Fuck tha hiphop

De Amsterdamse politie wil allochtonen gaan werven door zogenoemde block parties te organiseren. Een levensgevaarlijk plan. Als er namelijk één cultuurfenomeen is dat de menselijke waardigheid onherstelbaar kan beschadigen, dan is het wel de blanke volwassene die jongeren probeert aan te spreken in hun eigen taal. Vele grijze mannen tekenden reeds hun persoonlijk failliet door op het verkeerde moment, in de verkeerde context, bejaarde kreten als ‘yo’ ‘cool’ en ‘flex’ te bezigen, daarbij ongecontroleerd zwaaiend met de reumatische handen. Het plan van de politie om middels hiphopfeesten personeel te werven, zou zo maar eens in die desastreuze categorie kunnen vallen. Wie buiten de gebaande paden van het eigen culturele pad treedt, moet immers opnieuw leren lopen. En dat is weinigen gegeven. De aangekondigde block parties zijn daardoor niet zozeer een gevecht om de allochtone sollicitant, maar veel meer een strijd op leven en dood om de streetcredebility van de wijkagent. De uitkomst zal allesbepalend zijn.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Ultrakort en Ultra-efficiënt – een interview met Rene SG

Cultureel Redacteur Eén van de opmerkelijkste debuten van vorig was het naamloze album van Rene SG. Twaalf nummers jakkeren in een sneltreinvaart voort in amper acht minuten en nemen de luisteraar in een prettige wurggreep. René Kaptijn zendt zijn teksten als een razende Roeland de ether in, terwijl drummer RJ SG de reputatie van de hardst drummende drummer in Nederland verdient. Het Amsterdamse trio heeft een broertje dood aan hitgevoeligheid en wanneer zij hun speedrockpunk ten gehore brengen, kijken zij slechts vooruit. Rene SG laat het garagegevoel uit de jaren zeventig met verve herleven, maar dan wel in ultieme efficiëntie en het publiek loopt er warm voor. Tijd voor een interview met zanger/gitarist René Kaptijn, over kunst, muziekbeleving en hell en fuck.

Op jullie website zag ik ergens de term speedartrock vermeld staan. Wat is er kunstzinnig aan jullie muziek?
Onze ongewone maniers van nummers schrijven. Wij hebben een aanpak die je eerder bij kunst tegenkomt dan bij popmuziek. Dat komt ook doordat ik ben afgestuurd aan de kunstacademie, daardoor heb ik een soort conceptuele, analytische benadering die bij kunst veel gangbaarder is dan bij popbands.

2006 mag wel een beetje jullie doorbraakjaar genoemd worden. Opeens worden jullie overal opgepikt en lijkt er een glorieuze toekomst voor Rene SG in het verschiet te liggen. Enige verklaring voor dit succes?Rene SG 2006 was een heel goed jaar, maar het doorbraakjaar moet nog komen wat ons betreft. Onze debuut-CD werd wel goed opgepikt, hij is inmiddels bijna uitverkocht. Verder werden we in Amsterdam goed opgepikt en mochten we in de herfst meedoen aan de Popronde, waardoor we in heel Nederland hebben kunnen spelen. We zijn ook voor een paar optredens in Duitsland geweest en in België. Ik denk dat onze nummers en optredens wel opvielen, we brengen wel iets dat afwijkt van de rest. Toch die kunstzinnige aanpak misschien.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Altijd lastig zo’n tweede

Cultureel redacteur Als je de Britse muziekpers moet geloven, staat er elke maand wel iets briljants op stapel in het Verenigde Koninkrijk. Een half jaar geleden waren het nog de jonge Myspace helden van the Arctic Monkeys; de feestmuziek van the Fratellis is nog niet verstomd, of de nieuwe ravepop van Klaxons is het nu helemaal. Nu moet ik ook zeggen dat hun nummer Magick een wel erg aanstekelijk oehoehoehoe-stukje in zich meedraagt, maar het is tegenwoordig lastig om een nieuwe band de tijd te geven om deze op je in te laten werken.

De hausse aan een lichting Britse bands kwam eigenlijk pas echt goed op gang toen Franz Ferdinand in 2004 van zich liet horen. Na Blur en Oasis in de jaren negentig was er een tijdelijk vacuüm ontstaan in een nieuwe Britse lichting en werden de Europese hitparades gedomineerd door Amerikaanse bands. Al snel volgden na het startsein van Franz Ferdinand meerdere bands, allereerst was daar de korte hype rondom Arcade Fire, en Bloc Party, Kaiser Chiefs en the Rapture waren de verrassende nieuwkomers in 2005. En daarbij vergeet ik nog de meer poppy bands als the Kooks en the Killers en menige andere bandjes. Mede debet aan deze opleving van de Britse muziek is de herleving van de jaren ’80 postpunk/funk/new wave stromingen die op het eiland gretig opnieuw worden uitgevonden. Tevens is er een grote rol weggelegd voor het London Calling festival dat twee keer per jaar haar vleugels neerstrijkt in het Amsterdamse Paradiso en daar haar fijnbesnaarde gevoel voor nieuwe muziek ten toon spreidt. Zo’n beetje alles dat daar speelt, is vlak daarna op de Nederlandse radiostations te horen. En tot slot spelen natuurlijk Myspace en Youtube een grote rol in de verspreiding van nieuwe muziek.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Recht voor z’n raap – Een interview met B1 van LPC

Cultureel redacteur Ik zal het eerlijk bekennen; ik ben geen groot liefhebber van nederhop. Maar, dat wil niet zeggen dat ik me er voor afsluit; zo nu en dan komt er iets op mijn pad waar ik niet omheen kan. Het kaf wordt van het koren gescheiden als het ware en zo kwam ik terecht bij rapper en producer B1, van het Amsterdamse LPC. Hieronder volgt een interview met hem.

LPC, stel jullie eens voor.
LPC bestaat uit BLIX (rap en productie), B1 (rap en productie) OD (studio werk) DJ NEMO (rap en Dj-ing) en IRON-E (zang, rap en productie).

Jullie eerste cd “Alles op Eer” is in 2006 gereleased. Hoe zijn de reacties tot dusver?
De reacties lopen uiteen, zowel positief als negatief. Veel mensen vinden het een divers album met feestnummers, denknummers en chillnummers. Ook uit de professionele hoek zijn goede geluiden gekomen.

Waarom voor het eerst gekozen voor cd i.p.v. vinyl?
Om het bereik te vergroten en om meer nummers kwijt te kunnen op een geluidsdrager.

Jullie teksten zijn behoorlijk maatschappijkritisch. Nummers als “Het Spookhuis”, “Ik haat ‘t” en “Het is tijd” liegen er niet om. Nooit behoefte om wat lichtere kost te maken?
LPCDe meeste nummers zijn voornamelijk kritisch tegenover ons zelf en we proberen natuurlijk ook wel mensen een spiegel voor te houden maar hoe kan je kritiek geven als je zelf niet weet wat je rol is in de maatschappij. Veel nummers gaan ook over hoe we onze eigen problemen oplossen en hoe we onze gevoelens kunnen uiten zonder mensen op de tenen te trappen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Dulfer kraakt het recht op auteursrecht

Saxofonist Hans Dulfer maakt zich kwaad om de toestand rondom auteursrechten. Niet omdat hij vindt dat hij als artiest geld misloopt, maar omdat het geld in de verkeerde zakken terechtkomt. In een column met ballen noemt hij de platenmaatschappijen letterlijk ‘boeven’ en voorspelt hij hun (terechte) ondergang. “Dat de zielige muzikanten beschermd moeten worden. Gelul natuurlijk. Want vergis je niet: artiesten zien bijna nooit wat van het geld dat met hun platen verdiend wordt. Van alle platen die van mij in Nederland verkocht worden, komt maar 10% bij mij terecht, als ik geluk heb” (xs4all.nl/opinie). Ook vertelt hij dat zijn volgende album op usb-stick verschijnt en roept mensen op de muziek naar hartelust te kopieren en te verspreiden. Geld verdient Dulfer namelijk niet aan zijn CD’s, maar wel aan zijn concerten. En hoe meer mensen zijn muziek horen hoe meer mensen zijn concerten bezoeken. Dulfer toertert de commerciële auteursrechten de wereld uit met een mooie visie op de vrijheid van muziek: “Het hele idee van eigendomsrechten op muziek is eigenlijk idioot. Zeker in de jazz, maar ook in andere muziekstromen, is het normaal dat je elkaar citeert. Dat je elkaars werk gebruikt om mooie nieuwe muziek te maken. Beroemde jazz licks zijn misschien wel een keer door iemand bedacht, maar ze zijn het eigendom van iedereen, het is cultureel erfgoed” (xs4all.nl/opinie).

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Vorige Volgende