In Nederland nemen we de woorden van de politici met een korrel zout. En mededelingen van de NS met een hele zak. Maar waar het op de media -en vooral onze vertrouwde NOS aankomt, gaan we er vaak vanuit dat wat we te zien en te horen krijgen, min of meer klopt. Onze media zijn immers onafhankelijk. Toch?
Hoe meer ik de verslaggeving van de Nederlandse media (online) lees met betrekking tot gebeurtenissen die ik van dichtbij meemaak in de Gazastrook, des te meer ik mij afvraag of de betreffende correspondenten ooit een school heeft afgemaakt. Het laatste voorbeeld heeft betrekking op de geweldsuitbarsting van de laatste kleine 24 uur in de Gazastrook.
Rond 16.00u gisterenmiddag zat ik met vrienden in een taxi op weg naar huis, na wat uren uitwaaien op het strand. Wanneer we mijn huis op vijf minuten na genaderd zijn, wordt de weg geblokkeerd door een massale samenloop van mensen, uitsluitend mannen en jongens. De geur van verbrand rubber hangt in de lucht. Wanneer ik de taxichauffeur vraag wat er gebeurd is, antwoord hij met een bedrukt gezicht ‘qasf’, wat zoveel als bom(bardement).
Midden in de dichtbevolkte wijk Tel al Hawa, op een steenworp afstand van een ziekenhuis, had Israël daar een auto bestookt. De twee inzittenden waren op slag dood: Zuhair Qaisa (Secretaris-Generaal van het Popular Resistance Committee) en Mahmoud Ahmad Hunein (een man uit Nablus, Westelijke Jordaanoever, die in oktober was vrijgekomen uit Israëlisch gevangenschap, als onderdeel van de uitwisseling tegen soldaat Gilad Shalit). Enkele voorbijgangers raakten gewond, van wie één ernstig. De kinderen om de autowrak heen stonden, vertelden me hoe ze kort voor de explosie de drones (verkennings-en bombarderingsvliegtuigjes) al in de lucht hadden zien zweven.