Nakaarten over de geheime diensten

Minister Plasterk zou wel degelijk de commissie-stiekem hebben geïnformeerd over de telefoondata, maar dat kan niet gelden als het informeren van de Kamer, zegt Wytze van der Woude. Het leukste aan klaverjassen is misschien niet het spel zelf, maar het nakaarten. Alle slagen liggen open op tafel en de spelers hebben de mogelijkheid achteraf te reconstrueren wat goed en wat minder goed ging. Welke mogelijkheden tot ‘roem’ zijn onbenut gebleven? Had er wellicht een ‘pit’ (sommigen noemen het ‘mars’) ingezeten? Heeft iemand ‘verzaakt’? Het nakaarten rondom het Plasterk-debat over de 1,8 miljoen verzamelde ‘metadata’ wordt echter een beetje gemankeerd door het euvel dat ook na afloop niet alle kaarten op tafel liggen.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Oud-chef MIVD wil inzage in elektronische patiëntendossiers bij terrorismebestrijding

NIEUWS - Afgelopen maandag mocht de oud-directeur van de MIVD bij Jeroen Pauw de suggestie opperen om de MIVD toegang te geven tot de elektronische patiëntendossiers.

Een operationeel diensthoofd van de AIVD of MIVD is niet te verwachten in een dergelijk programma. Een oud-directeur kan echter makkelijk zaken ventileren ten faveure van deze diensten. Het liefst wil “men” ons doen geloven dat privacy dood is en nu ook de medische privacy. Niets is minder waar. Een samenleving waarin iedereen met een sleepnet via een scala van databases opeens tot verdachte kan worden gebombardeerd is geen vrije samenleving.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Kees de Vos (cc)

Hennis en Plasterk moeten twijfel wegnemen

ANALYSE - Het was een betrekkelijk kort briefje waarmee de ministers Jeanine Hennis-Plasschaert en Ronald Plasterk opheldering gaven over de 1,8 miljoen telefoongesprekken waarvan gegevens waren verzameld. Waar minister Plasterk in oktober nog uitging van Amerikaanse afluisterpraktijken – en daarvan schande sprak – moest hij nu toegeven dat onze eigen Nationale Signit Organisatie (NSO) achter zat. Anders dan in oktober werd verondersteld zou het echter niet gaan gegevens van telefoongesprekken die door Nederlanders zijn gevoerd, maar om gegevens die van belang zouden zijn voor militaire missies en terrorismebestrijding in het buitenland.

Je hoort het bijna niemand zeggen, maar op zichzelf genomen kan dit ook als tweevoudig goed nieuws worden gezien: allereerst is het knap dat onze eigen inlichtingendiensten in staat zijn op grote afstand telefoonverkeer te monitoren en ten tweede – en uiteraard belangrijker – lijkt het erop dat deze technologische hoogstandjes niet jegens eigen burgers worden toegepast.

Waarom valt dit nieuws dan toch zo slecht? Daarvoor zijn eigenlijk drie samenhangende redenen, die kunnen worden samengevat onder de noemer ’twijfel’.

Feiten

De eerste twijfel is empirische twijfel, oftewel: wat zijn nu eigenlijk de feiten? Aan de wereld van de geheime diensten kleeft een inherente schimmigheid. Niet alles wat deze diensten doen, kan het daglicht verdragen. Het is niet abnormaal dat er nieuws naar buiten komt over de werkzaamheden van onze veiligheidsdiensten. Echter, vooral waar het de operationele kant betreft, vindt informatievoorziening aan de Kamer doorgaans plaats achter gesloten deuren in de vaste commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (de ‘commissie stiekem’). Als een minister zich in tegenstelling daartoe tot een breder publiek richt, mogen we in ieder geval verwachten dat veelvuldig wordt gecontroleerd of deze informatie correct is. In een vergadering van de ‘commissie stiekem’ is het nog mogelijk een rectificatie als die van vorige week te staven met operationele gegevens van de inlichtingendiensten. Er redelijkerwijs van uitgaand dat deze gegevens – gelet op hun gevoeligheid – niet voor een breder publiek beschikbaar kunnen worden gemaakt, ontbreekt het in betekenende mate aan controleerbaarheid van de onlangs vrijgegeven informatie. Hierdoor kan de vraag blijven hangen waarom we de nu vrijgegeven informatie wel zouden moeten geloven.

Foto: Alex Proimos (cc)

Drogredeneringen rondom Argo II

ANALYSE - De AIVD en MIVD hebben vooruitlopend op een uitbreiding van hun wettelijke bevoegdheden surveillancetechnologie aangeschaft die hen in staat moet stellen om “kabelgebonden” telecommunicatie categorisch te monitoren.  Het ongericht uitgooien van sleepnetten dus, waarbij achteraf wordt bekeken wat bijvangst is en wat echt interessant is. De codenaam voor dit project is Argo II. Er worden een aantal redenen voor aangevoerd die bedrieglijk zijn.

Als eerste de stelling dat het noodzakelijk is om “cyberaanvallen” te detecteren en Nederlandse doelwitten daartegen te beschermen. De onthullingen over de praktijken van de NSA worden daarbij aangevoerd om nut en noodzaak aan te tonen. Zie bijvoorbeeld dit blog van Ronald Prins, die met zijn bedrijf Fox-IT te zeer onderdeel is van het kleine Nederlandse inlichtingenwereldje om zijn uitlatingen op dit terrein niet serieus te nemen. Kort samengevat komt zijn redenering er op neer dat als de AIVD al het internetverkeer zou kunnen monitoren, ze ook in staat zou zijn inbraakpogingen op Nederlandse doelen te detecteren en daarop zou kunnen handelen. De AIVD als onze nationale firewall en virusscanner.

Om te beginnen is het fout om te denken dat we een inbraakpoging bij voorbaat kunnen herkennen. Je moet een gevaar eerder meegemaakt hebben om het te kunnen herkennen. Juist zeer gerichte aanvallen van het kaliber Stuxnet zullen niet herkenbaar zijn vanwege de nieuwheid. En voor zover het om minder verfijnde aanvallen gaat op basis van reeds bekende patronen is het maar de vraag of de AIVD de beste partij is om hiertegen te waken. Internet Service Providers (ISP’s) en andere dienstverleners van potentiële doelen, zoals Ronald Prins zijn eigen Fox-IT, kunnen hier een veel nuttigere rol in spelen. Sterker nog, hier zit potentieel toegevoegde waarde. Niet dat hier geen rol voor de AIVD en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) voor is weggelegd, sterker nog, zijn zijn essentieel voor het delen van informatie. Juist over relatief nieuwe aanvallen. In die zin is het dan ook zo jammer dat de huidige Brusselse voorstellen van een meldplicht voor beveiligingsincidenten van Eurocommissaris Kroes uitgaan van eenrichtingsverkeer: wel een meldplicht aan de overheid, maar geen waarschuwingsplicht voor diezelfde overheid. Normaal gesproken krijg ik een wat vieze smaak in mijn mond van publiek/private samenwerkingen, maar dit onderwerp is er één dat zich bij uitstek voor wederkerigheid en symbiose tussen publieke en private sector leent. Dezelfde of grotere effectiviteit door dichter bij de doelwitten te gaan tappen en tegelijkertijd een paar onsjes minder inbreuk op onze privacy.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Plasterk wijst anti-spionageverdrag af

De Volkskrant:

Minister Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken wijst een zogenaamd ‘anti-spionageverdrag’ tussen Europese landen af. Hij heeft ‘ernstige aarzelingen’ bij een voorstel van de Raad van Europa dat voorziet in regels voor het bespioneren van Europese burgers en bevriende overheden.

AIVD en MIVD moeten immers wel hun gang kunnen blijven gaan.

Dat de Raad van Europa de huidige inlichtingenpraktijkeen ‘fundamentele bedreiging van mensenrechten’ noemt, doet blijkbaar niet ter zake.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

spionage & verraad

Nog een zaak waar ik bredere belangstelling voor zoek: R.S. De voormalige legerinformant klaagt de Nederlandse staat aan. Hij zou 28 maanden voor Nederlandse militairen in Bosnië inlichtingen hebben verzameld. Onbetaald en bedreigd vluchtte hij naar de Verenigde Staten. Afgelopen donderdag werd in het gerechtshof van Den Haag de eerste stap gezet in een unieke zaak.

S., een stevige Kroaat van nu 29 jaar, sprak ik voor het eerst op zijn schuiladres in de Verenigde Staten. Hij vertelde me hoe Nederlandse militairen die deel uitmaakten van de Stabilisation Force SFOR (die tussen 1996 en 2004 moest toezien op het vredesverdrag van Dayton tussen Serven, Kroaten en Moslims) hem aanspraken en vroegen of hij hen kon helpen bij het vinden van voortvluchtige oorlogsmisdadigers uit zijn streek in de omgeving van de stad Vitez. De boeven werden gezocht door het Joegoslavië tribunaal in Den Haag. S. gaf inlichtingen over adressen, zorgde voor recente foto’s en tekende zelfs plattegronden waardoor onder andere de voortvluchtige misdadiger Vlatko Kupteskic kon worden gearresteerd.
Bij zijn mondelinge toelichting voor de Haagse rechtbank, melde S. verder dat hij de officieren alleen van voornaam kende. Ze zeiden niet dat het leden van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst MIVD waren. In missiegebieden is deze dienst echter als enige belast met het inwinnen van informatie. S. bezocht ze regelmatig in het Nederlands hoofdkwartier in Busovaca, ‘Hotel Nunspeet.’ Daar voorzag hij de Nederlanders, volgens eigen zeggen, ook van informatie over mogelijke aanslagen tegen SFOR. Maar de Nederlanders lieten hem aan zijn lot over toen de Kroatische inlichtingendienst, die lucht kreeg van zijn spionnenwerk, hem en zijn vader zwaar mishandelde.

De Amsterdamse advocaat Gerrit Jan Pulles die S. juridisch bijstaat, spreekt van een schandalige zaak. “S. heeft zich 28 maanden voor de Nederlanders ingezet. De Staat heeft de morele plicht de beloofde maandelijkse vergoeding van 5000 DM, ruim 2000 euro, uit te betalen. Hij, zijn vader en zijn moeder hebben moeten vluchten naar de Verenigde Staten. Het land van zijn vader wordt nu verbouwd door de buren en krijgt hij niet meer terug. Hem was asiel beloofd in Nederland. Maar hier werd hem aangeraden terug te gaan omdat het hier te gevaarlijk zou zijn.” Over de totale materiële schade wil de advocaat geen uitspraak doen maar zou in de honderdduizenden euro’s kunnen lopen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lubach over privacy

Arjen Lubach laat nog eens fijntjes zien hoe hypocriet onze politici zijn als het gaat om onze privacy. Sommigen draaien om als en blad aan een boom (Hennis-Plasschaert), terwijl anderen (Plasterk) ineens hun mond houden als er een camera in de buurt is.

Onder het mom van veiligheid en landsbelang krijgen Nederlandse inlichtingendiensten meer bevoegdheden. De overheid wil alles van ons weten en bijna de gehele ministersploeg doet hier aan mee.

Antwoorden Plasterk en Hennis op Kamervragen

Uit de brief:

Hierna is er onderzoek ingesteld door de diensten. Ook is er intensief contact geweest tussen de Nederlandse diensten en de NSA om tot een nadere duiding te komen. Op basis van dit onderzoek is op 20 november 2013 gebleken dat het in de berichtgeving genoemde getal van 1,8 miljoen hoogstwaarschijnlijk betrekking had op verzameling van metadata van telefoongesprekken door de Nationale Sigint Organisatie (NSO). Dit werd bevestigd door verder intern onderzoek van de diensten. Op 22 november 2013 zijn de Minister van Defensie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hierover door de diensten gelijktijdig geïnformeerd.
Het gaat hier om metadata van telefoongesprekken, hieronder begrepen een klein deel sms-verkeer en faxen, die zijn verzameld in het kader van terrorismebestrijding en militaire operaties in het buitenland. Voor zover daarbij Nederlandse telefoonnummers in beeld kwamen, zijn deze hieruit gefilterd alvorens de informatie te delen met partnerdiensten.

Het getal van 1,8 miljoen heeft derhalve geen betrekking op gesprekken die via Nederlandse telefoonnummers zouden zijn gevoerd. Het betreft metadata verzameld in het kader van de wettelijke taakuitoefening.