Ontwikkelingshulp niet alleen aan Nederlandse bedrijven uitgeven
COLUMN - We moeten niet alleen ontwikkelingshulp bieden in de sectoren waar Nederlandse bedrijven in gespecialiseerd zijn, vindt Jan Pronk. De ontbinding van hulp is een groot goed.
Bij het geven van ontwikkelingshulp moet men zich beperken tot terreinen waarin men zelf uitblinkt. Donorlanden doen er goed aan zich te concentreren op sectoren waarin zij echt iets te bieden hebben. Dat zijn vooral die sectoren waarin hun bedrijven zich qua kennis en technologie een voorsprong hebben verworven.
Er lijkt weinig tegen in te brengen. Aan amateurisme is geen behoefte. Kennis, ervaring en professionalisering zijn nodig om een hoog rendement te boeken.
Toch is dit een drogreden, net als de redenering die ik vorige keer besprak: versnippering is slecht, concentratie van hulp op een beperkt aantal landen is efficiënter, omdat de hulp per land dan een zekere massa krijgt. Ik bracht daar tegen in dat ontwikkelingsresultaten vooral worden bepaald door andere factoren dan de hulpomvang. Voor zover de schaal van belang is, gaat het om de totale hulp die een land krijgt, niet alleen de hulp van een enkele donor. De betekenis voor het ontwikkelingsproces en voor het ontwikkelingsbeleid van een hulpontvangend land staat voorop, niet de overwegingen van de hulpgever.