Şanlı Urfa is een stad in het zuidoosten van Turkije. Rijd naar het westen en je bereikt na een uur de Eufraat, ga naar het oosten en je staat na een halve dag aan de Tigris. De wegen zijn perfect maar zwaarbewaakt, want ze vormen de grens met Syrië, dat zo’n veertig kilometer verder naar het zuiden ligt. In de Oudheid heette het hier Osrhoëne, wat is afgeleid van Urhai, de oudste naam van deze stad. De moderne naam Urfa is er ook van afgeleid.
De soldaten van Alexander de Grote noemden de stad overigens Edessa, omdat de plek lijkt op de gelijknamige stad in Macedonië: op een hoog terras was een citadel waar het water van neerstroomde, naar een groot waterbekken. Daar is nu een vijver waarin zoveel vissen zwemmen, dat ik er, toen ik er tien jaar geleden voor het eerst kwam, onpasselijk van werd.
Er hoort een oeroude legende bij. Op de citadel woonde ooit koning Nimrod, een geduchte afgodendienaar. Hij was een tijdgenoot van Abraham, die als kind al ontdekte dat er maar één God was. De koning wilde de jongen doden, maar deze verschool zich in een grot waar hij miraculeus verouderde, zodat de soldaten hem niet herkenden. De grot wordt nog altijd aangewezen.