In mei 2020 onthulde de Amerikaanse National Security Archives een geheim document over de rol van Amerikaanse kernwapens en de opslag daarvan op overzeese bases. Nederland blijkt met enkele andere bondgenoten te behoren tot een categorie landen die de beoordeling om kernwapens in te zetten, en of dat die inzet conform NAVO-beleid is, geheel overlaten aan Washington. Het is opmerkelijk dat het wettelijke openbaarheidstraject in de VS kennelijk meer onthult over het Nederlandse veiligheidsbeleid dan de regering in Den Haag zelf wenst prijs te geven. Antimilitaristen zullen niet verrast zijn over deze onthulling, maar het is, zoals defensieanalist Ko Colijn in een commentaar in het Historisch Nieuwsblad opmerkt, toch schokkend om daarvan een bevestiging te vinden in een ‘top secret’-document uit 1961. Ook een aanval op de VS zelf, waarmee Nederland niets te maken zou hebben, zou de Amerikanen de bevoegdheid geven om de in Volkel opgeslagen kernbommen te gebruiken. Colijn stelt vast dat, nu in Amerikaanse documenten eindelijk man en paard genoemd worden, de Nederlandse regering haar verkrampte geheimhouding moet loslaten. Het kan nu immers niemand meer ontgaan dat Nederland een nucleaire vazal is van de VS.
Soesterberg
Over Soesterberg hebben altijd geruchten de ronde gedaan dat daar kernwapens waren opgeslagen, maar de vredesbeweging kon er nooit de vingers achter krijgen. Een belangrijke onthulling in de documenten van het National Security Archive is, dat er begin jaren zestig concrete plannen zijn geweest om ook in Soesterberg een kernwapendepot in te richten voor de daar aanwezige Amerikaanse eenheid. Er was een verzoek van de commandant van United State Air Forces in Europe (USAFE) van 11 december 1961 aan de Nederlandse luchtmacht om voorzieningen te treffen voor de opslag van kernwapens op Soesterberg. Bij de documenten in het Nederlandse Nationaal Archief is het antwoord van de Nederlandse plaatsvervangend luchtmachtcommandant, commodore Thijssen, aangetroffen. Hij zegt dat hij “nu in staat is om te verklaren dat hij in principe instemt met de opslag van de wapens op voorwaarde dat er overeenstemming wordt bereikt over de te treffen voorzieningen”. Die moeten worden vastgelegd in een Technische Overeenkomst tussen USAFE en de Nederlandse luchtmacht “betreffende de ondersteuning van kernwapens voor het Tactical Fighter Squadron van de USAF dat is gestationeerd op het vliegveld Soesterberg.” Een voorstel zit bij die brief. Daarin worden de bevoegdheden van de Nederlandse luchtmacht en van de VS omschreven en de plaats van het kernwapendepot op een bijgevoegde kaart aangewezen. De wapens vallen onder het gezag van de US Air Force en worden bewaakt door Amerikanen. De wapens zullen worden vrijgegeven door “de bevoegde autoriteit” en ingezet “alleen in overeenstemming met de militaire planning van de NAVO en de procedures die zijn vastgesteld door SACEUR”. SACEUR is de opperbevelhebber van de NAVO in Europa, dit is altijd een Amerikaanse generaal.
De overeenkomst bepaalt dat het transport van de kernwapens via de lucht plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van de VS, in coördinatie met de Nederlandse luchtmacht. De Nederlandse en Amerikaanse luchtmacht moeten samen een beveiligingsplan voor de kernwapens opstellen, in het bijzonder voor “het geval van subversieve activiteiten, een oproerige beweging of vergelijkbare noodsituaties”. De Nederlandse luchtmacht zal een snelle interventiegroep paraat houden ter grootte van een infanteriecompagnie met een waarschuwingstijd van vier uur. Interessant is ook dat wordt bepaald: “Samen met de bevoegde civiele autoriteiten zal de Nederlandse luchtmacht voortdurend het oog houden op de lokale bevolking om de actuele en mogelijke dreiging te kunnen beoordelen, die uitgaat van vijandige inlichtingenactiviteiten of subversieve sabotagegroepen.”
Het is niet duidelijk of dit niet ondertekende concept ooit is omgezet in een geldende overeenkomst. Het National Security Archive zegt hierover: “Vanwege redenen die we nog niet kennen bleef het kennelijk hierbij.” De Volkskrant, die vorige maand uitgebreid over de documenten publiceerde, gaat een stap verder: “Op oude foto’s van Soesterberg en een geheime kaart was te zien dat direct naast de alarmhangar voor het F-102-vliegtuig een munitieopslagplaats was met dubbel hekwerk. ‘Algemeen werd dat gezien als indicatie voor de opslag van nucleair materiaal’, zegt een militaire bron.”
Lagen er dus toch kernbommen op Soesterberg? De beoordeling door de Volkskrant maakt aannemelijk dat er in elk geval een kernwapendepot was. Of het ook gevuld was, is een andere zaak. Het is ook mogelijk dat het een leeg reservedepot is gebleven. In NAVO-documenten uit die tijd wordt vaak nadruk gelegd op het belang van verspreiding van wapens en munitie om de luchtoperaties van het Warschau Pakt te bemoeilijken. Verder dateren de documenten uit het hoogtepunt van de Koude Oorlog (Berlijncrisis, Cubacrisis). Het is mogelijk dat daarna de urgentie om kernwapenarsenalen verder uit te breiden afnam. Het zou geen uitzondering zijn als nucleaire plannen van de NAVO in Europa uiteindelijk niet werden uitgevoerd. Zelf heb ik in de jaren zeventig als dienstplichtige gewerkt bij de 44ste Afdeling Veldartillerie in ‘t Harde. Bij ons was algemeen bekend dat dit 155 mm geschut bestemd was om genucleariseerd te worden. Je vindt dat plan ook terug in de documenten. Het is echter uiteindelijk nooit gebeurd. Verdere declassificatie van documenten is nodig om het definitieve antwoord te vinden over het geheim van Soesterberg.
Nederlandse dieptebommen in Cornwall
Het is tamelijk onbekend dat ook de Nederlandse marine ooit een kerntaak had. De verzameling documenten levert hierover nieuws op. Dit betreft nucleaire dieptebommen die konden ingezet worden tegen Russische onderzeeërs op de Atlantische Oceaan als het Warschau Pakt zou proberen de aanvoer van versterkingen naar Europa te verhinderen. De taak viel onder het Atlantische Commando van de NAVO. Aanvankelijk was de bedoeling dat de kernwapens aan boord zouden komen van Nederlands enige vliegdekschip, de Karel Doorman. Vanwege de risico’s werd echter besloten de maritieme patrouillevliegtuigen Neptune van de Nederlandse marine uit te rusten met de dieptebommen. Vanaf 1968 werd met de Britten afgekaart dat zes Nederlandse Neptunes zouden vliegen vanaf het vliegveld in St Mawgan in Cornwall. Daar werd ook een Special Ammunition Storage Site ingericht, waar de Nederlanders hun kernwapens konden ophalen. Er lagen daar ook kernwapens voor de Britten en de Amerikanen. Er was wel een klein probleem. De Britse regering had een vetorecht bedongen op inzet van Amerikaanse kernwapens vanaf hun grondgebied. Moest dit nu ook gelden voor de ‘Nederlandse’ dieptebommen? Uiteindelijk werd besloten deze ook onder de eerdere Btits-Amerikaanse afspraak te brengen, maar daar moesten de Britse premier Wilson en de Amerkaanse president Johnson wel aan te pas komen. Een handgeschreven aantekening op een juridisch document (mogelijk van premier Wilson himself) zegt: “Dit is onvoldoende. Ik wil sowieso een veto op de inzet.”
Geheimhouding blijft troef
Dat er wat betreft de geheimhouding over de Amerikaans-Nederlandse militaire betrekkingen sinds de jaren zestig weinig is veranderd blijkt uit de behandeling van het ‘Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake de totstandkoming van een raamwerk voor samenwerking op het gebied van defensieaangelegenheden’ in de Tweede Kamer. Tijdens een door haar afgedwongen debat deed SP-kamerlid Karabulut met nota bene alleen enige steun van haar VVD-collega Bosman wanhopige pogingen om de gevolgen van dit verdrag boven water te krijgen. Ze stuitte daarbij slechts op een wolk van wollige argumenten van de kant van minister van defensie Bijleveld. Karabulut: “Het is ook bijzonder, want we behoren hiermee tot een selecte groep landen waarmee dit verdrag wordt gesloten: naast Australië, Canada en het Verenigd Koninkrijk het eerste niet-Angelsaksische land. Wat is het eigenlijk voor verdrag, als dit zo'n bijzonder verdrag is? Ik ben erg benieuwd.” De minister: “Zoals u zult begrijpen, zijn gedetailleerde afspraken in dergelijke MoU's [Memorandums of Understanding – KK] in beginsel vertrouwelijk.” De kern van de zaak is dat Nederland toetreedt tot een selecte groep bondgenoten van de VS met een nieuw juridisch betekenisvol raamverdrag dat leidt tot verplichtingen voor Nederland via een reeks uitgewisselde memoranda en technische overeenkomsten, waarover de minister verder geen informatie wil prijsgeven. Meer onderzoek gewenst!
Dit artikel is samengesteld uit bijdragen van Kees Kalkman en Henk van der Keur aan het Onderzoeksdossier 'Kernwapens weg' van VD/AMOK, in Vredesmagazine jrg. 14, nr. 2, 2e kwartaal 2021.