In zijn verder positieve bespreking van de film Selma in de NRC van afgelopen woensdag (betaalmuur) echoot recensent André Waardenburg de kritiek die erover in de Amerikaanse media rondzong:
[D]e film doet alsof Johnson de Voting Rights Act opzettelijk traineert, in werkelijkheid was dit niet zo en konden King en Johnson het vrij goed met elkaar vinden.
In diezelfde NRC herhaalt ook filmredacteur Coen van Zwol in het stuk Waargebeurd, maar toch zeker niet zo? (betaalmuur) deze kritiek:
In Selma raakt Johnson zo geïrriteerd dat hij de FBI opdracht geeft om King onder druk te zetten met overspeltapes. Geschiedvervalsing, protesteerde Johnsonbiograaf Mark K. Updegrove. Dominee King en de president waren, disputen over tactiek en tempo ten spijt, twee handen op één buik. Johnsons rechterhand Joseph A. Califano noemt de president zelfs de ware strateeg achter Selma.
Op deze kritiek van Califano (die ook voorstelt dat Selma uit bioscopen wordt geweerd en uitgesloten wordt van het winnen van prijzen) plaatst Van Zwol wel een reactie van regisseur Ava DuVernay:
„Mijn mond valt open van verbazing. Beledigend”, tweette regisseur Ava DuVernay in een reactie.
Maar suggereert vervolgens sterk dat DuVernay niet verbaasd en beledigd was omdat deze kritiek inhoudelijk onjuist was, maar omdat ze gewoon vindt dat ze zich als filmmaker dergelijke vrijheden mag permitteren:
[W]aarom mag een dode president niet een beetje verschurkt worden in dienst van het drama? [...]
DuVernay zelf gaat in interviews verder: historische waarheid is relatief, een kwestie van standpunt. Zelfs leugens zijn prima: dat nodigt uit tot nader onderzoek. Een fan wijst erop dat Abraham Lincoln in een actiefilm als vampierjager figureert, dus mag je je ook met Lyndon B. Johnson vrijheden permitteren.
De volgende alinea wijdt Van Zwol dan aan het onderuithalen van DuVernays zogenaamde standpunt:
Dat is iets te gemakkelijk. [...] Hoewel iedereen beseft dat films feiten condenseren en samenvoegen, is de minimale eis dat ze zo ‘de waarheid liegen’.
De voorstelling dat DuVernay weliswaar beseft dat ze oneerlijk is over de rol van Johnson, maar dat ze gewoon vindt dat ze daarover oneerlijk mág zijn om dramatisch gezien een betere film te maken, is echter volkomen vals. Dat spreekt eigenlijk alleen al uit de tweet die Van Zwol 'citeert':
Notion that Selma was LBJ's idea is jaw dropping and offensive to SNCC, SCLC and black citizens who made it so.
(Mijn dik, uiteraard.)
Niet de stelling dat ze eerlijk dient te zijn is dus "jawdropping and offensive", maar de stelling dat ze niet eerlijk is. Hoewel de NRC dit op geen enkele manier erkent, verzet ze zich dus juist tegen de beschuldigingen dat ze niet eerlijk is geweest, en haalt daar o.a. dit stuk (uit 2013, ruim vóór de controverse) van historicus Louis Menand in The New Yorker voor aan, waarin deze zegt:
Kennedy and Lyndon Johnson did not especially like dealing with King. But they needed him, because they needed a hero whose vision the democratic system could realize. [...]
Johnson recognized the need for additional voting-rights legislation, and he directed Nicholas Katzenbach, soon to be his attorney general, to draft it. “I want you to write me the goddamnest toughest voting rights act that you can devise,” is the way he put it. But then progress slowed. Johnson had the most ambitious legislative agenda of any President since F.D.R. (his idol), and he explained to King that he was worried that Southern opposition to more civil-rights legislation would drain support from the War on Poverty and hold up bills on Medicare, immigration reform, and aid to education. He asked King to wait.
King thought that if you waited for the right time for direct action (as nonviolent protests were called) you would never act.
Sindsdien heeft DuVernay meer bijval gekregen, en zou het dus eigenlijk al niet eens meer omstreden mogen zijn dat de rol van Johnson, zoals voorgesteld in Selma, wel degelijk eerlijk is weergeven.