Modernisering van de ambtseed voor ambtenaren?

van mr. Huub Linthorst Hoe moderniseer je in bestuurlijk Nederland iets, als je zelf eigenlijk niet zo van veranderingen houdt? Door alleen de vorm te veranderen en niet de inhoud. Dat was het leidend beginsel bij de grondwetsherziening van 1983; en dat is het nu weer bij de beoogde herziening van de ambtseed voor rijks­ambtenaren.[1] Desondanks bleken er, zowel destijds bij de grondwetsherziening als nu bij de nieuwe ambtseed, toch ook nog wel wat inhoudelijke verbeteringen mogelijk te zijn. Maar het grote struikelblok is altijd weer de positie van de Koning. Bij de grondwetsherziening van 1983 leidde dat tot een compromis. Dat hield ruwweg in dat als het ging om bepalingen waarin een bestuurlijke taak of positie in het algemeen werd beschreven, gesproken werd over de regering. Maar als het ging om specifieke regeringshandelingen, werd gesproken over handelen door de Koning of namens hem; en als dat een besluit was, werd dat een koninklijk besluit. Ruwweg, want erg consequent was het allemaal niet. Over de ambtseed van ministers en staatssecretarissen werd in artikel 49 bepaald dat die door hen wordt afgelegd ten overstaan van de Koning en dat zij daarbij trouw beloven aan de Grondwet. Trouw aan de Koning werd niet nodig geacht. Trouw aan de persoon van de Koning was uit de tijd en trouw aan het instituut van het koningschap lag al besloten in trouw aan de Grondwet, want daarin is dat instituut al stevig verankerd en in detail geregeld. 1. Hoe “modern” wordt de eed voor rijksambtenaren? Bij de ambtseed voor rijksambtenaren wordt echter nog steeds het beloven van trouw aan de Koning zinvol geacht. Blijkens de toelichting – in bijlage 1 bij de brief van de minister van BZK – omdat het traditie is. Daarbij wordt er – net als bij de grondwetsherziening van 1983 – op gewezen dat het niet gaat om de persoon van de Koning, maar om de grondwettelijk verankerde functie. Daar wordt nu echter een opmerkelijke draai aan gegeven: de Koning is hier het instituut “als vertegenwoordiger van het gezag”. Dat roept de vraag op namens wíe hij over dat gezag zou beschikken; waar dat gezag vandaan komt. Dat kan alleen maar van God zijn. Niet voor niets onderschrijft de Koning in ieder besluit dat hij neemt, dat hij Koning is bij de Gratie Gods. Ook de Bijbel is er duidelijk over: “Er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld.” (Romeinen XIII, 1-7). Maar waarom zouden we moeten blijven proberen om iedere ambtenaar hiervan te doordringen; ook wanneer de ambtenaar kiest voor het afleggen van de belofte? En stel dat het lukt, en dat iedere ambtenaar zich er permanent van bewust is dat hij, als zijn functie met zich meebrengt dat hij gezag over burgers moet uitoefenen, dat gezag via de Koning van God heeft verkregen? Gaat dat bijdragen aan een nieuwe bestuurscultuur? Zou het eraan bijdragen dat, als de overheid – bijvoorbeeld de belastingdienst of het openbaar ministerie – eens een fout heeft gemaakt, dat snel en ruiterlijk wordt erkend en gecompenseerd? Vervolgens maakt de toelichting nog een tweede opmerkelijke draai. Uit het feit dat onlangs aan de Grondwet een algemene bepaling is toegevoegd, waarin gesteld wordt dat de Grondwet de grondrechten en de democratische rechtstaat waarborgt, én omdat in de voorgestelde tekst voor de ambtseed de eed van trouw aan de Grondwet gekoppeld blijft aan trouw aan de Koning – wat, zoals blijkt uit artikel 49 Grondwet, volstrekt overbodig is – zou de volgende conclusie getrokken kunnen worden: “Trouw zijn aan de Koning en de Grondwet hebben dus beide te maken met het dienen van Nederland als democratische rechtsstaat.” Dat is wat al te kras. Het lijkt een poging om de monarchie tot grondbeginsel van de democratische rechtsstaat te verheffen. Niet onbelangrijk in het kader van het recente wetsvoorstel van BZK met betrekking tot het verbieden van politieke partijen, waarin de beginselen van de democratische rechtsstaat centraal staan. Maar het erfelijk koningschap behelst een uitzondering op één van de beginselen van de democratische rechtsstaat: het in artikel 3 van de Grondwet vastgelegd grondrecht dat alle Nederlanders op gelijke voet benoembaar zijn in openbare dienst. Daar valt mee te leven, maar deze uitzondering – én het trouw zijn daaraan – op deze gekunstelde wijze koppelen aan de democratische rechtsstaat past niet in een operatie die beoogt de ambtseed te moderniseren. 2. Kan een republikein ambtenaar worden? Het leidt er ook toe dat de toelichting niet doet wat zij zou moeten doen: verduidelijken en mogelijke vragen beantwoorden. Nu roep zij onvermijdelijk de vraag op: kan een republikein ambtenaar worden? Het antwoord op die vraag moet zijn: Ja, mits hij zich bij het streven naar een republiek houdt aan de Grondwet en de wet. Maar dat staat niet in de toelichting. Daardoor rijst het vermoeden dat de schrijvers ervan geneigd zijn die vraag te beantwoorden met: Ja, maar daar geven we liever geen ruchtbaarheid aan. En als het gevolg daarvan is dat sommige lezers gaan denken dat een republikein géén ambtenaar kan worden, dan vinden we dat ook niet erg. 3. Hoe trouw moet een ambtenaar zijn aan “zijn” minister? Door al het gegoochel met begrippen wordt een kans gemist om iets te benoemen dat de laatste tijd nogal in de belangstelling staat: de spanning tussen de loyaliteit van ambtenaren jegens de minister die verantwoordelijk is voor alles wat zij doen, en hun taak om die minister te voorzien van deskundige adviezen, óók als die hem politiek niet goed uitkomen. Want ambtenaren hebben, net als alle andere werknemers, wel degelijk te maken met een specifieke vorm van gezag: dat van hun werkgever. En wie is dat, als het gaat om rijksambtenaren? De Koning? Echt niet. De Staat is hun werkgever en die wordt op dit gebied vertegenwoordigd door de betrokken minister. Maar als we het over alle rijksambtenaren als groep hebben, is er niets mis mee om te spreken over het door hen trouw of loyaal zijn aan de regering. Maar geef dan aan waar de grens daarvan ligt: bij de ambtelijke professionaliteit en de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat (óók als die niet in de Grondwet staan). 4. En de eed voor Kamerleden? Voor alle duidelijkheid: “trouw aan de Koning” vervangen door “trouw aan de regering” kan alleen in de ambtseed van rijksambtenaren, gelet op hun arbeidsrechtelijke positie. In de eed voor Kamerleden – die óók aan modernisering toe is – zou het net zo ongepast zijn om hen “trouw aan de regering” te laten beloven als “trouw aan de Koning”. Volksvertegenwoordigers staan niet onder gezag van de regering en ook niet onder dat van de Koning “als vertegenwoordiger van het gezag”. Als Kamerleden zich houden aan de Grondwet, de wet en de niet in de Grondwet opgenomen beginselen van de democratische rechtsstaat – zoals het legaliteitsbeginsel en de scheiding van kerk en staat – is dat al mooi genoeg. [1] Brief van de minister van BZK van 20 januari 2023, Kamerstukken II 2022-2023, 29362, nr. 320. Deze column verscheen eerder bij het Montesquieu Instituut. Mr. Huub Linthorst is voormalig directeur Wetgeving & Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken.

Foto: Ramses van Bragt (cc)

Grondwets­discussie zonder lijn

COLUMN - van Prof.Dr. Joop van den Berg

Het gaat er bij herzieningen van de Grondwet in Nederland nogal onnavolgbaar aan toe. Zo heeft in de afgelopen week de Tweede Kamer een aantal wijzigingen aanvaard in tweede lezing die geen enkel verband met elkaar hebben en er ligt nog een onoverzichtelijk voorraadje dat ook in tweede lezing moet worden besproken. Dit, nog afgezien van de voorraad voorstellen die ergens in een van beide Kamers rondzwerft, zonder dat iemand weet wanneer die worden afgewerkt.

Vanwaar die chaotische situatie? De treurigste reden stellen wij maar meteen voorop: in het algemeen vinden leden van Tweede en Eerste Kamer de Grondwet niet zo interessant. Veel neiging om er energie in te steken is er niet en als de agenda dus een beetje volloopt met actualiteiten, schuift de behandeling van grondwetsvoorstellen al snel maanden zo niet jaren op. Over grondwetsvoorstellen worden soms wel, meestal geen afspraken gemaakt in het regeerakkoord en als het wel gebeurt dan blijft dat zonder politieke verplichting. Voordeel voor Kamerleden is dat zij betrekkelijk vrij kunnen oordelen over wijzigingsvoorstellen; nadeel is dat de uitkomst onvoorspelbaar wordt. Als er al echte belangstelling is, komt die eerder uit de Eerste Kamer dan uit de Tweede.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: copyright ok. Gecheckt 04-10-2022

Nieuwe Kamerleden die de grondwet naast zich neer leggen

ANALYSE - Het lijkt toch weer gelukt. Ondanks alle tegenstellingen tussen links en rechts, jong en oud, voorstanders en tegenstanders van feiten. Samen zijn we er weer in geslaagd 150 nieuwe kamerleden te kiezen. Als Baudet niet alsnog het draaiboek van Trump erbij pakt, kan de kiesraad vrijdag, zonder te worden gestoord door binnendringende activisten, de uitslag vaststellen. De nieuwe Tweede Kamer kan dan geïnstalleerd worden.

In dit artikel, onderdeel van de serie politiek zonder partijen, meer over wat er volgt na die installatie. Want de meerderheid van de Tweede Kamerleden zal als één van de eerste activiteiten de grondwet naast zich neer leggen.

Bij de installatie leggen Kamerleden een eed of belofte af, zoals artikel 60 van de Grondwet voorschrijft: “Op de wijze bij de wet voorgeschreven leggen de leden van de kamers bij de aanvaarding van hun ambt in de vergadering een eed, dan wel verklaring en belofte, van zuivering af en zweren of beloven zij trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van hun ambt.”

Kamerlidmaatschap is bij grondwet een individuele zaak

Die eed, of belofte is een individuele aangelegenheid, zoals het kamerlidmaatschap zelf dat ook is. Het mandaat is een individueel mandaat. In de woorden van historicus Geerten Waling in zijn boek zetelroof: “De kiezer stemt niet op een partij […] Het mandaat wordt verstrekt door de kiezer, voor de termijn van vier jaar […], aan de individuele kandidaat.” Dat is ook zichtbaar op het stembiljet. Want je kunt niet op een partij stemmen, louter op individuele kandidaten. Hoewel ze meestal wel lid zijn van een partij.

Foto: Schermafbeelding videostream Tweede Kamer stemmingen moties 18 maart 2020

Waarom een quorum: Kamerleden zijn geen stemvee

COLUMN - door Prof.Dr. Bert van den Braak

Nu het fysiek lastig is voor Kamerleden om samen te vergaderen en dat zelfs bijna wordt ontraden, komt de vraag op: moeten Kamerleden niet gewoon vanuit huis digitaal de presentielijst kunnen tekenen? Het voor plenaire vergaderingen grondwettelijk vereiste quorum (76 leden in de Tweede Kamer en 38 leden in de Eerste Kamer) is dan immers makkelijker te bereiken.

Minstens zo belangrijk is echter de constitutionele regel dat er in het parlement geen stemoverdracht mag plaatsvinden, waarbij dus een Kamerlid een stem uitbrengt voor een ander (afwezig) lid. Het volstaat niet dat er een fictief aantal leden aanwezig is.

Dat verbod op stemoverdracht werd formeel vastgelegd door verwerping van een daartoe strekkende grondwetsherziening in 1952 (het ging toen overigens alleen om stemmen namens leden die internationale verplichtingen hadden). Het werd herbevestigd bij de grondwetsherziening 1983 en nog eens in 1994, toen minister Van Thijn bij de behandeling van het grondwetsvoorstel over tijdelijke vervanging van Kamerleden zei stemoverdracht alleen mogelijk te achten na grondwetsherziening. Enkele fracties opperden die mogelijkheid. Hij zei toen:

“Stemoverdracht heeft iets weg van een reductie van de functie van de volksvertegenwoordiging. De volksvertegenwoordiging is toch meer dan “stemvee”. En ook: “Laat ik overigens vooropstellen dat ook voor stemoverdracht grondwetswijziging nodig is.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: NiederlandeNet (cc)

Zitting, zittingsduur, opening en sluiting: bij ons anders dan in het VK

ANALYSE - van Prof.Dr. Bert van den Braak.

Bij de mogelijke sluiting van de zitting van het Britse Lagerhuis en latere opening van een nieuwe zitting, is het aardig om naar de Nederlandse regeling te kijken.

Anders dan in het Verenigd Koninkrijk kent ons land sinds de Grondwetswijziging van 1983 geen parlementaire zittingen meer die worden gesloten en geopend. Er is wel een zittingsduur bepaald voor beide Kamers. Die is voor beide Kamers vier jaar, maar kan korter zijn bij tussentijdse ontbinding.

Voor de Tweede Kamer geldt bovendien dat de zittingsduur niet langer mag zijn dan vijf jaar. De Eerste Kamer kan een langere zittingsduur hebben dan vier jaar, als bij wet is bepaald dat de zittingsduur van Provinciale Staten is verlengd.

Beide Kamers kunnen worden ontbonden. Er moeten dan wel altijd direct verkiezingen worden uitgeschreven en de ontbinding gaat pas in op het moment dat de nieuw gekozen Kamer aantreedt.

Op Prinsjesdag, de derde dinsdag van september, geeft de Koning (of eventueel een minister) een uiteenzetting van het regeringsbeleid (de troonrede). Via een wet kan worden bepaald dat dit op een ander tijdstip plaatsvindt.

Tot 1983 kenden we zittingen van het parlement, zoals het VK dus nog steeds kent. De gewone zitting werd (sinds 1888) op de derde dinsdag van september geopend en eindigde lange tijd op de zaterdag vóór Prinsjesdag. De sluiting ging met een rede en enig ceremonieel vertoon gepaard. Bij (reguliere) verkiezingen werd de zitting al eerder gesloten en werd een buitengewone zitting geopend. Tot 1922 gebeurde dat vaak door de Koning(in). Die buitengewone zitting werd ook kort voor Prinsjesdag gesloten.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De democratische rechtsorde kun je niet met onconstitutionele middelen bevorderen

ANALYSE - door Prof. dr. Tom Zwart

© Sargasso logo democracy-shaun-apple-3Op 21 december jongstleden heeft minister Dekker het wetsvoorstel ‘Transparantie van maatschappelijke organisaties’ opengesteld voor internetconsultatie. Het voorstel verplicht maatschappelijke organisaties om donaties van €15.000 en meer openbaar te maken. Op die manier wil de minister voorkomen dat organisaties afhankelijk worden van één bepaalde financier, die daardoor zeggenschap krijgt over de koers. Dat zou vooral problematisch zijn als die organisatie zich daardoor laat verleiden tot gedrag dat indruist tegen de Nederlandse rechtsstaat. Politieke organisaties zijn van dit regime uitgezonderd omdat voor hen een aparte regeling geldt, te weten de Wet financiering politieke partijen.

Een belangrijke vraag is welk maatschappelijk probleem de minister met deze wet wil oplossen.

Zijn er in Nederland maatschappelijke organisaties die zich schuldig maken aan antirechtstatelijk gedrag omdat zij daartoe door een donateur worden aangezet? Die vraag is de regering al meerdere malen gesteld, maar zij is er tot nu toe niet in geslaagd om daarvan voorbeelden te geven. Bovendien kan een maatschappelijke organisatie die op deze manier over de schreef gaat nu al met behulp van de strafwet en de verbodenverklaring ex art. 2:20 BW worden aangepakt. Of het gedrag uit de koker komt van de geldschieter of de organisatie zelf doet dan niet ter zake.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Toch weer constitutionele toetsing

COLUMN - door Prof.Dr. Joop van den Berg.

© Sargasso logo democracy-shaun-apple-3Nederland is een zeldzaamheid geworden als het gaat om de bevoegdheid van de rechter wetten aan de Grondwet te toetsen. In verreweg de meeste landen om ons heen is er een vorm van constitutionele toetsing door ofwel een apart daartoe ingesteld hof of door de gewone rechter.

Dat is niet altijd zo geweest. In de meeste landen van Europa waar een democratie tot stand is gebracht, werd de rechter (als niet-gekozene) ongeschikt verklaard om wetten aan de grondwet te toetsen. Zoiets moest voorbehouden blijven aan de wetgevende vergadering, bij ons Tweede en Eerste Kamer. Juist de parlementaire democratie, die zo zeer het zwaartepunt van de politieke macht legt bij de (gekozen) wetgevende vergadering, stond op gespannen voet met een eigen rol van de rechter bij de interpretatie van de grondwet. Het waren daarentegen presidentiële stelsels waar het bestaan van een constitutioneel hof, naar Amerikaans voorbeeld, gebruikelijk werd. Noch het Britse koninkrijk, noch de Franse derde en vierde Republiek, noch landen als België en de Scandinavische landen waren met een constitutionele rechter vertrouwd.

Vooral in de periode na 1945 is de constitutionele rechtspraak gebruikelijk geworden, zowel in presidentiële democratieën als in parlementaire stelsels. Waarschijnlijk heeft daarbij het belangrijke Duitse Bundesverfassungsgericht een rol gespeeld als voorbeeld. In de meeste Midden- en Oost-Europese staten zijn de nieuwe democratieën van na 1990 voorzien van constitutionele rechtspraak (met intussen alle problemen van dien!). Zelfs Groot-Brittannië kent nu een vorm van rechterlijke toetsing aan de constitutie, ook al is daar geen geschreven grondwet. Nederland is dus min of meer alleen komen te staan, meer nog dan bij het referendum.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Einde aan de fictie

COLUMN - door Dr. Bert van den Braak.

© Sargasso logo democracy-shaun-apple-3Er is niemand die ontkent dat de huidige procedure voor grondwetsherziening onbevredigend is. De gang van zaken na de verkiezingen van 2017 versterkte die onvrede nog. GroenLinks liet openlijk weten afhandeling van het voorstel over de constitutionele toetsing te hebben getraineerd in de hoop dat er nu wel een meerderheid voor zou zijn. En (eerdere) initiatiefnemers weigerden voorstellen voor de tweede lezing van een grondwetsherziening in te dienen, waardoor zelfs onduidelijk was of die tweede lezing er wel kon komen. Het ging om twee zaken die evident strijdig waren met de bedoeling van de grondwetgever.

Fundamenteler is dat de uit 1848 daterende regeling al zeker een eeuw niet tot het beoogde doel leidt, namelijk kiezers de kans geven zich uit te spreken over voorliggende voorstellen tot grondwetsherziening.

Toen de regeling in 1848 werd bedacht, kenden we nog geen partijen. Tweede Kamerleden werden op basis van absolute meerderheid per district gekozen. Kiezers konden stemmen op een voor- of tegenstander van de herziening en de uitkomst zou dan – zo kon toen nog worden verwacht – duidelijk zijn. De zware procedure met versterkte meerderheid in de Eerste Kamer, moest overigens vooral verhinderen dat de liberale hervormingen van 1848 door conservatieven en Koning zouden worden teruggedraaid.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Tom Roeleveld (cc)

Integriteit in het parlement: voorstel voor een nieuwe procedure

ANALYSE - Een bijdrage van Prof.Mr. Erik Jurgens.

In De Hofvijver van 29 januari 2018, waarin meerdere interessante bijdragen staan over de toetsing van de integriteit van politici en bestuurders, vraagt Paul Bovend’eert om een procedure binnen de beide Kamers van het Parlement bij vermeende schending van integriteit.

In een artikel in het Tijdschrift voor Constitutioneel Recht, januari 2018, doet hij verslag van zulke regelingen bij enige buitenlandse parlementen.

Ik val hem graag bij, vanuit samen twintig jaar ervaring in elk van beide Kamers. Niet alleen omdat op schending van integriteit sancties moeten staan, maar ook omdat volksvertegenwoordigers zich moeten kunnen weren tegen valse beschuldigingen. Beschuldigingen gaan immers in het huidige media-tumult vaak een eigen leven leiden, tot schade van de betrokkenen, ook al blijken ze onwaar.

De Grondwet waakt terecht krachtig over de onafhankelijkheid van de gekozenen. Van oudsher gold die waakzaamheid met name inbreuk daarop door regeringen. Sinds de parlementaire democratie de norm is geworden heeft het parlement het laatste woord over de regering. Pogingen tot inbreuk op zijn onafhankelijkheid uit die hoek kunnen de Kamers krachtig afweren. De inbreuk komt nu vooral van elders.

De leden “stemmen zonder last”, zo beveelt de Grondwet indringend, in art 67, lid 3. Maar aanvaarden leden wel een last, dan is daarop geen enkele sanctie. Zo spraken sommige fracties af om – bij het raadgevende referendum inzake het Oekraïne-verdrag van de EU – hun stem over de goedkeuring daarvan te laten bepalen door de uitkomst van die volksraadpleging. Daarmee aanvaardden zij dus een last om op een bepaalde wijze hun stem uit te brengen…

Foto: Alatr0n (cc)

Facebook aan banden?

OPINIE - De groeiende macht van sociale media bedrijven dwingt tot regelgeving. Met het risico op aantasting van de grondwettelijke uitingsvrijheid.

Het Centraal Planbureau doet voorstellen voor een vergunningstelsel met regels voor digitale platforms zoals Facebook, Google en Amazon. Aanleiding is de groeiende macht van de bedrijven achter deze sociale media. De overheid blijft achter met de regulering van deze giganten die in de praktijk, zeker in vergelijking met andere bedrijfssectoren, nog steeds volledig vrij spel hebben. Op Europees niveau wordt er al jaren over regelgeving gesproken. Duitsland wil een boete zetten op het niet snel genoeg verwijderen van haatzaaiende berichten.

Gezien de enorme macht van de bedrijven die de sociale media beheren is regelgeving zeker te verdedigen. ‘Digitale platforms treden op als makelaar voor uiteenlopende diensten en producten,’ schrijft het CPB, ‘maar hebben één ding gemeen: zij ordenen informatiestromen tussen hun gebruikers.’ Hoe dat precies werkt is voor de individuele gebruiker niet inzichtelijk. Maar er wordt in elk geval veel aan verdiend. En er zijn enkele verontrustende effecten voor het vrije verkeer van informatie zoals de verspreiding van nepnieuws via botnets en het ontstaan van filterbubbles.

De grote spelers op het gebied van sociale media hebben weinig te duchten van concurrentie. De klanten wisselen niet snel van platform, merkt het CPB op. Als er al sprake is van concurrentie zal dat er eerder toe leiden dat er nog slimmere strategieën worden ontwikkeld om advertenties binnen te halen. En niet in het voordeel van de klant: ‘Concurrentie zal de risico’s rond informatieordening eerder versterken dan beperken.’

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Volgende