Een nieuwe kans voor de revolutie

De biennio rosso, ‘de twee rode jaren’. Zo noemt men in Italië de periode direct na de Eerste Wereldoorlog. Bloedrode jaren, wel te verstaan. Het was een periode van chaos en economische neergang, van stakingen en grof geweld om stakingen te breken. Van gevechten tussen communistische knokploegen en groepen teruggekeerde frontveteranen waarbij tientallen doden vielen. Italië, zo luidde de overtuiging van de communisten, was rijp. De wereldoorlog had alleen maar teleurstelling gebracht (en misschien was die nergens zo groot als in Italië), ze had bourgeoisie uitgeput en de arbeidersklasse rijp gemaakt voor de Revolutie. Na Rusland en Duitsland gold ook in Italië: nu of nooit. En de heersende klassen begrepen dat ook. In die chaotische jaren speelde Antonio Gramsci een hoofdrol. De zinloze orgie van geweld verscheurde de socialistische partij en in 1921 trad Gramsci, ‘die manke uit Sardinië met een goed stel hersens’ (aldus Mussolini) toe tot de kersverse communistische partij, die strijd tot het bittere einde wilde voortzetten. Lenin was Gramsci’s held, Rusland was zijn grote voorbeeld. In oktober 1921 was Gramsci in Moskou voor een onderhoud met de grote leider, om van hem te horen hoe Italië tot het revolutionaire kookpunt kon worden gebracht. Maar een paar dagen later was alles voorbij. Benito Mussolini, ooit socialist, nu leider van de oproerige veteranen, organiseerde een ‘Mars op Rome’. Een kleurrijke operettevoorstelling die ertoe leidt dat de heersende partijen de macht overdroegen aan de duce van deze ‘fascisten’. Gramsci had het nakijken. Anderhalf jaar bleef hij in Moskou, om daarna op bevel van Lenin terug te keren en de leiding op zich te nemen van het zinkende schip van de communistische partij.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.