Twee manieren van overleven als Joden

Ik wil beginnen met een verwijzing naar een collega blogger, de Magnes Zionist, alias Jerry Haber (wat op zijn beurt weer een alias is van een Amerikaans/Israelische professor in de filosofie en Joodse medievalistiek). Ik heb Haber vaker geciteerd op dit blog. Dit keer ga ik hem zelfs twee keer aanhalen. Op de dood van Osama bin Laden reageerde hij met een citaat uit het bijbelboek Spreuken: Verheug je niet over de val van je vijand, juich niet als hij ten onder gaat.Want de HEER ziet het en keurt het af, en laat zijn woede op je vijand varen. Wind je niet op over kwaadaardige mensen, wees niet jaloers op goddelozen.Want wie kwaad doet, heeft geen toekomst,het licht van goddelozen wordt gedoofd. (Spreuken 24:17-20). Ik sluit me daar graag bij aan (en zie tot mijn verrassing dat Anja Meulenbelt op haar blog ook Haber's bijbelcitaat aanhaalt). Een tweede aanhaling van Haber betreft een stukje van hem waarin hij verwijst naar de Joodse filosoof Emil Fackenheim.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Enric Borràs (cc)

Joodse Lobby

Ze was decennialang de onbetwiste ‘grande dame’ van de Amerikaanse politieke journalistiek. Helen Thomas, inmiddels negentig jaar oud, liep al vijftig jaar mee in Washington. Ze mocht zitten op de voorste stoel in de persfoyer van het Witte Huis en legde Amerikaanse presidenten regelmatig met lastige vragen het vuur aan de schenen. Wat had ze immers te verliezen?

Meer dan je zou denken, zo bleek onlangs. Een pittige uitspraak in het voorbijgaan, gefilmd op een mobieltje, maakte afgelopen zomer een einde aan Thomas’ lange carrière als politiek verslaggeefster. Inmiddels heeft het beroepsgilde van Amerikaanse journalisten zelfs de stekker uit de ‘Helen Thomas Award’ getrokken, een oeuvreprijs voor journalistieke veteranen zoals zijzelf. Helen Thomas is in de kringen die er toe doen in rap tempo een besmet individu aan het worden: een sociale leproos.

Nu moet gezegd worden: mevrouw maakt het er zelf ook wel een beetje naar.

Het begon allemaal met een vriendelijk gesprekje van twee minuten in het park voor het Witte Huis, waar rabbijn David Nesenoff de correspondente tegen het lijf liep en zijn twee zonen aan haar voorstelde. Beiden wilden journalistiek gaan studeren. Of zij nog tips voor hen had. Thomas reageerde enthousiast: “Beslist doen. Daar word je absoluut gelukkig van. Je kunt de mensen informeren en je blijft altijd bijleren.”

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.