A.F.Th. van der Heijden – Doodverf

Uit de envelop, die aan de binnenkant gecapitonneerd was met in plastic gevangen luchtbellen, gleed een boek met glanzende kaft. Op de voorkant een zwartwitfoto van een persoon die in gips gewikkeld leek, het hoofd hing licht over zijn rechterschouder. Ver achter de dikke bovenlip, in de schaduw van de geopende mond, was een deel van de tanden te zien. Het verhemelte werd verhuld in een grijs gelijk aan de achtergrond. Grote pseudo-reliëfletters verkondigden dat het hier om de nieuwe roman van A.F.Th. van der Heijden ging: Doodverf.
De manier waarop het boek is vormgegeven is even iets anders dan we van Van der Heijden gewend zijn. Sterker nog, de zeer opvallende buitenkant zou weinig gelijken vinden in de sectie literatuur van de boekwinkel. Doodverf verscheen dan ook niet voor niets tijdens de maand van het spannende boek en misstond toen niet tussen alle andere boeken met om aandacht schreeuwende hoogglansomslagen en liefst tweelettergrepige titels. Het kan verbeelding zijn, maar zelfs de grillige rimpels op de rug van het boek, ontstaan tijdens het lezen, doen denken aan een thriller die op een ligbed in de zon doorgeploegd is.
Afgaande op het uiterlijk, heeft het er dus veel van weg dat Van der Heijden een thriller heeft willen publiceren. Toch is het waarschijnlijker dat hij een roman in vermomming heeft gemaakt. Belletrie in travestie. Met een inhoud die nog donkerder is dan de buitenkant doet vermoeden.
Terug in de (tandeloze) tijd
Sinds 2003 publiceert Van der Heijden regelmatig een deel uit zijn tweede grote cyclus Homo Duplex. Het is zaak aan de verschijningsvolgorde vooral geen conclusies over de opbouw van de cyclus te verbinden: het deel dat het eerst verscheen, De Movo tapes, is deel 0. Drijfzand koloniseren is de sleutel tot Homo Duplex en van Het Schervengericht is nog geen plaats bekend.
Vakantietijd is dé tijd voor sensatielectuur. Sensatielectuur vereist sensationele behandeling. Ongeveer een jaar geleden kwam bij het Duitse uitgeefconcern Ullstein het boek Fucking Berlin uit. Het concept deed de Duitse kassa’s rinkelen. Een autobiografie van een studente wiskunde van Italiaanse komaf bekostigt haar studie met het werk in de prostitutie. Teilzeit Hure, zo vertelt het omslag gewichtig. Tot zover weinig opmerkelijks. 
Naast veel lof en de grootste literaire prijs van België (de Gouden Uil), ontving de roman Alleen maar nette mensen van Robert Vuijsje de nodige kritiek. ”Klompendanserige stijl”, “Seksistich” en “racistisch” waren maar enkele van de kwalificaties die zowel boek als schrijver in het gezicht kreeg gesmeten. Tijd dus voor Robert Vuijsje om zich tegen zijn grootste criticasters te verweren. En om een paar fans aan het woord te laten.
Een goed teken dat Dimitri Verhulst de Libris Literatuurprijs 2009 heeft gewonnen met Godverdomse dagen op een godverdomse bol. Dan beperken we ons weer tot waar het om gaat: letters op papier die beroering brengen. De man of vrouw die er achter schuilt komt op de tweede plaats. Misschien dat deze benoeming de storm laat overwaaien die ontstaan is rond die andere, meer besproken Libris-genomineerde. Cabaretier / programmamaakster Anousha Nzumé trekt zich de inhoud van Robert Vuijsjes debuut Alleen maar nette mensen aan. Volgens Nzumé zet Vuijsje met zijn boek de zwarte vrouw in een verkeerd daglicht. Als reactie hierop schreef ze een nogal verwarrende brief op poten in de
Het nieuws werd gebracht door de Vlamingen in het tv-programma Terzake op Canvas: Robert Vuijsje heeft de Gouden Uil gewonnen. Joodse bourgondiër met het uiterlijk van een Marokkaan en een zwak voor volle vrouwen uit de Bijlmer wint Belgische literatuurprijs. Alleen maar nette mensen van Robert Vuijsje is een stille drinker. Geen haan kraaide naar het boek bij het verschijnen, maar nu zul je er mee doodgegooid worden. De Libris prijs lonkt eveneens. En Robert lacht in zijn Vuijsje. Gefeliciteerd!
Eind maart van dit jaar verscheen het