De zoveelste top der toppen bleek wederom een flop. Het echte probleem bleef buiten schot, het fantoomspook werd wel stevig aangepakt. Merkozy en Rutte zeggen het al wekenlang: de schuldencrisis moet aangepakt worden. Het wondermiddel? Meer sancties, harder bezuinigingen. Schuld en bezuinigingen, deze twee woorden lijken bij elkaar te horen als andijvie en spekjes. Maar is dat zo? Italië had al een decennium 120% staatsschuld en niemand maakte daar woorden aan vuil. Spanje had zelfs een lagere staatsschuld dan bijvoorbeeld Nederland. Het probleem is niet de hoogte van de staatsschuld van een land ‘an sich’. Het probleem is dat de financiële markten het vertrouwen hebben verloren dat de schuld kan worden afbetaald. Kortom: het belangrijkste probleem is dat er te weinig cash binnenkomt, niet de hoogte van de staatsschuld.
In Griekenland en Italië is er nu een ondemocratische premier aan de macht. Is er draagvlak bij de bevolking als deze landen verder wegzakken in een depressie? Dat lijkt me sterk. Ik voorspel voor 2012: meer demonstraties, meer sociale onlusten. In Spanje houdt de toekomstige premier Rajoy zich vooralsnog muisstil. Hoe brengt hij de Spaanse economie weer aan de praat? Niemand die het weet. Als je heel goed luistert hoor je af en toe heel zachtjes ‘Help, help’, maar Angela, Mark en Nicolas spreken geen van allen Spaans. Wat kan Spanje doen? De OESO voorspelt dat de werkloosheid volgend jaar verder stijgt, terwijl nu al 1 op de 5 Spanjaarden thuiszit. Het geld is op. Monti en Rajoy zitten klem en zien maar één uitweg: zij willen geld van het noorden. Ofwel via eurobonds of de geldkraan van de Europese Centrale Bank moet wagenwijd open. Deze schijnoplossingen maken de zuidelijke landen niet concurrerender, noch productviever. Nee, over structurele oplossingen wordt door alle Europese leiders in alle talen gezwegen.