TreinFOMO
COLUMN - Ik ben gestopt met de trein. Zomaar, van de ene op de andere dag, cold turkey. Lang voordat het Europees Parlement zou besluiten dat treinen moesten worden voorzien van de coupébrede teksten ‘Reizen met de trein brengt u en anderen rondom u ernstige schade toe’, afgedrukt over beeltenissen van geëlektrocuteerde koperdieven die aan dramatisch afgescheurde bovenleidingen bungelen en forenzen die elkaar in het gezicht niezen en hun medereizigers met tablets op het hoofd meppen, zat ik al in de auto. Twee weken inmiddels.
En nu heb ik dus FOMO. Fear Of Missing Out, voor wie het gemist heeft. Dat van het verdachte plastic zakje op Leiden Centraal vind ik het allerjammerst. Graag had ik mijn medepassagiers met de ogen zien rollen, naar de werkgever horen bellen dat het dus weer eens zover was, iets met een bom ofzo, niks bijzonders, maar dat gaat natuurlijk weer uren duren, o ja, en waar ik dus voor belde, dat afstemmingsoverleg gaat nu niet meer lukken en die beeldvormingssessie net-wel-net-niet, maar bel maar als ik telefonisch moet aanhaken, want bij calamiteiten mag je in de stiltecoupé gewoon normaal doen.
Dat dus. Heerlijk. Ik mis het. Ook de logistieke puzzel na de computerstoring -‘de backup doet het heel vaak wel’- en de sneeuw die maar niet wilde vallen, waren pareltjes die ik deze week via de autoradio aan me voorbij hoorde gaan. En de chaos op het spoor zal verder toenemen. Over een jaar applaudisseren we voor de machinist als we überhaupt op onze bestemming arriveren. Sigaretje in de mond, roken mag weer.