Het oude liedje van de hulp

Dik tien jaar geleden was Eveline Herfkens (PvdA) minister van ontwikkelingssamenwerking. Zij besloot het aantal landen dat hulp ontving drastisch terug te brengen, tot een stuk of negentien. Nu is het een staatssecretaris die over het onderwerp gaat, Ben Knapen (CDA). Een van zijn belangrijkste voornemens: het aantal landen terugbrengen tot onder de 16. Het zijn er nu 36, terwijl Herfkens er 22 achterliet. Een tweede oud refrein is dat de hulp meer ten dienste moet staan van het Nederlandse bedrijfsleven. Minder onderwijs en gezondheidszorg, meer infrastructuur en andere 'harde' investeringen. De multinationals zelf krijgen overigens steeds meer oog voor de softe kant in de arme landen waar ze opereren. De relatie met ontvangende landen moet minder eenzijdig, zegt Knapen, ongeveer het argument waarom 'ontwikkelingshulp' ooit omgedoopt werd in 'ontwikkelingssamenwerking', zonder dat er wezenlijk iets veranderde. Kortom, in de afgelopen tien jaar heeft in elk geval het Nederlandse beleid op dit terrein weinig ontwikkeling doorgemaakt, en te vrezen valt dat dat ook de komende jaren niet het geval zal zijn. En dat terwijl de WRR eerder dit jaar nog een steekhoudend voorstel tot hervormingen deed, waarin meer nadruk ligt op het geven van eerlijke kansen aan arme landen op de wereldmarkt, bijvoorbeeld in de sfeer van handelsvoorwaarden en maatregelen tegen belastingontduiking en corruptie.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.