In de huidige versnipperende wereld is er in ieder geval nog één fundamentele eigenschap waarvan we kunnen zeggen dat die gemeenschappelijk is: wij zijn allen sterfelijk. Vroeg of laat zullen we allemaal het lootje loodje leggen. Voor de één wacht de steen op het gazon, de ander verwordt tot de verbrande inhoud van aardewerk op de schoorsteenmantel. De dood komt soms vroeg en rauw, maar even zo vaak zal hij geruisloos en traag zijn intrede doen. De dood is definitief. Waar we in ons leven nog enig idee hebben dat we zelf kunnen bepalen wie we zijn, ligt ons lot na de laatste dag definitief in de handen van anderen. En zijn we niets anders, dan herinneringen in andermans schedels.
James Gandolfini kon na zijn dood nog kort de beste acteur aller tijden zijn, een laatste lofzang die bij veel gestorven acteurs al gehoord werd, en ook in de toekomst nog vaak zal klinken. Heath Ledger was ook even de beste acteur die de wereld ooit gezien had, en cru genoeg zal het slechts een kwestie van tijd zijn tot Tony Soprano het niet meer is. Als de Sopranos-herhalingen weer gestopt zijn, als zijn dood alweer vergeten is en de sociale media haar steun al lang weer aan andere adressen dan de dertienjarige Michael betuigt, is James Gandolfini voor de wereld niks meer dan een gekreukelde dvd-box in een failliete dvd-zaak. Niks meer dan een geforceerd eerbetoon op een awardshow.