De magie van Barcelona is ongekend. Of het nu de organische architectuur van Gaudi, het weidse uitzicht van de Montjuich of het sterrenensemble van Barça is, de stad oefent een grote aantrekkingskracht uit op haar bezoekers, getuige het feit dat jaarlijks 29 miljoen mensen de stad bezoeken, waarvan er 9 miljoen in de stad overnachten. Dat Barcelona niet altijd deze status heeft gehad, is minder bekend. En dat was de reden voor het van Gogh museum om een speciale tentoonstelling over het Barcelona van 1900 samen te stellen.
Door de samengang van de koninkrijken Aragon en Castilië in 1469, nadat Fernando van Aragón trouwde met Isabella van Kastilië, werd de vereniging van Spanje bezegeld en verloor de stad veel van van haar grandeur op het internationale toneel. Pas aan het eind van de negentiende eeuw begon de stad weer te herleven; de oude stadsmuren werden geslecht waardoor er ruimte voor groei en uitbreiding ontstond, genoodzaakt door de grote woondichtheid van de stad. Eixample was de eerste wijk die gebouwd werd in deze periode en dit was de opmaat voor een opleving in de economie en de industrie. Barcelona wilde graag het Parijs van het zuiden worden, maar kreeg bekendheid als de Roos van vuur en de Stad van de bommen