Goede doelen genoeg, maar waar heeft je geld impact?

Vorig weekend werd in de VS een lunch met Warren Buffett geveild voor 4 miljoen euro. Het volledige bedrag gaat naar het goede doel. Voor Nederlandse begrippen is dit een uitzonderlijk grote donatie, al zijn we een liefdadig volk. Kwantiteit is echter niet het enige dat telt. Iemand die miljoenen euro's betaalt uit liefdadigheid kom je niet snel tegen in Nederland. Het grootste terugkerende inzamelingsevenement in Nederland, Serious Request van 3FM, bracht in 2018 bijvoorbeeld ‘maar’ 1.3 miljoen euro op. Over een heel jaar gezien komen we met z’n allen een stuk verder: 90% van Nederlandse huishoudens doneert minstens een keer per jaar aan een goed doel. In totaal schenken we daarmee jaarlijks 2.5 miljard euro aan goede doelen per jaar. Dat is gemiddeld zo’n €147,- per Nederlander. Met donaties van bedrijven erbij komt dit bedrag op 4.5 miljard euro. Ten slotte leveren goede doelen-loterijen, overigens een klassiek Nederlands concept, liefdadigheidsorganisaties jaarlijks 500 miljoen op.

Foto: copyright ok. Gecheckt 28-09-2022

Verwelkom de filantroop

Met de gestage toename van de ongelijkheid in Nederland, rukt de liefdadigheid op. Hoogopgeleiden, ouderen en veelverdieners zullen de komende jaren naar verwachting meer geven aan de nationale kunst- en cultuursector. Maar hoe gewenst is dat eigenlijk?

Naast de grotere particuliere rijkdom en de toegenomen ongelijkheid speelt ook de terugtredende overheid een rol bij de opmars van de liefdadigheid. Doordat de overheid kort op subsidies, worden meer organisaties, initiatieven en mensen afhankelijk van particuliere giften en donaties. Denk bijvoorbeeld aan de kunstensector.

Als het aan staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Halbe Zijlstra ligt, neemt de mecenas de rol van de overheid over. Of Zijlstra zich niet rijk rekent is de vraag. Er is geen mecenas die erom zit te springen om de gaten in de rijksbegroting te stoppen. Donateurs zijn vaak wel bereid om projecten te financieren maar willen niet voor de lopende kosten van iets opdraaien. Desalniettemin wint filantropie terrein.

Armoede in Nederland bestaat niet, dus is de armenzorg overbodig
Tot twintig jaar geleden was liefdadigheid een besmet begrip; het werd geassocieerd met paternalisme, bevoogding en willekeur. Liefdadigheid, zo was toen de algemene gedachte, was iets uit de 19de eeuw en had te maken met de groteske armoede in de opkomende industrie- en handelssteden als bijvoorbeeld Londen, Manchester en Amsterdam. De Britse schrijver Charles Dickens was de bekendste chroniqueur van deze voor vele Europese arbeiders en werklozen uiterst miserabele periode. Met de algemene bijstandswet van 1965 hadden we dat hoofdstuk toch wel afgesloten.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Quote van de Dag: Nemen en geven

Quote van de Dag: Nemen en geven

[qvdd]

Zo is het in een tijd van heroverweging van overheidsuitgaven van belang dat particulier geven wordt bevorderd. Een samenhangend en duidelijk fiscaal regime dat stimulerend werkt, draagt daaraan bij.

In een brief aan de Tweede Kamer (pdf) deelt het kabinet mee dat het duurzaam wil samenwerken met de goede doelensector.

Afgelopen dinsdag tekenden kabinet en de SBF (Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie) het convenant ‘Ruimte voor Geven’. Uit de brief: “Met dit convenant onderstrepen de filantropische sector en het kabinet hun wens om te komen tot een langdurig partnerschap. Een structurele samenwerking op de vele publieke terreinen waar zij actief zijn, onder meer op het terrein van gezondheidszorg, sport, cultuur, natuur, milieu, onderwijs, wetenschap, ontwikkelingssamenwerking, leefbaarheid en welzijn. Van de zijde van de overheid vraagt dat laatste om het scheppen van randvoorwaarden om die inzet mogelijk te maken”.

De overheid neemt, u geeft.