Immigratiebeleid gebaseerd op te hoge cijfers
DATA - Het immigratiebeleid wordt gebaseerd op verkeerde cijfers. De cijfers over gezinsmigratie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst zijn ongeveer 20 procent te hoog, omdat hierin ook kinderen worden meegenomen die in Nederland zijn geboren maar een verblijfsvergunning hebben omdat zij geen Nederlander of EU-onderdaan zijn. Deze kinderen immigreren echter niet, maar horen tot de tweede generatie allochtonen. In 2009 en 2010 ging het jaarlijks om ongeveer 4000 kinderen. Dit blijkt uit onderzoek van ANP en weblog Sargasso.
Het totale aantal aanvragen van verblijfsvergunningen in het kader van gezinsmigratie lag in 2010 op 20.900. In 2009 ging het om 22.000 aanvragen. Bijna twintig procent hiervan betreft in Nederland geboren baby’s.
Een woordvoerder van de IND bevestigt dat de groep in Nederland geboren kinderen bij de gezinsmigranten wordt geteld. “De IND gaat over het aantal verblijfsvergunningen, daar horen ook de vergunningen voor in Nederland geboren baby’s van buitenlandse ouders bij.”
Bij de afgelopen begrotingsbehandeling van het ministerie van Immigratie en Asiel werd er door minister Leers over deze cijfers gesproken, zonder melding te maken van de groep in Nederland geboren kinderen (dat hebben we nagezocht in de Kamerhandelingen). Het lijkt er op dat hij niet weet dat deze kinderen bij migranten worden geteld. Dat is ook niet verwonderlijk, gezien het feit dat de IND het in haar rapporten en jaarverslagen onder het kopje gezinsmigratie schaart. Hij wil wel op basis van deze cijfers de eisen voor gezinsmigratie aanscherpen. Gezinsmigratie is het hete hangijzer in het verhitte immigratiedebat. Immigratiebeleid heeft op deze groep ‘migranten’ vanzelfsprekend geen enkele invloed.