FAO: biobrandstoffen rukken op
De Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) verwacht dat over 15 à 20 jaar biobrandstoffen een kwart van de mondiale brandstofmarkt zullen bestrijken: ‘Hoge olieprijzen luiden bloeitijd van biobrandstof in’ (IPS). Persoonlijk verwacht ik dat dat percentage nog wel eens hoger kan uitvallen zeker als je individuele landen bekijkt. Arme landen zullen bij een gestaag stijgende olieprijs gedwongen zijn om snel op alternatieven over te gaan. Biobrandstof is qua technologische transitie dan het gemakkelijkst, je hoeft immers het machine- en wagenpark niet aan te passen. Overschakelen op waterstof vergt veel drastischere aanpassingen.
De drastische veranderingen bij biobrandstoffen zitten hem echter in het landgebruik. Waar gaan we al die miljoenen hectare koolzaad, zonnebloemen en suikerriet verbouwen? Wie een waardevolle bron van cijfers en kaarten over biomassa wil aanboren klikt nu op ‘lees verder’.
De meningen over de wenselijkheid en haalbaarheid van deze ontwikkeling zijn sterk verdeeld. Dr. André Faaij van het Copernicus Instituut en Prof. dr. Turkenburg van de Universiteit Utrecht zien kansen voor een duurzame ontwikkeling. Er zou voldoende marginale en braakliggende landbouwgrond wereldwijd voorhanden zijn om in de behoefte aan energie uit biomassa (let op: dit is breder dan biobrandstof alleen) te voorzien (kaartje). Modelberekeningen die rekening houden met waardevolle natuurgebieden en ruimte voor de voedselvoorziening zouden dit aangeven. Het Milieu en Natuurplanbureau daarentegen berekenen (met een ander model) dat bij een forse uitbreiding van het areaal biomassateelt de biodiversiteit er altijd op achteruit zal gaan.