‘Ik denk niet dat het kapitalisme getemd kan worden’

door Daniël Boomsma, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over marktmacht (april 2021) Econoom en politicus Yanis Varoufakis maakte naam als de markante minister van Financiën van het noodlijdende Griekenland in 2015, in de nasleep van de eurocrisis. Hij verzette zich – tevergeefs – tegen de geëiste bezuinigingen op de Griekse economie in ruil voor steunpakketten. Inmiddels is hij parlementslid voor MeRA25, dat deel uitmaakt van zijn pan-Europese beweging DiEM25 (Democracy in Europe Movement 2025). In zijn roman Another Now. Dispatches from an Alternative Present (2020) schetst hij een alternatieve economie waarin commerciële banken en aandelenbeurzen zijn verdwenen en werknemers bedrijven in collectief eigendom hebben. ‘De geschiedenis leert ons dat haalbare alternatieven absoluut onhaalbaar lijken totdat ze tot stand zijn gekomen.’ In uw roman Another Now stelt één van de hoofdpersonages, Iris, dat ‘er maar één keuze is. Óf we geven ons over aan een oligarchie die in naam van het liberalisme over elke vorm van vrijheid walst die ertoe doet. Óf we erkennen dat de uitvinding van het kapitalisme moet worden tenietgedaan’. Een ander personage, Eva, antwoordt dat het kapitalisme ‘ons allemaal uit de armoede heeft getild en het enige realistische perspectief biedt om hetzelfde te doen voor miljoenen mensen die er nog steeds onder te lijden hebben’. Maar Eva geeft ook toe dat ‘het temmen van het kapitalistische beest waarschijnlijk zinloos is’. Wanneer raakte u er zelf van overtuigd dat het kapitalisme niet te temmen is? ‘Laat me, voordat ik die vraag beantwoord, vooropstellen dat de twee personages die je noemt, Iris en Eva, een innerlijk conflict doormaken. Dat is iets goeds. Als we niet twijfelen, zijn we gevaarlijk. De romanvorm is daar bij uitstek geschikt voor. Als je een essay of een manifest schrijft, moet je zeggen waar je in gelooft. De structuur van de roman laat meer vrijheden toe en biedt de mogelijkheid om twijfels over je eigen opvattingen uit te drukken. Je ziet dat in deze roman omdat Eva uiteindelijk besluit dat ze zich niet kan verenigen met hoe het kapitalisme nu is, terwijl Iris het omgekeerde doet. Dat gezegd hebbende: ik ben al heel vroeg gaan geloven dat het ondoenlijk is om het kapitalisme te temmen. De macht van het kapitaal vandaag is immens. Het is een beest dat zowel geweldige als verschrikkelijke dingen kan doen. Ik denk niet dat het te temmen is. Het is eventjes gelukt, gedurende een kwart eeuw na de Tweede Wereldoorlog. Toen leek de financiële geest terug in de fles te zijn gestopt. We hadden feitelijk een wereldwijd geleide economie. We hadden overal dezelfde munteenheid met vaste wisselkoersen, controle op kapitaal zodat banken niet met geld konden gokken. Vijfentwintig jaar lang hadden we afnemende ongelijkheid, sterke economische groei, goede banen en lage inflatie. Dichterbij een beschaafd kapitalisme zijn we niet gekomen. Maar de periode sinds 1971, het jaar dat Bretton Woods explodeerde en het neoliberalisme werd ingeluid, bewijst dat het beest niet bedwongen kan worden. Het brak zijn ketenen. Het creëerde opnieuw een irrationele uitbundigheid, die leidde tot de financiële crisis van 2008 en de economische stagnatie die we sindsdien kennen – en die wordt versterkt door de coronapandemie. U spreekt van een ‘oligarchie die in naam van het liberalisme over elke vorm van vrijheid walst die ertoe doet’. Wat bedoelt u exact met die frase? ‘Het zou ons niet moeten verrassen dat dat in naam van het liberalisme gebeurt. Elke grote traditie – of dat nu het christendom is, of het marxisme of het communisme – is misbruikt door mensen die menen te spreken in haar naam. Mijn opmerking over het liberalisme wijkt niet af van wat je over elke andere beweging kan zeggen. Ik denk dat het liberalisme een zeer nuttige politieke traditie is. Ik zie mezelf als liberaal, in die zin dat ik geloof dat vrijheid de belangrijkste waarde is. Maar kijk wat er gebeurd is in naam van de vrijheid! Of van het liberalisme. In naam van liberaal denken zouden we een liberale vorm van kapitalisme hebben. Dat is een mythe. Zelfs Friedrich von Hayek, de ultra-neolibertarische econoom, beschrijft het kapitalisme op een manier die niets te maken heeft met de wereld waarin we nu leven. Het idee dat de staat de regels stelt zodat de private sector via marktcompetitie schaarse goederen kan verdelen op basis van spontane ordening, zónder centrale sturing – dat is allemaal onzin. Want wat hebben we werkelijk? We zien kleine bedrijven kopje onder gaan. En we hebben gigantische multinationals die niet langer in staat zijn voor zichzelf te zorgen zonder de vriendelijkheid van centrale banken. We leven in een wereld zonder competitieve markten. Kijk naar Facebook. Laten we zeggen dat de macht van Facebook zich laat vatten in het beeld van iemand die door een winkelstraat loopt en zich realiseert dat één persoon eigenaar is van elke winkel, van elke outlet, van de weg, van de bankjes waar je op zit om uit te rusten na het winkelen, én van de lucht die je inademt. Dat is geen markt. Vroeger waren Exxon en Ford oligopolies. Ze domineerden de markt. Nu heb je platform-monopolies die de hele markt beheren. Adam Smith zou er door zijn geschokt. Prachtige liberale waarden zijn ingezet en bewapend om hoogst illiberale economische regimes tot stand te brengen. Uw kritiek richt zich ook op liberaal individualisme. Dat is ‘verslagen door haar eigen succes’: het heeft de commodifcatie, de vermarkting, van de persoonlijke leefruimte gelegitimeerd. Hoe is dat gegaan? ‘Mijn probleem met hedendaags liberaal individualisme is het mensbeeld. Het idee van het individu dat het hanteert, is denigrerend naar de mens. Laten we zeggen dat er twee manieren zijn om te kijken naar het individu, beiden afkomstig uit de Westerse liberale traditie. Ten eerste de Angelsaksische visie van de homo economicus. Dat concept van het individu is heel primitief. Het zegt feitelijk dat een mens een bundeling van voorkeuren en verlangens is. De rede fungeert als een soort rekenmachine. Het individu kan dus worden gezien als losstaand van zijn gemeenschap. De tweede traditie begint met de oude Grieken en ontwikkelt zich daarna in begrippen als autonomie en zelfbeschikking. Het komt erop neer dat als het individu geen mensen om zich heen heeft, hij een barbaar is. Alleen door anderen begrijp je jezelf. Mensen in een gemeenschap vormen elkaar immers. Maar deze manier van kijken naar het individu is morsdood. Financialisering, dus de ongekende stempel die kapitaalophoping, losgekoppelde financiële markten en banken op het kapitalisme hebben gedrukt na de twintigste eeuw, heeft ermee afgerekend. We zijn nu allemaal consumenten, een hoopje smaken en voorkeuren. Wat ik bedoel met de gedachte dat liberaal individualisme door haar eigen succes is verslagen, is dat het succes van gefinancialiseerd kapitalisme, het einde van de Sovjet-Unie en de sociaal-democratie en de complete overwinning van Thatcherism het oorspronkelijke vrijheidsidee hebben vernietigd. Het idee namelijk van het individu als auteur van zijn eigen leven. Met de commodifcatie van de persoonlijke leefsfeer bedoel ik dat we nu ook in onze privésfeer consumenten zijn geworden. Ooit was dat het domein waar je ‘je eigen meester’ kon zijn. Dat is nu ook uitgehold. Door sociale media maken mensen zich permanent zorgen over hun digitale profielen en of die al dan niet door mogelijke nieuwe werkgever zullen worden bekeken. Zelfs een gesprek met vrienden is tegenwoordig onderdeel geworden van jezelf in de markt zetten. Met de commodifcatie van de persoonlijke leefsfeer eindigt het soevereine individu. En dat is een grote nederlaag voor het liberalisme.’ Als u het heeft over het oorspronkelijke liberalisme, dan lijkt dat niet onverenigbaar met deze vorm van kritiek op het kapitalisme. ‘Dat is het punt van Eva in mijn roman Another now. Eva geeft haar liberalisme nooit op, maar realiseert zich dat om de markteconomie echt vrij te maken, we voorbij het kapitalisme in haar huidige vorm moeten kijken.’ Maar in de praktijk zijn het niet uw bondgenoten? ‘Toen ik in 2015 minister van Financiën was van Griekenland, worstelde ik vooral met Wolfgang Schäuble [destijds minister van Financiën van Duitsland, red.]. Niet met Jeroen Dijsselbloem [destijds voorzitter van de Eurogroep, red.], die was nooit echt van belang. Als voorzitter stond hij in the picture, maar Nederland was en is – net als Griekenland – in Europees verband niet belangrijk. Dijsselbloem was simpelweg de loopjongen. Mijn grootste bondgenoten waren opvallend genoeg rechtse liberalen. Van links moest ik het niet hebben. Kijk naar wat Alexis Tsipras [toenmalig premier van Griekenland, red.] deed met het negeren van het referendum waarin het Griekse volk ‘nee’ zei tegen de bail-out-voorwaarden. Hij en ik zijn niet on speaking terms. Mensen als Norman Lamont, ooit minister voor Thatcher en een Tory, steunde me juist. Want waar ging het nu eigenlijk over? De Griekse staat ging bankroet na 2008. De Europese Unie legde de Grieken daarna de grootste lening ooit op, in absolute termen: 110 miljard euro. Ik zeg ‘opleggen’, omdat mijn hypothese is dat de Europese Unie altijd bedoeld is geweest om het tegenovergestelde van een democratie te zijn. Het Europees Parlement is een grap. Het is het enige parlement dat geen fatsoenlijke wetgeving kan maken. De Europese instituties functioneren überhaupt als vijgenbladen die moeten verbergen dat ze deel uitmaken van een niet wezenlijk democratisch geheel. Maar terug naar mijn punt: met die gigantische lening verplaatste de EU feitelijk de verliezen die vooral Duitse en Franse banken tijdens de crisis hadden geleden naar de Europese belastingbetaler. Als je zoveel geld uitleent aan een failliete staat op voorwaarde van enorme economische versobering die gegarandeerd voor een gigantische krimp van het nationaal inkomen zorgt, dat weet je dat het niet goed eindigt. Ik zei destijds simpelweg: dit moet stoppen. Dat hadden liberalen moeten doen, maar er was een marxist voor nodig!’ Terug naar uw kritiek op hedendaags kapitalisme. Het verhaal van het kapitalisme begon met het idee van markten die, door hun eigenbelang na te streven, het beste het publieke belang konden dienen. Dat verhaal eindigt in uw kritiek rond 1880. Wat gebeurde er toen? ‘Wat rond die tijd ophield te bestaan was het model van de slager, de bakker en de brouwer – de drie ondernemingsvormen waar Adam Smith zijn competitieve kapitalistische visie op baseerde in The Wealth of Nations. Ieder van hen zorgt voor zichzelf door goed bier, goed brood en goed vlees te leveren tegen lage prijzen. Want als ze geen betaalbare prijzen hanteren, gaat iemand anders er met hun klanten vandoor. Geen van allen geven ze écht om de mensen die hun goederen kopen, maar uiteindelijk dienen ze wel het belang van de gemeenschap. Wat zich in 1870, 1880 voltrok was de tweede industriële revolutie. Die creëerde zulke grote bedrijven dat concurrentie onmogelijk werd. Dat waren bedrijven die het gehele proces van productie onder zich kregen, bijvoorbeeld van het opwekken van elektriciteit via centrales tot het produceren van de lampen in de huizen van mensen, inclusief de snoeren. De marginale kosten om de markt te betreden werden gigantisch. Dat is één helft van het verhaal. De andere helft gaat over de financiering van deze megabedrijven. De beurzen konden die niet leveren. Die ontbrak het aan liquiditeit. Banken waren ook niet groot genoeg om geld te leveren. En dus gingen kleine banken samenwerken. Via conglomeraties [door fusies en overnames ontstane ondernemingen, red.] zorgde Big Business dus voor het ontstaan van Big Banks. Die grote banken hadden het vermogen om gigantisch hoeveelheden geld te creëren uit het niets. Toen Big Business gigantische winsten gingen maken, konden ze de leningen van de Big Banks terugbetalen. Hoe meer dat gebeurde, hoe groter de prikkel werd voor Big Banks om nóg meer geld uit het niets te drukken waar Big Business weer mee kon speculeren. En toen barstte de bubbel en crashte in 1929 de Amerikaanse beurs. Zo schiep de tweede industriële revolutie economieën van zo’n grote schaal met zulke enorme bedrijven, dat het de relevantie van het oorspronkelijke verhaal van het kapitalisme van Adam Smith over de bakker, de slager en de brouwer irrelevant maakte.’ Maar daar eindigt het verhaal niet… ‘Het gaat door. Het monopolistische kapitalisme begon in de twintigste eeuw en eindigde met de Great Depression. Na de oorlog hadden we een planeconomie tótdat we ons ‘eigen’ 1929 meemaakten met de financiële crisis van 2008. En nu hebben we een kapitalisme waarin Big Business leunt op de staat.’ U heeft stevige kritiek op het functioneren van de aandelenmarkten, omdat ze losgekoppeld zijn van de reële economie. Tijdens de huidige coronapandemie schieten de koersen omhoog terwijl de economische situatie zeer zorgelijk is. Dat fenomeen bereikt grote hoogtes sinds de financiële crisis van 2008. In uw ‘postkapitalistische economische democratie’ lijkt er überhaupt geen plaats voor de aandelenmarkten… ‘Nee, in mijn alternatief bestaan er geen aandelenmarkten meer. Mensen kunnen wel kapitaal vergaren. En ik zie een open, sterk competitieve markt voor leningen voor me. Je weet wel, het ouderwetse idee dat mensen hun spaargeld kunnen uitlenen aan anderen tegen een bepaalde rente. Het moet heel simpel worden voor gewone mensen om elkaar geld te lenen. Daarbij kunnen we gebruik maken van de infrastructuur van de centrale banken. Het is de hoogste tijd om ons een wereld voor te stellen waarin de markten werken, niet ondanks maar omdat we afscheid hebben genomen van de beurzen.’ Eerder dit jaar hadden we de GameStop-casus. Gebruikers van het online forum Reddit kochten massaal aandelen van gamingbedrijf GameStop, zodat hedge funds – die juist gokten op een daling van de aandelen – grote verliezen leden. Zagen we hier het begin van een alternatief? ‘De GameStop-Redditters zijn geen revolutionairen. Maar sommigen van hen die in GameStop investeerden, deden dat niet voor het geld maar omdat ze hedge funds – de professionele beleggers – een lesje wilden leren. Er was dus wel een ideologisch element aan de hele casus. Het was het gecoördineerde handelen van lilliputters, dat wil zeggen: de optelsom van de individueel beperkte inzet van velen, waardoor het zelfs hedgefunds op de knieën kon krijgen. Er zijn wat parallellen met wat ik in mijn roman crowdshorters noem. Maar het grote verschil is dat de crowdshorters in mijn boek een manifest hadden, en een visie op een ander soort markteconomie. Dat hadden de Redditters niet.’ In een speech vorig jaar stelde u dat het tijd wordt dat ‘TINA’ plaatsmaakt voor ‘TATIANA’. Oftewel, dat There Is No Alternative wordt vervangen door That Astonishingly There Is AN Alternative. Hoe ziet, naast het afscheid nemen van aandelenmarkten, uw alternatief eruit? ‘Ten eerste: ik denk niet dat er een substituut is voor markten. Een economie waarin de staat alle goederen en diensten levert, zal altijd leiden tot een combinatie van falen en autoritaire politiek. Ik wil niet in een soort China leven. Dan ben ik de eerste die in een Goelag belandt, terwijl mensen als Dijsselbloem in het Centraal Comité terecht zouden komen – laat daar geen twijfel over bestaan [lacht]. Tegelijkertijd vrees ik de macht van geprivatiseerde monopolies net zozeer als publieke monopolistische macht. Hoe dan ook houden markten op te bestaan door een concentratie van macht, van kapitaal. En kapitaal concentreert zich hoe dan ook als we markten hebben waar aandelen vrijelijk kunnen worden verhandeld. We hebben nu een situatie waarin aandelen zo zijn opgehoopt dat er feitelijk drie bedrijven zijn – BlackRock, State Street en Vanguard – die alles beheren. En vrijwel niemand heeft ooit van die bedrijven gehoord! De vraag is dus: hoe combineren we een gedecentraliseerde beslisdemocratie met efficiëntie en vrijheid? Mijn antwoord begint bij een basis aan kapitaal voor iedereen, een trust-fund. Ten tweede geloof ik dat iedereen dividend moet ontvangen van het kapitaal dat onze samenleving produceert. Het meeste van wat we produceren is namelijk het resultaat van collectief handelen. Denk aan de kennis en expertise die heeft geleid tot de COVID-19-vaccines. Waar kwam die kennis vandaan? Niet van de farmaceuten. Die hebben immers wetenschappers ingehuurd. En die zijn met publieke middelen opgeleid. Iedereen behoort dus te delen in de winst die gemaakt wordt met behulp van publieke kennis en middelen. Ten derde denk ik dat we af moeten van de huidige giftige verzorgingsstaat, dat hele bureaucratische proces waarin wordt bepaald wie wel of niet in aanmerking komt voor overheidssteun. Onze verzorgingsstaten veranderen staatsfunctionarissen in kleine despoten. En tot slot, en dat is de crux van mijn alternatief, zou ik het idee van één werknemer, één aandeel, één stem in bedrijven willen introduceren. Dat zou betekenen dat je niet langer de belachelijke situatie hebt waarin mensen niet eens weten wie eigenaar is van het bedrijf waar ze werken. Of dat de eigenaren dat zélf nauwelijks weten.’ Ziet u niets in het opbreken van bedrijven die markten domineren? ‘Ik begrijp mensen die pleiten voor meer regulering van multinationals. Ik begrijp ook economen als Elisabeth Warren, die voorstander zijn van het opbreken van bijvoorbeeld grote techbedrijven. Het is fout dat dit soort gigantische ondernemingen bestaan. Maar wie gaat beslissen welke bedrijven worden opgebroken? En in wat voor stukjes? In mijn alternatief met een ‘één werknemer, één aandeel, één stem’-model ontstaat er een soort Darwiniaans proces dat ervoor zorgt dat mensen überhaupt niet deel willen zijn van bedrijven met honderdduizenden werknemers. Want dat wordt in dat model immers onmogelijk om te managen. Zo ontstaat er een organisch proces dat uiteindelijk moet leiden tot bedrijven die tussen de, zeg, 50 en 9000 werknemers hebben. Dat is spontaner. En democratischer.’ De onvermijdelijke vraag, die ook uw roman wordt opgeroepen door de dialoog tussen Iris en Eva, luidt dan wel: hoe realistisch is een alternatief dat zo fundamenteel verschilt van de huidige situatie? ‘De geschiedenis leert ons dat haalbare alternatieven absoluut onhaalbaar lijken totdat ze tot stand zijn gekomen. Stel je eens voor dat je iemand die enkele eeuwen geleden leefde de huidige werkelijkheid zou moeten uitleggen. Je zou voor gek worden verklaard. In de negentiende eeuw was het grootste obstakel voor de anti-slavernijbeweging dat men dacht dat een wereld zonder slavernij onvoorstelbaar leek. Het was onmogelijk om je dat in te beelden, omdat er tot op dat moment nog nooit zo’n wereld had bestaan. Toen mensen dat tóch deden, of zich een wereld met algemeen kiesrecht voorstelden, beschouwden velen ze als krankjorem. Maar volgens mij moet je jezelf altijd de vraag stellen: zit iets logisch en begrijpelijk in elkaar? En als dat zo is, dan vinden we wel een manier om het haalbaar te maken.’ Daniël Boomsma is publicist en werkt als speechschrijver voor een ministerie. Idee-magazine is de periodieke uitgave van de Mr. Hans van Mierlo Stichting, het wetenschappelijk bureau van D66. Wij danken de auteur en de redactie voor hun medewerking. Dit artikel is onderdeel van de Sargasso serie Een ander kapitalisme.

Foto: UCL Institute for Innovation and Public Purpose (cc)

Video | Mariana Mazzucato – Mission Economy

De overheid gaat de put pas dempen als het kalf al dik verdronken is. Dat is zonde van het geld dat daarmee gemoeid is. Een pro-actieve overheid had natuurlijk haar geld gestoken in het voorkomen van dat ongeluk.

De econome Mariana Mazzucato is erg optimistisch over de rol die de overheid zou moeten spelen als voortrekker en regisseur van vernieuwingen die in samenwerking met publieke en private bedrijven de grote vaagstukken van vandaag de wereld uit helpen.

Hoe dan?

We kunnen alleen een begin maken met het vinden van antwoorden als we het kapitalisme fundamenteel herstructureren om het inclusief, duurzaam en gedreven door innovatie te maken die concrete problemen aanpakt. Dat betekent het veranderen van overheidsinstrumenten en -cultuur, het creëren van nieuwe kenmerken van corporate governance en ervoor zorgen dat bedrijven, de samenleving en de overheid samenwerken om een ​​gemeenschappelijk doel te delen.

Citaat uit synopsis ‘Mission Economy A moonshot guide to changing capitalism’.

Mooi voorbeeld vindt Mazzucato bijvoorbeeld hoe vlot overheid en farmaceutische industrie aan de slag gingen om Covid-19 te tackelen. Daar ontbreekt wel één belangrijk element aan: de overheid, wij dus, zien maar bar weinig terug van het geld dat er in is gestoken.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Closing Time | Exhaust

Voor elektronisch artiest Lee Gamble, muziek is politiek. Hij maakte onder meer de driedelige serie Flush Real Pharynx rondom het concept ‘semioblitz’ van schrijver en kritisch denker Mark Fisher (bekend van het pamflet Capitalist Realism: Is There No Alternative?). ‘Semiotic pollution’ noemde Fisher het ook wel, en dat is te horen op het tweede deel in de serie, Exhaust, over “the extreme sensory overload that comes with the oppressive late capitalist system we are forced to inhabit, studded with incessant noise and manipulation.” Deel drie, A Million Pieces Of You, klinkt hoopvoller, alsof Gamble ruimte wil geven aan het alternatief. Fisher besloot zijn pamflet dan ook met de woorden: “From a situation in which nothing can happen, suddenly anything is possible again.”

Foto: charlene mcbride (cc)

Kunst op Zondag | Kapitalisme en de menselijke factor

Deze week begonnen we aan een serie over kapitalisme. Omdat dat op zijn minst een fikse opknapbeurt nodig heeft, misschien zelfs aan vervanging toe is.

Joseph Beuys verklaarde ooit dat de menselijke creativiteit het ware kapitaal is. In de installatie ‘Das Kapital Raum 1970-1977’ vatte hij zijn ideeën daarover samen.

kapitalisme

En hoe dat dan gaat met een kunstwerk: Erich Marx (geen familie van…), zoon van een fabrieksarbeider en later rijk geworden met een bouwonderneming, kocht het werk van Beuys voor ruim vier miljoen en gaf het in permanente bruikleen aan het Hamburger Bahnhof museum voor modern kunst in Berlijn. In september 2020 overleed deze kunstverzamelaar en in 2022 droeg zijn familie een deel van zijn collectie over aan het museum.

De installatie was gemaakt voor de 1980 biënnale in Venetië en daarna weer opgebouwd in het museum voor moderne kunst in Schaffhausen (Zwitserland). Een en ander met financiële steun van een paar ondernemende kunstverzamelaars. Dat museum ging failliet toen, na jarenlange gerechtelijke procedures, het gedwongen werd het kunstwerk aan die kunstverzamelaars te geven. Die het weer verkochten aan Erich Marx.

Intermezzo: kijk hier naar een gesprekje in 2019 met Erich Marx.

Joseph Beuys sloot zich later aan bij de politieke partij Die Grünen, die in 1998 gefuseerde met Bündnis 90. Deze partij werd in 2021 met 118 zetels de derde grootste partij in de Bondsdag (het Duitse parlement).
In dit filmpje (5 min. 38) werd hij (in 1980) doorgezaagd over de haalbaarheid van een ander politiek denken over kapitaal.

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

Wees zo vriendelijk het systeem te saboteren

ESSAY - van Marina Lacroix, eerder verschenen in tijdschrift ‘De Helling, (redactie Wetenschappelijk Bureau GroenLinks)

Toen ik van de week mijn fiets uit de stalling bij de Zuidas wilde halen, liep voor mij op de brede, betonnen trap een zakenman. Oortjes in, beige trenchcoat, tas in de ene hand, een blikje in de andere. Halverwege plaatste hij het blikje met een soepele beweging op de trapleuning.

Ik versnelde en liep met hem op, tot hij me wel moest opmerken. Met een lach, deed hij zijn oortjes uit. Ik lacht terug: “Hoi! U zette net uw blikje op de trap neer”, opende ik. Even haperde hij. Toen begon hij zijn koptelefoon terug in zijn oren te frommelen en zei: “Dat was ik niet. Dat was iemand anders.”

Waarom deed hij dat? Ik kon me er wel wat bij voorstellen. Hij had net een werkdag in onze kapitalistische economie achter de rug (Excel-sheets gevuld, processen geoptimaliseerd, uren geschreven, contracten getekend) en handelde conform de logica daarvan.

Full disclosure: ook ik werkte in het grootbedrijf. Dat deed ik zonder scrupules. De vraagstukken waren leerzaam en relevant. Mijn collega’s en klanten inspirerend. De waardering voor eigen initiatief ruimhartig. Het gaf me meer voldoening dan ik bij ngo’s of in de publieke sector vond. Hartelijk dank dus aan ons kapitalistische systeem, dat zo’n gesmeerde werkplek opleverde.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Closing Time | Jaar van de boemerang

Al die crisissen, iemand al op de gedachte gekomen dat we zo langzamerhand in het jaar van de boemerang terecht zijn gekomen? Het ene rapport na het andere bewijzen het. De ‘resultaten’ van jarenlang neoliberale kapitalisme komen hard aan.

‘Year of tha Boomerang’ van Rage Against the Machine verwijst naar Jean-Paul Sartre. In een voorwoord van boek ‘De verworpenen der aarde’(Les Damnés de la Terre; The Wretched of the Earth) van Frantz Fanon.

Foto: urban-museum (cc)

Een ander kapitalisme

Vandaag start Sargasso met de serie Een ander kapitalisme. Auteurs van Sargasso en daarbuiten schrijven over wat er aan het huidige kapitalisme niet deugt, over mogelijke oplossingen, behulpzame perspectieven, of zelfs economische systeemwijzigingen. Over één ding is iedereen het eens: er moet iets veranderen.

Het kapitalisme. Zelfs in economisch zorgeloze tijden is er ongemak over. In de voorspoedige jaren 90 bijvoorbeeld begint in Nederland de gestage opmars van de SP. De partij die zich organiseert in ongeziene stadswijken en haar verzet naar het Den Haag van de paarse regenten brengt. Aan het eind van het decennium verschijnen op het wereldtoneel de antiglobalisten die zich keren tegen de net opgerichte WTO, de institutionele bekroning van de neoliberale globalisering. De protesten in 1999 in Seattle richten zich op alles wat er mis is met het kapitalisme. Zoals de schrijnende arbeidsomstandigheden die in No Logo van Naomi Klein worden belicht. De sweatshops aan de andere kant van de wereld zijn de keerzijde van onze zorgeloosheid.

Het kapitalisme blijkt in 2008 ook voor het westen een andere kant te hebben. Niet slechts ongemak, maar grote onrust en een najaar met angstige momenten. In haar financiële hart, waar regulering en toezicht vanaf de jaren tachtig is ontmanteld, blijken grote ongedekte risico’s te worden rondgepompt. Met de val van Lehman Brothers blijken de financiële innovaties die dat mogelijk hebben gemaakt te lijden tot een infarct. Met miljarden aan publiek geld worden de gevolgen van het privaat genomen risico beperkt en de westerse samenleving behoed voor een langdurige recessie. Het kapitalisme houd zich niet aan z’n eigen regels. Althans, de regels die ons zijn voorgehouden: dat ondernemersrisico tot grote winst kan leiden, maar ook tot verlies en faillissement. Too big to fail heet dat gebrek aan zelfreinigend vermogen van de markt. De winsten van voor 2008 worden privaat verdeeld, maar in de crisis vormt de overheid met publiek geld het vangnet voor de grote banken.

Closing Time | Shoplifters Of The World Unite

Let op: als je op Twitter zegt dat winkeldiefstal bij de Albert Heijn goed en moreel is dan kun je in Nederland (of in elk geval Rotterdam) de politie aan je deur krijgen die je “adviezen” geeft over wat je beter wel en niet kunt zeggen op social media. Misschien dat Morrissey geen zin had in gezeik van mensen die het verschil tussen systeemkritiek en opruiing niet snappen en daarom over het nummer ‘Shoplifters Of The World Unite’ (1987) toelichtte dat “[it does] not literally mean picking up a loaf of bread or a watch and sticking it in your coat pocket. It’s more or less spiritual shoplifting, cultural shoplifting, taking things and using them to your own advantage.” Maar zo’n slogan leent zich natuurlijk ook ontzettend goed voor kritische stukken over het kapitalisme – bijvoorbeeld hier van Slavoj Zizek over de rellen en plunderingen in Britse steden in 2011 en dit artikel van Seth Weeler dat serieus ingaat op de vraag hoe zo’n winkeldievengilde vorm zou kunnen krijgen. En laten we ook vooral niet vergeten dat “the origins of industrial capitalism itself are predicated on theft and trickery,” nietwaar?

Closing Time | Het K-woord

Na zijn optreden bij ‘de slimste mens’ kreeg Abel van Gijlswijk, de zanger van Hang Youth, er flink van langs: Hij schold namelijk te veel tijdens het aankaarten van misstanden die dagelijks vele mensenlevens kapot maken. Want beleefd blijven terwijl dat gebeurt, dat is voor de witte gematigde meute belangrijker dan daadwerkelijk iets doen. Want schelden, dat is alleen maar slecht voor je zaak. En nogal vervelend als je toch al niet van plan bent iets te doen.

Closing Time | The Competition

De komende weken hoor je hier in het kader van ‘een ander kapitalisme‘ ook muziek over dat thema. We trappen af met het album The Competition van Lower Dens. Dit is het laatste album dat de inmiddels opgeheven indiepop-band maakte en gaat over de psychotische effecten van het hedendaagse kapitalisme, met een boodschap: “you need radical and unquestioning compassion for yourself if you’re to reimagine what society could be.”

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Vorige Volgende