De docent als wegwijzer

De puberteit is eigenlijk de ontgroeningsperiode van je verdere leven. Gedurende een aantal jaren ben je als jongvolwassene veroordeeld tot een minder stabiele levensfase. Niet alleen maakt het lichaam een transformatie door, maar vooral het brein krijgt het in deze periode zwaar te verduren. Er worden stofjes aangemaakt die ervoor zorgen dat er impulsieve en risicovolle acties worden ondernomen. Bijkomende gevolgen hiervan zijn onder meer dat pubers het moeilijk vinden in te schatten wat de mogelijke gevolgen zijn van hun acties. Neem daarbij nog eens de verlammend werkende groepsdruk en het plaatje is compleet. Als docent heb je, naast de ouders, de taak om deze pre-volwassenen op het juiste pad te houden of te krijgen. Dat is een uitdaging die bij succes veel voldoening kan opleveren. Het is voor een docent dan ook een oprechte beloning wanneer een (oud)-leerling je alsnog bedankt voor die ‘wegwijzer’ die je hem of haar in het verleden hebt aangeboden. Soms heeft deze wegwijzer eerst jarenlang in de schaduw gestaan voordat deze op een bepaald moment alsnog werd gezien en erkend.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.