Het atheïsme heeft zich de afgelopen vijftien jaar in reactie op de invloed van christelijk rechts in de VS en de dreiging van wereldwijd jihadisme ontwikkeld tot een missionaire beweging, met een polemische, fel anti-godsdienstige inslag.
In navolging van verscheidene andere auteurs, laat CJ Werleman in 'The New Atheist Threat: The Dangerous Rise of Secular Extremists' (2015) zien hoe dit neo-atheïsme vanuit een dualistisch en zelfs apocalyptisch schema opereert, dat de wereldgeschiedenis beschouwt als een strijd tussen de krachten van goed en kwaad, licht tegenover duisternis, vooruitgang versus achterlijkheid, wetenschap tegenover geloof, en religie als een plaag die de wereld ketent in slaafse volgzaamheid en blind bijgeloof; een plaag die mogelijk de ondergang van de wereld kan betekenen.
Zoals Werleman aannemelijk maakt, wanen missionaire atheïsten zichzelf in dat schema een uitverkoren voorhoede, die zich heeft bevrijd van dit bijgeloof en niet alleen inzicht heeft in hoe de werkelijkheid echt in elkaar steekt, maar ook het bevattingsvermogen om te beoordelen wat de wereld al sinds mensenheugenis dwarszit: de godsdienst. Daarmee vormt neo-atheïsme de seculiere evenknie van de godsdienstige orthodoxie: de natuur vormt hun bijbel, de wetenschap biedt de exacte methoden van interpretatie, de collectieve ratio wordt in staat geacht de sleutels en boodschap ervan te ontcijferen en aldus inzicht te krijgen in de voornaamste, zo niet alle mysterieën des levens. Als men nou maar de valse godsdienst uitroeit dan is de weg vrij voor al die miljarden stumpers om hier ook inzicht in te krijgen en zo tot hun ware levensvervulling en werkelijk geluk te komen.