Keltische verhalen

Als de Vlaamse auteur Herman Clerinx in zijn nieuwe boek Het oudste geheugen op aarde. Verhalen uit de Keltische wereld de La Tène-cultuur moet typeren, de tweede grote fase van de Keltische beschaving, schrijft hij: deze kunstenaars leefden gelijktijdig met de meesters van de klassieke Griekse kunst. Maar terwijl de Grieken bedreven waren in het realistisch afbeelden van mensen, hadden de Keltische kunstenaars een andere belangstelling. De dagelijkse werkelijkheid boeide hen niet; zij toonden liever hun dromen, hun angsten, hun fantasie en hun mythen. Ook dat herkennen we in de verhalen uit de Keltische wereld. Realistisch kunnen we die moeilijk noemen, fantasierijk des te meer. Ineens dacht ik: ja, dát is het. Wonderlijke goden met hertengeweien of drie gezichten, toverketels waar allerlei goeds in zit en dat in oneindige hoeveelheden, mensen die ingeklemd zijn in bomen: het zijn droomgezichten, fantasieën en soms ook angsten. Clerinx is een goede docent die vaak precies de juiste formulering weet te vinden.

Door: Foto: Cernunnos (Musée de Cluny, Parijs) copyright ok. Gecheckt 10-03-2022
Foto: Hunebed D15 copyright ok. Gecheckt 21-02-2022

De stenen van Stonehenge

RECENSIE - Ergens halverwege de jaren ’80 ging ik met een vriendin voor een weekje naar Engeland. Zij had in Londen gewoond en wilde wat vrienden opzoeken, ik had Oxford en Stonehenge op mijn bucketlijstje staan. Behalve dat je links moet rijden, het belabberde eten en de Britten zelf natuurlijk, is het best een aardig land. Londen vond ik niks, behalve het Hampstead Heath park, en Oxford was geweldig, maar vooral die paar uur bij Stonehenge zijn 30 jaar later nog steeds een aangename herinnering. Al wist ik er nauwelijks veel meer van dan de gemiddelde toerist, het maakt indruk en smaakte eigenlijk naar meer. Ik zag weliswaar nog een paar andere steencirkels en had daarvoor al eens een verdwaalde hunebed in Drenthe gespot, je rijdt daarna weer naar huis en bent al snel weer met andere dingen bezig.

Gelukkig is een mens nooit te oud om te leren en attendeert iemand je wel eens op een interessant boek. Zo las ik een tijdje terug een uitstekende recensie van ‘Een paleis voor de doden’ van de Belgische wetenschapsjournalist Herman Clerinx. Kijk, die man neemt geen halve maatregelen. Als er ergens in Nederland, België, Frankrijk of Engeland een interessante steen staat, dan staat die in het boek en vertelt hij je niet alleen een korte geschiedenis en de nodige anekdotes, maar ook waar je dat ding precies kunt vinden. Een veldgids. Om blij van te worden.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.