Ik wil geen reclame op het werk
COLUMN - Aan het begin van de eeuw zag het er allemaal nog goed uit: de Nederlandse samenleving zou voor zijn software niet meer afhankelijk zijn van de grote Amerikaanse technologiebedrijven zoals Microsoft, maar zich binnen een paar jaar wenden tot open source-software – gratis, door iedereen te gebruiken software zonder geheime achterdeurtjes. De overheid en de universiteiten zouden hierbij voorop lopen: geen geld over de balk smijtend, eerlijk, transparant.
Maar moet je nu eens zien. Als medewerker van een Nederlandse universiteit ben ik gisteren een hele dag bezig geweest met mij, verplicht door mijn werkgever, met huid en haar over te leveren aan een Amerikaans bedrijf – jawel, Microsoft. Al mijn correspondentie, al mijn data, alles, heb ik bij hen moeten inleveren. Open source-programma’s die ikzelf heb verzameld werkt niet meer. Ik heb, jawel, gedwongen door mijn werkgever, op mijn eigen telefoon software van Microsoft moeten plaatsen.
Dit alles in het kader van de veiligheid. Want alleen in de armen van het Amerikaanse bedrijfsleven zijn we veilig.
Verbeterd
Open source betekent: de software die de programmeurs schrijven is openbaar. Je kunt hem daarom zelf aanpassen, vaak onder de voorwaarde dat je die aangepaste software ook weer aan het publieke domein vrijgeeft. Het betekent niet dat software-ontwikkelaars geen emplooi meer hebben: die aanpassingen moeten gemaakt worden, mensen willen voor hun vragen nog steeds ergens terecht kunnen. Wel betekent het dat je als software-gebruiker je niet meer met huid en haar hoeft over te leveren aan software van gigantische ondernemen waarbij niemand precies weet wat die software doet.