De sociaalliberalen van weleer zijn niet meer
OPINIE - D66 is langzamerhand een klassiek liberale partij geworden, vindt Sjoerd Verest.
D66 is in the winning mood. In de peilingen staat de partij al maanden boven de twintig zetels en na de gemeenteraadsverkiezingen werden ook de Europese verkiezingen door de democraten glansrijk gewonnen.
Er moet echter een kanttekening worden geplaatst bij dit succes. Hoewel D66 zich nog altijd steevast neerzet als een progressieve en sociaal-liberale partij die vooruit wil en taboes tracht te doorbreken, lijkt bij de partij soms nauwelijks meer sprake van deze progressieve en sociaal-liberale signatuur. D66 bezigt veelal nog slechts calculerende economische motieven in haar politiek; sociale en zelfs liberale beginselen zijn naar de achtergrond gemanoeuvreerd.
Vrijheid voor iedereen
Het progressieve sociaal-liberale gedachtegoed kenmerkt zich door een veranderingsgezinde houding en uit zich in het streven naar persoonlijke vrijheden voor ieder individu, zoals in ethische kwesties of met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting. Dat elk mens persoonlijke vrijheden moet kennen, betekent echter niet, zoals de door D66 zo bewonderde sociaal-liberaal J.S. Mill al verwoordde, dat een individu maar ongelimiteerd zijn eigen vrijheid kan najagen.
De vrijheid van een ander mag door het nastreven van de eigen vrijheid nooit ingeperkt worden. Iedereen moet immers kunnen beschikken over een hoge mate van vrijheid. Dit houdt indirect ook in dat de overheid zich dient in te spannen om een ieder in vrijheid te kunnen laten leven, door bijvoorbeeld een bepaald inkomen te garanderen en het gebruik van onderwijs en zorg voor iedereen toegankelijk te maken. Progressieve sociaal-liberalen staan dan ook niet onwelwillend tegenover de herverdeling van inkomen en sterke sociale voorzieningen die individuele vrijheid mogelijk maken. Tot slot maken sociaal-liberalen zich sterk voor het milieu en bestuurlijke vernieuwing.