Zie ginds komt de Godwin
“[…] want hier wordt de democratie ondermijnd. Hier worden de mensen opgevoed in de politiek van de illusie. Sinterklaas bestaat! Daar zit-ie, achter de tafel.”
Het blijft, zelfs bijna veertig jaar na dato (1972), een beeldbepalend moment in de Nederlandse politiek – Hans Wiegel die Jan Pen citerend Joop den Uyl ontmaskert als de Heilige Nicolaas zelve (filmpje). Sinds Hans Wiegel zijn alle partijleiders van de PvdA een beetje Sinterklaas. Het ‘Argumentum ad Sinterklazum‘ is een gulden troefkaart die probleemloos iedere keer opnieuw kan en zal worden uitgespeeld.
De kracht ervan zit hem niet alleen in de ultieme herkenbaarheid van de goedheiligman, maar vooral in de onderliggende empathie met het slachtoffer: we willen allemaal dat Sinterklaas bestaat, en het is allemaal vast hartstikke goed bedoeld van die sociaal-democraten, maar uiteindelijk geloven natuurlijk alleen kinderen in dergelijke sprookjes – jong en naïef links versus oud en wijs rechts: de klassieke rechtsdragende tegeltjesdoctrine. Het is een geweldig voorbeeld van effectieve politieke retorica: ook al kletst Wiegel nog zo uit zijn nek, hier is geen redden meer aan, zelfs niet voor Den Uyl.
De huiskamervraag is natuurlijk of u een voorbeeld kent waarin op vergelijkbaar iconische wijze een fluwelen linkse directe wordt uitgedeeld aan een politicus rechts van het midden.