondervraagd, wanneer en hoe werden de gegevens verzameld; Het vermelden van de foutmarge van de peiling; De correcte interpretatie van verschuivingen en verschillen in een peiling. De WAPOR (World Association for Public Opinion Research) hanteert een lijst van 16 verschillende ‘essentiële feiten’ die bekend moeten zijn over een peiling waarover nieuws verschijnt. Hoewel je niet mag verwachten dat al die zaken ook in het nieuwsbericht vermeld worden (bijvoorbeeld: het opnemen van een volledige vragenlijst in een nieuwsbericht), kunnen we dit als een groslijst gebruiken. In de praktijk zien we dat 8 van de WAPOR-items in verschillende mate worden genoemd in nieuwsberichten: de populatie (bijvoorbeeld: alle kiezers), steekproefmethode, non-respons, de grootte van de sample, de data van het veldwerk, de dataverzamelingsmethode, de foutmarge en of de resultaten gewogen zijn (zie tabel 1). Tabel 1. WAPOR-criteria in krantenartikelen en peilingrapportages (%) Krantenartikelen Peilingrapportages 2010 2012 2017 2010 2012 2017 Populatie 0,0 2,4 2,7 14,3 22,0 25,9 Steekproefmethode 2,9 2,4 2,7 0,0 39,0 25,9 Non-respons 0,0 1,6 0,0 0,0 12,2 24,1 Steekproefomvang 14,7 14,5 0,0 23,8 36,6 41,4 Wegingsprocedure 0,0 0,0 0,0 23,8 26,8 25,9 Veldwerkperiode 0,0 4,8 2,7 23,8 36,6 36,2 Dataverzamelingsmethode 8,8 21,8 45,9 23,8 26,8 32,8 Foutmarge 5,9 28,2 64,9 9,5 39,0 67,2   Tabel 1 gaat alleen over nieuwsberichten die (vrijwel) geheel over een peiling gaan. Uit tabel 1 valt af te lezen dat in krantenartikelen doorgaans de steekproefomvang, de non-respons of veldwerkdata niet worden vermeld.[2] De dataverzamelingsmethode en foutmarge worden sinds 2010 steeds vaker in nieuwsberichten vermeld. Een groot deel van deze toename is toe te schrijven aan de berichten over de Peilingwijzer, die andere peilingen samenvoegt en daarbij consequent de score van partijen rapporteert met een onzekerheidsmarge. Peilers vermelden in hun rapportages steeds meer informatie over hun onderzoek, maar er zijn verschillen tussen bureaus. In 2017 zagen we dat met name I&O Research, Kantar en EenVandaag/GfK relatief veel informatie vermeldden over hun onderzoeksaanpak in hun eigen rapportages/nieuwsberichten.[3] We hebben getest of er een verband is tussen de hoeveelheid methodologische criteria die de peilbureaus rapporteren en de hoeveelheid criteria die door journalisten zijn vermeld. We vonden dat er geen verband was tussen de hoeveelheid methodologische informatie die peilbureaus verschaffen en de hoeveelheid informatie die journalisten rapporteerden. Het vermelden van de foutmarge verdient speciale aandacht. De foutmarge is immers erg belangrijk om een peiling correct te interpreteren: kleine verschuivingen in een peiling vallen binnen de foutmarge en kunnen dus het gevolg zijn van toevalligheden in de steekproeftrekking. Niet alleen zien we dat die foutmarge vaker wordt gerapporteerd in nieuwsberichten. We zien ook dat, als de foutmarge wordt vermeld door de peiler, de kans groter is dat dit ook in het nieuwsbericht terug te vinden is. Peilers vermelden de foutmarge op verschillende manieren. De meest gangbare manier is om ergens in het rapport te vermelden dat er een foutmarge is van bijvoorbeeld +/- 2,5%. Een andere manier, die wordt toegepast door de Peilingwijzer, is om de gepeilde zetelaantallen te presenteren als een interval. Een partij staat dan niet op 23 zetels in de peilingen, maar op 21-25 zetels. Deze laatste manier van rapporteren heeft een significant positief effect op de kans dat ook journalisten de foutmarge vermelden. Interpretatie van peilingen De hamvraag is: wordt door de vermelding van de foutmarge de interpretatie van peilingen ook beter? Dit hebben we onderzocht door te kijken naar de interpretatie van vergelijkingen tussen partijen in eenzelfde peiling (de zogenaamde synchrone vergelijking) en de interpretatie van de verschillen van de groei of daling van één partij tussen verschillende peilingen (de diachrone vergelijking). We zagen een sterk verband tussen het rapporteren van de foutmarge als interval en het correct interpreteren van de verschillen tussen partijen. Dit verband was niet aanwezig als ergens in het rapport was vermeld dat er een foutmarge bestaat. Het vermelden van een betrouwbaarheidsinterval zorgt er dus voor dat de kwaliteit van de rapportering van peilingen wordt vergroot. Voor stijging of daling van een partij tussen twee peilingen zien we echter geen effect van het vermelden van de foutmarge door de peiler. Hoe nu verder? Ons onderzoek suggereert dat het uitmaakt of peilers methodologische informatie vermelden in hun rapporten: het vermelden van de foutmarge als interval zorgt er niet alleen voor dat er meer kans is dat deze marge ook in het nieuwsartikel terecht komt; we kunnen het ook linken aan een betere interpretatie van verschillen tussen partijen in een peiling. Is ons advies nu om dan maar zoveel mogelijk methodologische informatie in peilingennieuws te proppen? Nee, daar wordt het bericht waarschijnlijk niet begrijpelijker en beter van. Maar het rapporteren van basale informatie, zoals wanneer een peiling werd gehouden, onder welke groep (hoeveel respondenten en hoe werden die geselecteerd), met welke foutmarge rekening kan worden gehouden en (online) een link naar de uitgebreide rapportage van de peiler, is niet teveel gevraagd. In sommige landen is dit zelfs wettelijk verplicht. Het zorgt ervoor dat duidelijk is hoe het onderzoek is uitgevoerd en dat helpt schrijvers en lezers van het nieuwsbericht bij het correct interpreteren van de resultaten. Dit advies geldt overigens niet alleen voor zetelpeilingen van de bekende bureaus, maar juist ook voor allerlei andere peilingen, waarbij nog veel vaker onduidelijk is wie er nu precies zijn ondervraagd en welke conclusies je daaraan kunt verbinden. Als onderzoeksbureaus willen bevorderen dat nieuwsmedia de onzekerheidsmarges rapporteren, dan kan het gebruik van een interval in de rapportage nuttig zijn. Dus: rapporteer de score van een partij als ‘10 tot 14 zetels’ in plaats van ‘12’ (als de foutmarge 2 zetels is). We zien in ons onderzoek dat dit interval dan vaak wordt overgenomen in nieuwsberichten. Een rapportage van zo’n interval benadrukt dat kleine verschillen tussen partijen niet betekenisvol zijn. Het plaatst de verschillen in perspectief en relativeert de precisie van peilingen. Nu kan het zo zijn dat het door ons gevonden verband tussen rapportages van bureaus en nieuwsberichten wordt gedreven door een selectie-effect. Journalisten die zelf meer waarde hechten aan een zorgvuldige rapportage van peilingen, kiezen er wellicht voor om te rapporteren over peilingen van een bureau dat meer methodologische informatie verstrekt. Als dat zo is, blijft het rapporteren van methodologische informatie door peilers belangrijk, maar moet allicht meer moeite worden gedaan om journalisten die nog niet zo zorgvuldig over peilingen berichten ervan te overtuigen om dat beter te doen. We moedigen daarom journalisten en peilers van harte aan om (nog) meer samen te werken ten behoeve van een correcte rapportage van peilingen. [1] Er zaten hierdoor ook artikelen bij over bijvoorbeeld buitenlandse peilingen of artikelen over peilingen in het algemeen. Voor de analyse hebben we ons alleen gericht op artikelen die expliciet gaan over een specifieke peiling of als er een peiling wordt gebruikt in het artikel om aan te geven op hoeveel zetels een (enkele) partij in de peiling heeft. [2] Tabel 1 bevat ook nieuwsberichten en rapportages over de Peilingwijzer, een gemiddelde van peilingen, waarvoor sommige criteria zoals veldwerkperiode en steekproefomvang niet (op dezelfde wijze) van toepassing zijn. [3] We keken naar de beschikbaarheid van methodologische informatie in de rapportage/persbericht zelf, niet of eventuele informatie elders (op de website van het onderzoeksbureau) gevonden kon worden. Daarom scoorde ook bijvoorbeeld de Peilingwijzer relatief laag op dit criterium.

Foto: Nikk (cc)

De peilingpeiler: Waar zitten de peilingen er naast?

We weten niet hoe het u vergaat, maar wij laten de peilingen liever rechts liggen, maar dat lukt natuurlijk niet dus volgen we de peilingen op de voet, als een kind dat achter de bank wil duiken omdat de film te eng is maar toch door haar vingers naar het scherm gluurt, en na de film onder haar bed kijkt of er geen monster onder ligt en met opengesperde ogen naar het plafond staart en als we dan uiteindelijk van vermoeidheid in een diepe slaap vallen dan schrikken we nogal eens zwetend en gillend wakker. De peilingen zitten er ook weleens naast, fluisteren we dan als een mantra tegen onszelf, de peilingen zitten er ook weleens naast, de peilingen zitten er ook weleens naast, de peilingen zitten er ook weleens naast…

Ter vermaak, afleiding ende zelfkastijding, vragen we onze lezers: waar denkt u dat de peilingen het mis hebben? Wat worden de verrassingen en teleurstellingen van 2021?


De Peilingwijzer van Tom Louwerse combineert de peilingen voor de Tweede Kamer van I&O Research, Ipsos/EenVandaag en Kantar.- overgenomen met toestemming.

Hillary Clinton zakt opvallend in peilingen

In landelijke peilingen trekken Hillary Clinton en Donald Trump steeds meer naar elkaar toe. Het gaat hier om de zogenaamde ‘popular vote’, de hoofdelijke stem. Tussen de twee zit nog maar een paar procentpunten verschil in peilingen onder geregistreerde kiezers.

Volgens sommige peilingen (nl. onder mensen die vermoedelijk daadwerkelijk naar de stembus zullen trekken) staat Trump op dit moment zelfs een paar procentpunten op voorsprong. De harde kern onder zijn aanhang is ook enthousiaster over ‘hun’ kandidaat.

Foto: Prachatai (cc)

Corona en radicaal-rechts populisme: einde van een tijdperk?

ANALYSE - Het lijkt het erop dat verschillende radicaal-rechtse partijen in Europa in diverse peilingen flink zijn gezakt door de coronacrisis. In een eerder op Stuk Rood Vlees verschenen artikel zocht Matthijs Rooduijn het nader uit.

Betekent de coronacrisis het begin van het einde van het radicaal-rechtse populisme in Europa? Deze zomer hebben flink wat mensen zich over deze vraag gebogen. Maar helaas zijn de meeste analyses die ik de afgelopen maanden de revue heb zien passeren vooral gebaseerd op slechts enkele cases. Dat is problematisch, want een analyse van alleen Forum voor de Democratie (FVD) of de Alternative für Deutschland (AfD) leert ons niet zoveel over de algemene toestand van radicaal rechts in Europa.

Om een beter overzicht te krijgen heb ik van alle landen in Europa de peilingen van de afgelopen zes maanden onder de loep genomen aan de hand van de Poll of Polls van de krant Politico.

Deze Poll of Polls combineert per land verschillende opiniepeilingen. Hierdoor kan een betrouwbaardere schatting gemaakt worden van de electorale steun voor partijen. Deze gegevens heb ik gecombineerd met de PopuList, een overzicht van welke partijen in Europa als populistisch en radicaal rechts kunnen worden geclassificeerd.

Zijn Europese radicaal-rechtse partijen massaal in een neerwaartse electorale spiraal terechtgekomen? In de figuur hieronder heb ik van de 31 radicaal-rechtse partijen waar ik voldoende gegevens over heb kunnen vinden weergegeven hoe ze er in de peilingen voorstonden op 3 momenten: vlak voor de crisis uitbrak (1 maart), vlak na de heftigste fase van de crisis (1 juni), en nu (of althans, op het moment van de meest recente peiling). Dit geeft een mooi overzicht van de ontwikkelingen in het afgelopen half jaar (klik voor groter beeld).

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Bernie Sanders favoriet in laatste kiezersonderzoeken

Komende november moeten de Amerikanen weer naar de stembus om hun president te kiezen, en wat beslissend is of Donald Trump herverkozen wordt of niet, zal vooral zijn hoeveel kiezers de Democraten naar de stembus weten te lokken. Vraag is op welk paard de Democraten gaan wedden, en koplopers voor de nominatie zijn Joe Biden en Bernie Sanders.

De oude garde van de Democratische partij zou liever terug naar de status quo gaan, maar vraag is of ze met status quo-kandidaat Biden jongeren, vrouwen van kleur en gedesillusioneerde kiezers weet te inspireren.

Uit verscheidene kiezersonderzoeken blijkt radicaal sociaal-democratische kandidaat Bernie Sanders bij de kiezers populairder dan Biden, aldus Newsweek.

Despite a Morning Consult poll released Tuesday showing Biden as the clear favorite in a head-to-head matchup with Trump, it is Sanders who has spiked up to the top of several recent voter surveys. That same poll also shows Sanders defeating Trump and corroborates Emerson and CNN polls showing the Vermont senator with some of the widest margins of victory in hypothetical general election match-ups.

 

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: mediateam GroenLinks Utrecht (cc)

De Groen(Links)e golf

ANALYSE - Veel maatschappelijke seinen staan op groen, hetgeen goed is voor politiek partijen als GroenLinks. Een gastbijdrage van Matthijs Rooduijn, eerder verschenen op Stuk Rood Vlees.

Het gaat goed met GroenLinks. Bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen haalde de partij met 14 zetels het beste resultaat ooit, en inmiddels staat de partij in de peilingwijzer op maar liefst 17-19 zetels. Op dit moment doet alleen de VVD het beter. Een veelgehoorde verklaring voor dit succes: de “Jessias-factor”. Jesse Klaver zou met zijn leiderschapsstijl de partij aantrekkelijk hebben gemaakt voor grote groepen kiezers. Hoewel het inderdaad aannemelijk is dat Klaver een belangrijke rol heeft gespeeld, is het belangrijk te benadrukken dat de Jessias-factor slechts een deel van het verhaal kan zijn.

GroenLinks is namelijk niet de enige groene partij in West-Europa die het op dit moment goed doet.

Bij verkiezingen vorige maand in België (lokaal), Luxemburg (landelijk) en Duitsland (Beieren) deden groene partijen het overal opvallend goed. En eind 2016 won Alexander van der Bellen, een door een groene partij gesteunde politicus, de Oostenrijkse presidentverkiezingen. Waar komt deze “groene golf” nu vandaan?

Politiek-culturele veranderingen

Om te beginnen kan het groene succes niet los worden gezien van grote politiek-culturele verschuivingen. Veel groene partijen ontstonden in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw uit een beweging van veelal jonge en hoogopgeleide “postmaterialisten” die zich richtten op thema’s als vrijheid, zelfontplooiing, internationale solidariteit, en, niet te vergeten, milieu. Zij verzetten zich tegen de bestaande politieke partijen die zich, zo vonden zij, voornamelijk met materialistische zaken bezig hielden. Het ontstaan van groene partijen is dus direct gerelateerd aan veranderingen in de politieke cultuur die zich vanaf de jaren zestig deden gelden.

Foto: NiederlandeNet (cc)

Isoleren en imiteren

ANALYSE - Eind december stond de PVV op 32 zetels in de Peilingwijzer. Vanuit de hele wereld trokken nieuwsmedia naar Den Haag om te berichten over de PVV-zege bij de verkiezingen op 15 maart. Maar de partij haalde slechts twintig zetels. Waar waren haar overige kiezers gebleven?

“Dit zijn de kwartfinales” tegen “het verkeerde populisme.” Zo betitelde premier Mark Rutte (VVD) de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen. De halve finales zijn in Frankrijk in mei en de finale in Duitsland in september, zo vertelde hij twee dagen voor de verkiezingen de verzamelde internationale pers. Die pers was massaal naar Den Haag getogen om verslag te doen van een boeiende kwartfinale.

Inmiddels regende het al wekenlang persverzoeken bij de UvA, mijn universiteit. Zelf stond ik media te woord uit Australië, Brazilië, Canada, de VS en diverse Europese landen. Alle vragen die ik kreeg waren variaties op hetzelfde thema. Zou de PVV de grootste worden? Zou ze dan gaan regeren? Zou die partij ook de premier leveren? Zou Nederland de EU verlaten? Zou de EU daarna uiteenvallen?

Op 15 maart volgde de voorspelde anticlimax.

Circa negen op tien kiesgerechtigden stemde niet op de PVV. De dag na de verkiezingen was ik in Den Haag voor een live interview met Al Jazeera. Het was een drukte van belang, het Plein stond vol met journalisten. Journalisten die allemaal maar één ding wilden weten: wat was er gebeurd met de PVV? Hoe kon ze nou in elf weken twaalf zetels verliezen?

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Waar blijven Bram en Joram?

COLUMN - De vluchtelingencrisis en de aanslagen in Parijs. Gefundenes Fressen voor anti-immigratiepartijen. Dat de PVV profiteert is niet opmerkelijk. Dat VNL niet profiteert is wel opmerkelijk. Het lijkt erop dat PVV-leider Geert Wilders opnieuw een aanval op zijn monopoliepositie heeft afgeslagen.

“We hebben gezegd dat we er alles aan zullen doen om het huidige asielbeleid te stoppen. Dit hoort er ook bij.” VNL-oprichter Joram van Klaveren staat achter de aangifte van zijn partij tegen de staat. Afgelopen maand deed VNL-leider Bram Moszkowicz aangifte wegens opzettelijk benadelen van Nederland en onderdak bieden aan de vijand. Omdat Syrische asielzoekers worden binnengelaten.

De aangifte tekent de rare sprongen die nieuwe partijen wagen om media-aandacht te krijgen. De concurrentie om Kamerzetels is immers moordend. Bij de komende Tweede Kamerverkiezingen –in 2016 of 2017– zal een aantal nieuwelingen meedingen. Zoals bij elk van de vorige edities. Sinds 1948 hebben 159 partijen voor een eerste maal op het stembiljet gestaan bij Tweede Kamerverkiezingen.

Bij de recentste verkiezingen, in 2012, waren dit er zes. Slechts een van de zes, 50Plus, haalde de kiesdrempel. Deze matige score past in een historisch patroon van falen van nieuwe partijen: van de 159 nieuwelingen sinds 1948 veroverden er slechts 16 bij hun debuut een zetel. Liefst  90% faalde. Ondanks dat de kiesdrempel met 0,67% (sinds 1956) vrijwel nergens ter wereld zo laag is als hier.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Is de Peilingwijzer een bedorven maaltijd?

Toen de Peilingwijzer voor het eerst werd gepubliceerd, merkte Reinier Heutink van Ipsos (Politieke Barometer) op: “Als je een goede maaltijd mengt met een bedorven maaltijd, houd je altijd een bedorven maaltijd over.” Met de goede maaltijd bedoelde hij uiteraard zijn eigen peiling; met die die bedorven maaltijd zal hij vast zijn collega Maurice de Hond bedoeld hebben.

Koken is echter wat anders dan peilen en het is nog maar de vraag in hoeverre Heutink gelijk heeft. De Peilingwijzer voegt alle bestaande peilingen samen tot een soort ‘gemiddelde’ inschatting van de steun voor alle partijen. Daarbij wordt er -kortweg- vanuit gegaan dat de peilingen gemiddeld genomen goed zitten. Hoe zou de Peilingwijzer veranderen als we bijvoorbeeld één peiler niet meenemen?

De aanpak is als volgt: in de standaard-peilingwijzer wordt aangenomen dat het huiseffect van de gemiddelde peiler gelijk is aan nul. Huiseffecten zijn de structurele over- of onderschatting van een partij door één peiler ten opzichte van alle andere peilers. Kortweg: sommige peilers schatten de PVV altijd hoger in dan andere peilers. In onderstaande simulaties gaan we er niet vanuit dat het gemiddelde van alle peilers nul is, maar het gemiddelde huiseffect van vier peilers, dus exclusief het ‘uitgesloten bureau’*. Het huiseffect van dat bureau mag zo groot of klein zijn als het wil, dat zal geen effect hebben op de uitkomst. Met andere woorden: als het CDA bij de uitgesloten peiler veel groter is dan bij andere peilers, dan laten we dat niet doorwegen in het gemiddelde van het huiseffect.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Volgende