ANALYSE, DATA - Als sinds 1990 stelt Nederland zichzelf doelen met betrekking tot het aandeel duurzame energie. Maar keer op keer blijken die doelen niet gehaald te worden. Sterker nog, de doelen worden steeds ambitieuzer terwijl de realiteit steeds minder optimistisch maakt.
In het plaatje hieronder zit u in donkergrijs (met 6) het aandeel duurzame energie zoals gemeten door het CBS. De lichtgrijze lijn (7) vanaf 2014 is de verwachte trend op basis van het gemiddelde van de laatste 10 jaar. De overige lijnen zijn de doelstellingen uit de verschillende periodes.
Hier de doelstellingen op een rijtje:
1. De energiebesparingsnota uit 1990, zoals hier beschreven door de Rekenkamer. Doel 2010: 5% met als tussendoel voor 2000 3%. In 2004 was de rekenkamer al kritisch.
2. In 1995/1996 kwam de Derde Energienota. Die werd tot en met 1998 bekrachtigd. Doel was 10% in 2020 te halen. Terwijl de doelstelling uit 1990 nog niet eens in zicht was.
3. In 2005 kwam het Energierapport van minister Brinkhorst. Voor 2010 was het doel weer 5% en voor 2020 weer 10%. Ook toen was al niet duidelijk dat we enorme achterliepen op eerder gestelde doelen.
4. In 2008 sloot het kabinet met de energiebedrijven een klimaatakkoord (backup link). De doelen werden naar boven bijgesteld. Nu moest in 2020 maar liefst 20% duurzame energie geproduceerd worden. Lessen uit het verleden waren nog niet geleerd en het akkoord zelf was slap.