Docent Piet Kaashoek van de Fontys Hogeschool Journalistiek in Tilburg, is met de dood bedreigd door een 19-jarige student. Kaashoek (“taalkundige, publicist, neerlandicus, columnist”, maar helaas geen begenadigd webeditor, getuige zijn site) googlede zichzelf en ontdekte op een site voor gamers de volgende tekst van ene Kwark: “Kent iemand trouwens Piet Kaashoek? Dood hem, mensen. Ouwe met pornosnor, kale hoofd en één übercharisma. Geeft mij onvoldoende voor toets.”
Volgens de Journalist kwam Kaashoek achter de ware identiteit van de student dankzij het speurwerk van zijn zoon die werkt voor een ‘onderzoeks- en adviesbureau dat werkt op het gebied van innovatie’, whatever that might be. Nu ken ik de geschiedenis tussen de student en de heer Kaashoek niet, en gamen heb ik nooit begrepen, laat staan internetfora over gamen. Maar in hoeverre is de term ‘doodsbedreiging’ van toepassing?
De beste man werkt al sedert 1981 op de journalistiekopleiding in Tilburg. Dertig jaar later en hij wekt de indruk niet helemaal de waarde in te schatten van internetfora over gamen, krabbels op Hyves, berichten op Facebook, comments op blogs. Natuurlijk, posters verwarren nogal eens de publieke met de private ruimte en de goede met de slechte smaak. Maar kan je de kreet van de 19-jarige direct vertalen naar een doodsbedreiging? Als we op alle grove verwensingen op het net af moesten gaan was half politiek Den Haag al afgeslacht. En een moord hebben we helaas nooit kunnen voorkomen dankzij mails en verklaringen op websites van daders. Maar de zin “Dood hem”, die is ingebed tussen de woorden “ouwe met pornosnor”, is die niet van een andere orde?