ACHTERGROND - Als vervuilende landen hun verplichtingen voor klimaatfinanciering niet nakomen, zullen ontwikkelingslanden in de toekomst vaker naar de rechter gaan om hun rechten op te eisen en een schadevergoeding te eisen voor klimaatschade. Dat verwacht onderzoeker Margreet Wewerinke, die wijst op een groeiend aantal initiatieven.
Onderzoeker milieurecht Margreet Wewerinke promoveerde afgelopen voorjaar op de vraag hoe landen die het meest hebben bijgedragen aan klimaatschade internationaal aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de schade die ze veroorzaken. Ze woont en werkt op Vanuatu, een van de eilandstaten in de Stille Oceaan. Die eilandstaten zijn kwetsbaar voor de gevolgen van klimaatverandering, wat Vanuatu eind maart aan den lijve ondervond toen cycloon Pam de kleine eilanden teisterde en elf mensen doodde, ruim drieduizend ontheemd maakte en 90 procent van de infrastructuur van het eiland vernielde.
In Vanuatu zijn de eerste stappen gezet om bedrijven die klimaatveranderingen veroorzaken aansprakelijk te stellen
Inheemse leiders uit Vanuatu hebben vorige week, samen met mensen uit andere eilandstaten en de Filippijnen, de eerste stappen gezet om internationale olie- en mijnbouwbedrijven die klimaatverandering veroorzaken daarvoor aansprakelijk te stellen. Ze tekenden een verklaring die is opgesteld in samenwerking met Greenpeace, waarin ze de intentie uitspreken de bedrijven aan te klagen op basis van de schendingen van mensenrechten als gevolg van klimaatverandering. Wewerinke licht toe: ‘De basis hiervoor is internationaal recht, met name de rechten van de mens. Het is nog niet duidelijk welk proces of tribunaal in dit geval met een claim benaderd gaat worden.’