Kunst op Zondag| Sterfbed
In beeldende kunst is het doodsbed een genre apart, schreven we vorige keer. U zag toen piëtas: de armen van een moeder of van een geliefde vormen een laatste rustplaats voor de overledene.
Aanwezig zijn bij het sterven, de laatste adem, de eerste uren na de dood, de opbaring, het zijn geen unieke momenten, maar wel minstens zo bijzonder als het bijwonen van een bevalling. Dat laatste heb ik nooit meegemaakt, dat eerste al vaker en het is elke keer een totaal andere ervaring.
Het doodsbed, het sterfbed, is in de kunst ook niet uniek, maar wel met grote verschillen als het gaat om religieuze iconen en wereldlijke bekenden of gewone stervelingen. Het is een apart soort portretkunst. Zelden zie je een poging het sterfproces zelf uit te beelden. De emoties van de nabestaanden willen nog wel eens toegevoegd worden aan het intieme, verstilde doodsbed.
De maagd Maria is beslist niet eenzaam gestorven.
Caravaggio – De dood van Maria, 1605 – 1606.
Kindersterfte zie je tegenwoordig amper meer op schilderijen, maar vaker in persfoto’s. Het is de wereld nog niet uit. Bij Matthijs van den Bergh lijkt het Jongetje op zijn doodsbed (1658) meer van een weldoorvoede, serene rust.