Met Energiebesparing de omgevingskwaliteit verbeteren

Jan Willem van de Groep heeft als missie om de bouwsector een wezenlijke rol te laten spelen in de transitie naar een energieneutrale gebouwde omgeving. Op donderdag 10 september spreekt hij tijdens een ronde tafel gesprek van de Tweede Kamer commisie Wonen & Rijksdienst. Hieronder zijn bijdrage, die eerder op zijn blog verscheen. Bijdrage Ronde Tafel cie. W&R d.d. 10 september 2015 Op dit moment zijn de domeinen energie, wonen, bouwen en mobiliteit nauwelijks met elkaar verbonden. Door de opkomst van decentrale opwekking, elektrisch vervoer en energieopslag zullen die domeinen elkaar steeds meer gaan beïnvloeden. De inzet op forse besparing versterkt de transitie naar decentrale opwekking en heeft als positief effect dat de kwaliteit va de stad zienderogen kan verbeteren. Energie kan namelijk ook beschouwd worden als investeringsgeld. De renovaties waarvan u hiernaast voorbeelden ziet kunnen grotendeels betaald worden door de bespaarde energierekening in te zetten als kapitaalslast. Als de renovatieopgave wordt versneld door goede condities te scheppen dan zijn daar voor relatief lage kosten andere pregnante opgaven zoals klimaatadaptatie, langer thuis wonen en behoud van kwaliteit aan toe te voegen. Hoe werkt dat? Tellen we de energierekeningen van alle huishoudens bij elkaar op dan kan gesteld worden dat er ieder jaar 13 miljard euro verdwijnt vanuit het woondomein naar het energiedomein. Geld dat ook ingezet kan worden voor de aanpak van de bestaande woningvoorraad. Het renoveren van jaren ‘50, ‘60, ‘70 en ‘80 wijken levert naast besparing namelijk ook volkomen nieuwe straatbeelden op (zie bijgevoegde foto’s). Daarnaast zullen nieuwe technologieën de sociale interactie in de buurt versterken. Denk daarbij aan de dynamiek rondom opwek op buurtniveau, de buurtbatterij en gezamenlijke inkoop van besparingsoplossingen.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Conan (cc)

Wanneer ga jij van het gas af?

De afgelopen maanden heb ik me regelmatig afgevraagd wat ik zelf kan doen om te zorgen dat er minder gas gewonnen gaat worden in Groningen. Na een discussie over klimaat en energie bij GroenLinks vorige week en een groot aantal bezoekers aan een stukje over wonen zonder gasaansluiting op mijn persoonlijke blog weet ik het zeker: ik ga zo snel als financieel haalbaar gasloos. En ik hoop dat velen mijn voorbeeld volgen, zodat Nederland ‘warm houden in de winter’ geen argument meer kan zijn om de gaskraan open te houden.

Waarom gasloos wonen?

Gas is al lang niet meer nodig om je huis te verwarmen of om tapwater te verwarmen, laat staan om mee te koken. De politiek maakt helaas al decennia weinig haast met het dichtdraaien van de vraag naar gas, terwijl Groningers terecht willen dat de gaskraan veel verder dicht gaat. Tijd dus om het heft in eigen hand te nemen. Want zoals Jan Willem van de Groep al eerder schreef op Sargassso: als je van het gas af wil schiet je weinig op met zonnepanelen, dan moet je je warmtevraag aanpakken. De mogelijkheden daartoe zijn groter dan je denkt en het comfort effect vele malen kleiner dan je denkt.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Tõnu Mauring (cc)

Verschillende wegen naar nul op de meter

ACHTERGROND - Vanuit verschillende hoeken werken energie- en bouwbedrijven de laatste jaren aan het realiseren van energiebesparing in de bebouwde omgeving. De initiatieven en nieuwe bedrijven vliegen je om de oren.

In grote lijnen vallen deze initiatieven uiteen in drie categorieën: de eerste categorie focust op het traditionele idee dat inzicht in het energielabel van de woning en het verbruik aanzet tot gedrags- of bouwkundige veranderingen en zodoende tot energiebesparing leidt.

De tweede groep initiatieven focust op directere lijnen met de bronnen die hun duurzame energie opwekken. De derde categorie concentreert zich op de energierekening als financieringsbron voor het realiseren van verdere, structurele energiebesparing.

Groep 1: Energielabel leidt tot energiebesparing

Tot deze groep reken ik het programma Meer Met Minder en voorlichtingsorganisatie MilieuCentraal. Op basis van inzicht in het energielabel of berekeningen op basis van kengetallen rekenen ze je voor wat je kunt besparen door een maatregel te treffen. Wanneer ik de testjes of vragenlijsten van dit soort sites invul, word ik meestal wat droef. Op basis van onze woning en gezinssituatie overschatten ze ons energieverbruik schromelijk en de berekeningen van mogelijke besparingen kloppen dus ook zelden. Met als dieptepunt de site die me aanraadde een zonneboiler te installeren, terwijl ik bij woningkenmerken in had gevuld dat we een zonneboiler hebben…

Groep 2: Directere lijnen met energiebronnen

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-03-2022

De Zandloper

Ergens in de gemeente Beek, Zuid-Limburg, douchen de mensen 1 minuut en 42 seconden korter dan voorheen. Zeggen ze zelf.
    Eerst hadden ze bezoek gekregen van een “Energieteam”. Het team had hen een zandloper gegeven voor in de badkamer. Toen de bewoners enkele maanden later gebeld werden, beweerden ze dat ze korter douchten. Gemiddeld 1.7 minuten korter.
    Of dat waar is, mag je betwijfelen. Ik vermoed dat de antwoorden van de bewoners op de telefonische enquête niet zozeer hun daadwerkelijke douchetijden uitdrukten, als wel hun wens om het Energieteam niet teleur te stellen.
    Volgens het persbericht bestond het team uit “mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt”. Ik weet niet precies welke tragiek er schuil gaat achter dat ambtelijke eufemisme. Ik stel me timide mensen voor in blauwe windjacks waarop het logo van het Energieteam is gedrukt. Terwijl je de koffie uitschenkt, frunniken ze onder de tafel met de ritssluiting van hun jack. Maar als het moment komt om de energiebesparingstips te geven, bloeien ze ineens op. Dit gedeelte hebben ze voorbereid, getraind, geleefd. Het hoogtepunt is de overhandiging van de zandloper. Bedankjes worden uitgesproken, handen worden geschud en het team wordt uitgezwaaid bij de voordeur.
    Als je na hun bezoek wordt gebeld met de vraag of de zandloper nut heeft gehad, dan wil je geloven dat je korter gedoucht hebt. Of je wilt op zijn minst dat de ander dat gelooft. En die ander, in dit geval de gemeente Beek, wil het ook graag geloven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Daling gemiddeld olieverbruik, maar niet in Nederland

Het gemiddelde olieverbruik neemt af, zegt blogger Hans Verbeek, maar niet in Nederland. in deze gastbijdrage.

Stuart Staniford laat op zijn blog Early Warning zien dat het aardolieverbruik per hoofd van de wereldbevolking sinds 1980 niet is toegenomen.

De gemiddelde mens gebruikt 4,5 vaten olie per jaar en dat is de laatste 25 jaar niet veranderd. Maar als je gaat kijken naar afzonderlijke landen, dan zie een ander beeld. In sommige landen daalt het olieverbruik sinds de jaren ’70.

In de VS piekte het olieverbruik tussen 1975 en 1980. In Duitsland rond 1980 en in Frankrijk en in Groot-Brittannië rond 1973. Al deze Westerse landen zijn al voorbij hun peak-olieverbruik.

Waarom daalt het aardolieverbruik al tientallen jaren? De energie-intensieve industrie is afgebouwd en verplaatst naar lagelonenlanden. Men is overgeschakeld op andere energiebronnen: aardgas, kernenergie, windenergie en biobrandstof. En men is zuiniger geworden. De auto’s zijn zuiniger geworden, vooral in de VS. En in de VS daalt ook het aantal gereden kilometers sinds 2007.

Saoedi-Arabië is de wereldkampioen aardolieverbruik. De gemiddelde Saoedi verbruikt bijna 40 vaten per jaar en dat stijgt nog altijd. Experts verwachten dat in 2030 Saoedi-Arabië niet meer kan voorzien in de eigen oliebehoefte en olie-importeur zal worden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Armoede en achteruitgang

Hier een gastbijdrage van een van onze infographicsleverancier Ad vd Stok.

Armoede is vaak niet in één oogopslag te zien, ook in dit geval.

De gloeilamp wordt afgeschaft. Sinds 1 september mag de matte gloeilamp en die van 100 Watt of meer niet meer worden verhandeld. In stapjes mag steeds minder, tot de volledige verbanning op 1 september 2012. Dat is armoede, omdat er voor het rijke licht die de gloeilamp geeft simpelweg (nog) geen goed alternatief is. Daarom zat er niets anders op dan een bezoek aan een paar omliggende supermarkten. Voor de (enkele) Sargassolezer die er woont: Rotterdam West is uitverkocht.
Gehamsterd_470

Vooruitgang heette het toen de gloeilamp werd uitgevonden en toen ze massaal in gebruik werd genomen. In de winter ging niet meer om vijf uur het licht uit, of de brandgevaarlijke kaars aan. Het daglicht kreeg een volwaardiger vervanger met het licht van de gloeiende draad. De winterdag werd nu werkelijk twee keer zo lang en hoewel de intensiteit het daglicht niet evenaarde, was haar licht wel zo rijk als dat van de zon. Beide lichtbronnen bestrijken namelijk het hele kleurenspectrum, in tegenstelling tot de alternatieven van de gloeilamp.

De verschillende led’s, de tl en de spaarlamp, allen geven minder rijk licht. Ze bedienen zich niet van het hele kleurenspectrum, niet elke kleur komt er dus goed vanaf. Alleen de halogeenlamp kent hetzelfde kleurenspectrum, maar dat is dan ook eigenlijk een gloeilamp (en wordt dan ook deels afgeschaft). Dat wil zeggen dat de verlenging van de dag die we zo’n anderhalve eeuw geleden wonnen, toch weer een beetje wordt teruggedraaid. Want de avonden zullen er anders uitzien. De menselijke huid bijvoorbeeld ziet er een stuk minder natuurlijk uit in ledlicht, net als eten, schilderijen, etc. Op een station is het misschien niet zo erg, maar in een restaurant neem je niet graag plaats onder een tl-balkje.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende