Moslimdiscriminatie is niet los te zien van politieke context

door Ewoud Butter Discriminatie van moslims in Nederland is geen incident, maar structureel, genormaliseerd en diepgeworteld. Dat bevestigt nieuw onderzoek. Het rapport is waardevol, maar heeft te weinig oog voor de politieke context die mede verklaart waarom moslims 'onderzoeksmoe' zijn. Aan dit kabinet vragen iets tegen moslimdiscriminatie te doen, is aan de brandweer vragen een brand te blussen terwijl een deel van de korpsleiding eerder met een jerrycan op het dak stond. Discriminatie van moslims is geen uitzondering, maar een patroon dat diep verweven is met het dagelijks leven van veel Nederlandse moslims. Dat blijkt uit een onderzoek dat tussen december 2023 en december 2024 werd uitgevoerd door Regioplan en ERCOMER (Universiteit Utrecht), in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Geen incidenten, maar patronen Moslimdiscriminatie komt voor in vrijwel alle onderzochte domeinen van het dagelijks leven: op school, op het werk, in de zorg en bij de overheid. Vaak gaat het niet om scheldpartijen of openlijk geweld, maar om alledaagse, subtiele vormen van uitsluiting. Niet minder pijnlijk, wél moeilijker aanwijsbaar. Daarnaast is er sprake van institutionele discriminatie: regels en processen binnen organisaties die – vaak onbedoeld – systematisch nadelig uitpakken voor moslims. Denk aan strengere controles, belemmeringen bij toegang tot zorg of werk, of protocollen die niet aansluiten bij religieuze realiteit. Discriminatie als alledaagse realiteit Een van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek: moslimdiscriminatie is genormaliseerd. Zo normaal, dat het vaak niet eens meer wordt herkend. Niet door degene die discrimineert, niet door de institutie die het faciliteert, en soms zelfs niet door degene die het ondergaat. Vooral jongeren voelen zich hierdoor vervreemd van de samenleving. Ze ervaren geen erkenning als volwaardige burgers. Het vertrouwen in overheid, politiek en samenleving brokkelt af. En wie zich permanent moet bewijzen dat hij of zij “deugt”, gaat zich op den duur gewoon afvragen of het wel de moeite waard is. Erkenning, systemen, betrokkenheid, maatwerk De onderzoekers doen vier aanbevelingen: Er moet erkenning komen voor het probleem, vooral vanuit de overheid. Zolang men blijft doen alsof het ‘wel meevalt’, is elke aanpak gedoemd om te verzanden. De aanpak moet zich richten op systemen, niet alleen op individueel gedrag. Macht en structuren zijn medebepalend voor ongelijkheid. Moslims moeten actief betrokken worden bij het maken van beleid. Beleid dat over moslims gaat, maar zonder moslims tot stand komt, werkt simpelweg niet. Specifieke interventies zijn noodzakelijk. Een generiek antidiscriminatiebeleid is vaak te vaag. Moslimdiscriminatie vraagt om een gerichte aanpak, net zoals antisemitisme of seksediscriminatie dat doet. Drie concrete verbeterkansen De onderzoekers noemen drie praktische verbeteringen: Op de werkvloer en in het onderwijs is meer bewustwording nodig over hoe moslimdiscriminatie eruitziet en wat de impact is. In de zorg moeten duidelijke, formele richtlijnen komen om discriminatie te voorkomen – want goede zorg is niet optioneel. De overheid zelf moet haar beleid systematisch monitoren op discriminerende effecten. Het zou toch mooi zijn als de overheid haar eigen wetten ook een keer op zichzelf toepast. Onderzoeksmoe Het onderzoek is gebaseerd op een magere literatuurstudie, gesprekken met experts en beleidsmakers, en gesprekken met moslims zelf. In totaal zijn 44 moslims geïnterviewd via diepte-interviews en focusgroepen. Ook vonden er meerdere ontwerpsessies plaats met uiteenlopende stakeholders. Veel respondenten gaven aan weinig vertrouwen te hebben dat onderzoeken zoals deze leiden tot concrete actie. Ze zijn 'onderzoeksmoe'. Toch was er een grote bereidheid om ervaringen te delen. Misschien niet omdat men verwacht dat er écht iets verandert, maar omdat zwijgen geen optie is. Het is 2025. En nog steeds dit. Dat veel moslims ‘onderzoeksmoe’ zijn is niet vreemd. Ze ervaren al decennia op allerlei terreinen alledaagse en institutionele discriminatie. Dit is ook bepaald niet het eerste onderzoek naar moslimdiscriminatie. Ineke van der Valk was de eerste die in 2012 een wetenschappelijke studie publiceerde en zij is ook verantwoordelijk voor de eerste Monitors Moslimdiscriminatie. Daarna volgden veel meer onderzoeken en elk nieuw rapport bevestigt wat eerder al gezegd is. Dat geldt ook voor dit onderzoek dat niet veel nieuws meer bevat. En toch komt het politieke en maatschappelijke debat telkens weer met dezelfde vraag: ‘Maar is er wel echt sprake van moslimdiscriminatie?’ De veenbrand moet steeds worden bewezen, voordat iemand opdracht geeft een blusapparaat te pakken. Het eeuwige taboe op het benoemen van discriminatie en racisme Op het benoemen van iedere vorm van discriminatie en racisme rust in Nederland nog steeds een flink taboe. Het past immers niet bij ons zelfbeeld. Discrimineren dat doen de anderen. Zolang we niet in de spiegel durven te kijken en ontkennen dat we allemaal vooroordelen hebben en kunnen discrimineren, zullen we geen stap verder komen. Onderzoek naar moslimdiscriminatie is in het bijzonder een heikele kwestie. Elke poging om het probleem te benoemen, wordt steevast gevolgd door de voorspelbare rituelen: twijfel over de methode, wantrouwen richting de onderzoekers, verdachtmakingen richting respondenten en moslims in het algemeen – en een scala aan bagatelliserende ‘ja, maar’ opmerkingen die ik ooit heb samengevat in de Discriminatie Bullshit Bingo (binnenkort een update). Kritiek is altijd welkom – ook dit onderzoek kent heus z’n beperkingen. Maar als de kritiek afkomstig is van opiniemakers die hun businessmodel gebouwd hebben op moslimbashen, of van media zoals vanochtend De Telegraaf, dan weten we allang wat de bedoeling is: twijfel zaaien, zodat er niets hoeft te veranderen. De politieke context Wat van mij in het onderzoek meer aandacht had mogen krijgen is de rol van de politiek, de discriminatie van moslims in het veiligheidsdomein en de rol die de beeldvorming van moslims speelt. Ik beperk me nu hier tot de rol van de politiek, die mede verklaart waarom moslims ‘onderzoeksmoe’ zijn. Moslimdiscriminatie, het aanpakken daarvan en de haalbaarheid van de aanbevelingen is immers niet los te zien van de politieke context. En die context is op dit moment zorgwekkend. Het huidige kabinet, officieel onder leiding van premier Dick Schoof, wordt feitelijk aangestuurd door Geert Wilders – de leider (en het enige lid) van de Partij voor de Vrijheid (PVV), de grootste partij in de Tweede Kamer. Een partij die sinds haar oprichting het inperken van de rechten van moslims als haar belangrijkste missie heeft. De PVV wil moskeeën sluiten, islamitische scholen, de Koran en vrouwen met hoofddoekjes in publieke functies verbieden en stelde eerder een ‘kopvoddentaks’ voor. Allemaal voorstellen die haaks staan op onze grondwet en – terecht – tot groots protest zouden leiden wanneer niet moslims, maar vrouwen, joden of lhbtiq+ personen het slachtoffer zouden zijn. In Nederland wordt het gedachtengoed van de PVV echter al jaren genormaliseerd door partijen die met Wilders samenwerken. Wilders is bovendien onderdeel van een internationale radicaalrechtse beweging van autocratische leiders die op allerlei vlakken de rechtsstaat willen afbreken. Inmiddels is de PVV de grootste partij en hebben we een kabinet waarin meerdere bewindslieden zitten die discriminerende uitspraken over moslims hebben gedaan. Niet alleen van de PVV overigens. Premier Schoof zelf zit ook niet helemaal lekker in de wedstrijd. Als voormalig Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) speelde hij een rol bij maatregelen die specifiek op moslims gericht waren. Onder zijn leiding werd heimelijk en zonder voldoende juridische basis onderzoek gedaan in moskeeën. De olifant in de kamer Kortom: we hebben een kabinet dat doordrongen is van wantrouwen jegens moslims. En dat maakt de uitvoering van aanbevelingen tegen moslimdiscriminatie op z’n zachtst gezegd… uitdagend. Om in de eerder gebruikte metafoor van een brand te blijven: een deel van de korpsleiding die de brand moet gaan blussen, stond eerder zelf met een jerrycan op het dak. Vind je het dan raar dat veel moslims er weinig vertrouwen in hebben dat een nieuw onderzoek leidt tot een daadwerkelijke aanpak van moslimdiscriminatie? Er wordt door het kabinet een stevige aanpak van moslimhaat beloofd. Ik hoop dat ik ongelijk krijg en dat ook deze vorm van discriminatie, net als andere, krachtig bestreden wordt. Dit artikel verscheen eerder bij Republiek Allochtonië. Ewoud Butter is zelfstandig onderzoeker. Zie ook: Factsheet moslimhaat en moslimdiscriminatie  Tientallen organsiaties presenteren factsheet tegen islamofobie Worden Nederlandse moslims bij wet tweederangsburgers? Aanpak moslimdiscriminatie wordt belemmerd door institutioneel wantrouwen

Door: Foto: Ewoud Butter, gemaakt tijdens demonstratie tegen racisme en fascisme op 22 maart 2025
Foto: Fibonacci Blue (cc)

Worden Nederlandse moslims bij wet tweederangsburgers?

‘De aanpassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap heeft de weg geplaveid voor de PVV om met een simpele uitbreiding van de Rijkswet niet alleen jihadisme te bestraffen, maar ook de Nederlandse nationaliteit in te trekken van in Nederland woonachtige moslims die zich niet houden aan de Nederlandse wet- en regelgeving.’ Dat schrijft Walter Palm, die 35 jaar als ambtenaar ministers adviseerde over het integratiebeleid.

Toen ik in 2019 mijn essay Het sluipend gif van islamofobie, 1989-2019 publiceerde kon ik niet bevroeden dat vier jaar later een islamofobe partij de grootste zou worden in Nederland. In paragraaf 4.3 van dit essay heb ik Geert Wilders als volgt gekarakteriseerd:

‘Hij is de grote verdediger van vrijheid van meningsuiting, maar hij wil ook de Koran verbieden’. ‘Bij de Algemene Politieke Beschouwingen op 17 september 2015 verweet hij de Tweede Kamer een nep-parlement te zijn, maar zelf heeft hij een nep-politieke partij waarvan hij het enige lid is’. ‘Wilders eist … respect voor de minderheid van de kiezers die voor hem gekozen hebben, maar betoont zelf geen respect voor de islamitische minderheid in Nederland’. ‘Hij noemt zijn partij de partij voor de vrijheid, maar hij ontzegt moslims vrijheid van godsdienst en vrijheid van onderwijs’. ‘De strakke organisatiestructuur van de PVV gaat uit van het ‘Führerprinzip’. Een sterke leider die in direct contact zou staan met het volk en die simplistische oplossingen aandraagt voor gecompliceerde vraagstukken. De sterke leider roept ontegenzeggelijk associaties op met vooroorlogse fascistische bewegingen’ ‘Op 29 januari 2016 sloeg hij dreigende taal uit: ‘Als ik straks de grootste ben en andere politici willen niet met mij samenwerken, dan zullen de mensen dat niet accepteren. Dan komt er een revolte. Wij laten dat niet gebeuren’’.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

VVD wil met een racistische partij regeren

VVD-lijsttrekker Mark Rutte heeft de voorkeur uitgesproken voor een coalitie van zijn partij, D66, CDA en nieuwkomer JA21, meldt het NRC. JA21 presenteert zichzelf graag als het redelijke alternatief voor PVV en FVD, maar laten we niet vergeten dat JA21 zich afsplitste van het FvD vanwege antisemitische uitspraken maar niet vanwege andere racistische standpunten, vooral haat jegens islam en moslims, wat natuurlijk niet verwonderlijk is gezien de racistische standpunten van Eerdmans’ vorige partij Leefbaar Rotterdam.

Foto: Fibonacci Blue (cc)

Agendering moslimdiscriminatie en moslimhaat blijft bittere noodzaak

De aanpak van moslimdiscriminatie en moslimhaat zal de komende jaren meer politieke prioriteit moeten krijgen. Dat geldt in het bijzonder voor discriminatie op de arbeidsmarkt, waar veel moslims met grove en subtiele vormen van uitsluiting te maken hebben. Die conclusie trekken Ewoud Butter, Roemer van Oordt en Ineke van der Valk, de auteurs van de Vierde Monitor Moslimdiscriminatie die 9 mei is verschenen. In deze monitor hebben de onderzoekers speciaal aandacht besteed aan discriminatie van moslims op de arbeidsmarkt.

Het gaat  bij moslimdiscriminatie om alledaagse vormen van uitsluiting en discriminatie, bijvoorbeeld in de vorm van bevooroordeelde vragen en opmerkingen, om stigmatiserende berichten in de media, maar ook om openlijke discriminatie op grond van geloof, om hatespeech, gewelddadige of bedreigende voorvallen gericht tegen islamitische gebedshuizen en scholen en om voorstellen en uitspraken van politieke partijen die haaks staan op de grondwettelijke vrijheden van moslims. Het draagt allemaal bij aan een politiekmaatschappelijk klimaat waardoor grote groepen moslims zich onveilig voelen. Zij worden erdoor beperkt in de vrijheid om zichzelf te kunnen zijn.

Ervaren discriminatie

Uit eerder onderzoek naar ervaren discriminatie, onder andere van het SCP, blijkt dat relatief veel moslims discriminatie op grond van hun geloof ervaren. Dat geldt voor ongeveer twee derde van de Marokkaanse Nederlanders en de helft van de Turkse Nederlanders. Discriminatie vindt plaats in de openbare ruimte, op school, op de arbeidsmarkt en het internet, maar ook in de media en politiek.

Foto: Fibonacci Blue (cc)

Wat te doen tegen moslimhaat en moslimdiscriminatie?

ONDERZOEK - Wat kan er gedaan worden om moslimhaat en moslimdiscriminatie tegen te gaan? Dit was een van de vragen in een verkennende peiling die in januari was uitgezet. In totaal gaven 225 respondenten een antwoord op deze open vraag. Het leverde 20 A4’tjes aan interessante suggesties op. In dit artikel geeft Ewoud Butter, geclusterd, een samenvatting van deze suggesties.

De verkennende peiling was uitgezet in opdracht van het Collectief tegen Islamofobie en Discriminatie en Emcemo. Ruim 600 respondenten namen deel. Er werd gevraagd naar ervaringen met moslimdiscriminatie en naar mogelijke interventies die tegen moslimdiscriminatie genomen zouden kunnen worden. In dit artikel deed ik met Martijn de Koning al verslag van de peiling en gingen we vooral in op de ervaringen met moslimdiscriminatie. Dit artikel gaat over de suggesties tegen moslimdiscriminatie.

In de peiling werden aan de respondenten enkele maatregelen voorgelegd die afkomstig waren uit het vorig jaar gepubliceerde Manifest tegen Islamofobie van Meld Islamofobie, S.P.E.A.K., het Collectief tegen Islamofobie en Discriminatie EMCEMO en IZI Solutions. Daarnaast kwamen enkele punten uit verkiezingsprogramma’s. Een ruime meerderheid van de respondenten gaf aan belang te hechten aan:

  • meer aandacht voor extreemrechtse radicalisering,
  • toetsing van wetsvoorstellen aan de grondwet door de rechter,
  • meer onderzoek,
  • registratie van moslimdiscriminatie door de politie,
  • campagne voor meldingsbereidheid,
  • een nationaal actieplan,
  • een nationaal coördinator aanstellen.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Dick Aalders (cc)

Haatincidenten gericht tegen moskeeën, een historisch overzicht

ACHTERGROND - door Ewoud Butter

Sinds 2010 houd ik op Republiek Allochtonië een lijst bij met haatincidenten gericht tegen moskeeën. In dit artikel geef ik behalve een update van deze lijst ook een korte historische schets. Deze begint in 1976. In dat jaar werd voor de eerste keer in Nederland een moskee in brand gestoken. Het gebeurde onder het toeziend oog van het publiek en een journalist.

Het gebeurde tijdens rellen in Schiedam in augustus 1976. Een verslaggever van Het Vrije Volk was aanwezig en deed verslag in de krant van 9 augustus 1976:

“Na een weekeinde van rellen was het vannacht rond één uur weer rustig in de Schiedamse binnenstad. (..) Zaterdagavond hadden alle Turkse cafés en winkels in de stad al zeer nadrukkelijk bezoek gehad van in groepen stenen gooiende jongelui. De moskee kwam gisteravond aan de beurt. Niemand in Schiedam had een deugdelijke verklaring voor het feit dat er zó plotseling rassenrellen van Nederlanders tegen Turken uitbraken. (..) De enig mogelijke aanleiding zien gemeentebestuur en politie in de kermismoord van vrijdagavond. Een jongen werd er doodgestoken door een Turk, aldus de eerste verklaring van de Schiedamse politie. Later werd dit bericht gecorrigeerd en sprak de politie over de dader als een „Zuideuropees type”, maar mogelijk was het, kwaad toen al geschied. (..). Vroeg op de avond, na afloop van de kerkdienst in de moskee, gingen de ruiten van het pand er al aan.  Groepjes, jongelui hadden al lange tijd rond het gebedsgebouwtje lopen drentelen. (..) Al gauw ging er door de menigte wachters rondom de moskee het gerucht dat ze het pand in brand zouden gaan steken. Het wachten was nog op een lont die aan het bierflesje vol benzine bevestigd moest worden. Politie, althans geüniformeerde was niet te zien. Om even over elf uur was het zo ver. Het pilsflesje kreeg eerst nog even een plaatsje tegen de zijgevel van het pand. Maar al snel maakten zich een stuk of drie jongens, uit de grote groep los. Ze liepen, naar de overkant, staken de lap die uit het flesje hing aan, en wierpen het vlammende ding door het al stuk gegooide raam naar binnen. Mensen vluchtten, de straten in, niemand dacht er aan de jongens in de kraag te pakken. Het duurde nog een paar minuten tot een zwaarbesnorde Turk uit een naastgelegen pand naar buiten kwam, met zijn schoen de voordeur van de voormalige winkel forceerde en naar binnen ging. De vlammen waren op dat moment een halve meter hoog en hadden bijna de gordijnen bereikt. Met enkele omstanders wist de Turk het vuur te blussen door er een paar kleden overheen te gooien.”

Foto: René Gademann (cc)

Aandacht voor moslimhaat overdreven? Kijkt u even mee?

ACHTERGROND - Sommigen vinden de aandacht voor moslimhaat overdreven of beweren dat hiermee de ‘islamcritici monddood’ worden gemaakt. Op het blog moslimhaat.tumblr.com is inmiddels een bonte verzameling van haatuitingen aangelegd. Met ‘islamkritiek’ heeft dit nog maar weinig te maken.

Het blog wordt onderhouden vanaf het Twitteraccount @meerliefde. In augustus en september, in de aanloop van de anti-moslimdemonstratie van Pro Patria in de Schilderswijk, werden binnen enkele uren vele oproepen tot geweld tegen moslims gevonden.

Vorige week heeft @meerliefde de draad weer opgepakt. Aanleiding was het bericht op joop.nl dat op een Facebookpagina van PVV-fans werd opgeroepen moskeeën in brand te steken. Hierop vroeg PvdA-kamerlid Ahmed Marcouch aan het OM om stappen te ondernemen. Dit bericht leidde, zo ontdekte @meerliefde, tot nog meer oproepen tot geweld tegen moskeeën en moslims.

Op het blog moslimhaat.tumblr.com/ zijn diverse oproepen tot geweld te vinden. Hieronder ziet u er enkele:

Moslimhaat 1


Moslimhaat 2


Moslimhaat 3


Moslimhaat 4


Moslimhaat 5


Moslimhaat 6


Moslimhaat 7


Moslimhaat 8


Meer op moslimhaat.tumblr.com.

Geweld tegen moskeeën

Twee weken geleden maakte onderzoekster Ineke van der Valk bekend dat van de naar schatting 475 moskeeën in Nederland in ieder geval 174 moskeeën in de afgelopen tien jaar te maken hebben gehad met één of vaak meerdere ‘incidenten’.

Republiek Allochtonië houdt sinds 2010 een lijst bij met (bekende) incidenten. Zie de laatste update hier.

‘Aangifte moslimhaat moet makkelijker’

Nu.nl:

Tweede Kamerlid Ahmed Marcouch wil dat het gemakkelijker wordt om aangifte te doen tegen moslimhaat. Er zou standaard een vakje voor zo’n vergrijp op het aangifteformulier moeten komen. […]

Nu staan er op een aangifteformulier al standaard mogelijkheden om antisemitische incidenten gemakkelijker aan te duiden. Ook het melding maken van homofoob geweld is eenvoudiger geworden.

Marcouch reageerde met dit plan op een onderzoek van wetenschapper Ineke van der Valk. Hieruit blijkt dat twee derde van alle moskeeën in Nederland ooit het doelwit is geweest van agressie.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Partij van de Arbeid (cc)

Twee maten: antisemitisme en moslimhaat

OPINIE - Vorige week suggereerde onze minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher dat het antisemitisch is om het CIDI een criminele organisatie te noemen. Daarmee lijkt de minister de definitie van antisemitisme te hebben opgerekt.

Kan iemand mij uitleggen waarom? En zou hij vergelijkbaar reageren wanneer een islamitische belangenorganisatie crimineel zou worden genoemd?

CIDI

Voor alle duidelijkheid: ik vind het CIDI geen criminele organisatie. Een organisatie is crimineel wanneer die organisatie de wet overtreedt en dat is bij het CIDI niet het geval.

Het CIDI is een lobby-organisatie van een bevriende natie. Je zou kunnen betogen dat dit land, Israel, crimineel is, omdat het mensenrechten schendt, net als VN-resoluties en internationale verdragen. Op dezelfde manier zou je trouwens veel andere landen ook crimineel kunnen noemen, waaronder ook het bestuur in Gaza.

Volgens Khalid Sinouh, keeper van Sparta, is het CIDI crimineel omdat de organisatie een criminele staat steunt. Dat mag hij vinden. Je kunt discussiëren over de stelling van Sinouh, je kunt het misschien smakeloos vinden, maar waarom is zijn uitspraak in godsnaam antisemitisme meneer Asscher?

Het CIDI doet haar werk en dat doet ze goed. Het CIDI behartigt de belangen van de staat Israël en waarschuwt tegen antisemitisme. Wat mij betreft zouden de mensen van het CIDI wat kritischer ten opzichte van Israël mogen staan, maar dat ze waarschuwen tegen antisemitisme is terecht.

Volgende