Ik schaam me kapot, na het lezen van “Pas op! Vertrouw het niet. Werken in Nederland is niet wat je je ervan voorstelt.” Je staat internationaal natuurlijk gigantisch voor lul, als een bevriende ambassade haar werkloze onderdanen adviseert om vooral niet in jouw land te gaan werken. Omdat het via een glijdende schaal min of meer normaal is geworden, dat werknemers als een soort horigen behandeld worden. Wat een gaaf land, wat een superieure cultuur!
Geweten gesust
Natuurlijk wist ik wel van de idiote werkomstandigheden in bijvoorbeeld grote distributiecentra van on- en offline retailers. De nul-uren-contracten, bizarre roosters en slechte huisvesting, waarmee met name Oost-Europeanen geconfronteerd worden. De Groene had er vorig jaar al een uitgebreide reportage over gemaakt, en ik was toen heus wel verontwaardigd. Ik overwoog zelfs om mijn trouwe klandizie bij Albert Heijn te beëindigen. Mijn overweging om dat niet te doen, was dat Appie het in elk geval wel redelijk doet op gebied van duurzaamheid, een geweldige klantenservice heeft (eigenlijk gênant dat dit een criterium is, maar elke consument kent de frustratie van de kastje-muur-service) en de alternatieven…nou ja, die zijn geen haar beter. Versproducten en andere kleine dingen haal ik sowieso zoveel mogelijk op de markt of bij de lokale MKB-er. Bovendien vinden de meeste werknemers het blijkbaar wel prima, het gaat ze vooral om het – voor hun hoge – salaris. En klaar, geweten gesust.
Hoewel dat een heel menselijke manier van redeneren en goedpraten is, schaam ik me daar nu echt voor. Ik heb mijn geweten gesust met het idee dat het niet klopt, maar dat, nou ja, die mensen er wél beter van worden. En het kan altijd erger. Of zo.